Raad die ’gekruid is met zout’
„Uw spreken zij altijd minzaam, gekruid met zout, opdat gij weet hoe gij een ieder een antwoord behoort te geven.” — KOLOSSENZEN 4:6.
1, 2. Waarom is het vooral belangrijk dat christelijke raad ’met zout gekruid’ is?
DOOR de hele geschiedenis heen heeft zout een speciale rol gespeeld bij het bereiden van voedsel. Zout behoedt tegen bederf en verhoogt de smaak, zodat vele spijzen waaraan geen zout is toegevoegd als laf en smakeloos worden beschouwd. Toen Paulus schreef dat het spreken van een christen ’met zout gekruid’ behoort te zijn, bedoelde hij derhalve dat ons spreken niet alleen opbouwend maar ook aanvaardbaar en innemend moet zijn (Kolossenzen 4:6). Dit geldt vooral bij het geven van raad. Waarom?
2 Het doel van raad geven is niet louter iemand ergens over te informeren. In veel gevallen kent degene die de raad ontvangt reeds enkele van de bijbelse beginselen die op zijn situatie van toepassing zijn, maar heeft hij er moeite mee ze toe te passen of de belangrijkheid ervan in te zien. In feite staat degene die christelijke raad wil geven derhalve voor de uitdaging iemands denkwijze te veranderen (Galaten 6:1; Efeziërs 4:11, 12). Vandaar dat er „zout” nodig is.
3. In welke hulp voor christelijke raadgevers heeft Jehovah voorzien?
3 Ja, raad geven is een uitdaging, en om daaraan het hoofd te bieden, heeft de raadgever kennis en onderscheidingsvermogen nodig (Spreuken 2:1, 2, 9; 2 Timótheüs 4:2). Gelukkig heeft Jehovah de bijbel verschaft, die niet alleen de noodzakelijke kennis bevat maar ook vele voorbeelden van raad die werd gegeven door godvruchtige mannen met onderscheidingsvermogen. Door enkele van deze voorbeelden te beschouwen, zullen wij worden geholpen doeltreffender raadgevers te zijn.
Beschouw de ’Wonderbare Raadgever’
4. Hoe kan een christelijke ouderling die raad geeft aan de gemeente Jezus Christus navolgen?
4 Beschouw bijvoorbeeld Jezus, de ’Wonderbare Raadgever’ (Jesaja 9:6). Aan het einde van de eerste eeuw liet Jezus brieven met raadgevingen naar de zeven gemeenten in het district Asia sturen. Deze brieven zijn een fijn voorbeeld voor ouderlingen die misschien raad moeten geven aan hun gemeente — en de beginselen zijn evengoed van toepassing wanneer er raad aan individuele personen gegeven wordt. De problemen die Jezus besprak, waren van ernstige aard: afval, een „Izébel”-invloed, lauwheid en materialisme, om er enkele te noemen (Openbaring 2:4, 14, 15, 20-23; 3:1, 14-18). Vandaar dat Jezus deze problemen openhartig besprak. Er bestond geen onzekerheid omtrent datgene wat hij tot de respectieve gemeenten wilde zeggen. Wanneer christelijke ouderlingen in deze tijd raad geven aan hun gemeente, dienen zij in navolging van Jezus hun raad met nederigheid en vriendelijkheid te kruiden (Filippenzen 2:3-8; Matthéüs 11:29). Anderzijds moeten zij, eveneens in navolging van Jezus, openhartig zijn. De raad mag niet zo vaag en zo algemeen zijn dat de gemeente niet begrijpt waar het om gaat.
5, 6. Wat kan een christelijke ouderling nog meer leren van Jezus’ boodschappen aan de zeven gemeenten?
5 Merk ook op dat Jezus er zo mogelijk mee begon de gemeenten krachtig te prijzen en zijn raad besloot met opbouwende aanmoediging (Openbaring 2:2, 3, 7; 3:4, 5). Ook christelijke raadgevers dienen hun raad met prijzende woorden en aanmoediging te kruiden. Zoals een ervaren ouderling opmerkte: „Je bereikt werkelijk niet veel als je de broeders alleen maar een uitbrander geeft.” Wanneer ouderlingen krachtige raad geven, dienen zij de broeders niet ontmoedigd achter te laten, maar veeleer gesterkt en vastbesloten om het er in de toekomst beter af te brengen. — Vergelijk 2 Korinthiërs 1:1-4.
6 Wat valt er ten slotte te zeggen over Jezus’ boodschappen aan de gemeente te Smyrna en Filadélfia? Hij maakte geen aanmerkingen op deze broeders. Maar aangezien zij zware beproevingen ondergingen, moedigde hij hen aan te blijven volharden (Openbaring 2:8-11; 3:7-13). Ook christelijke opzieners dienen niet alleen raad te geven wanneer er correctie nodig is, maar er altijd vlug bij te zijn de broeders te prijzen voor hun goede werken en hen tot volharding aan te moedigen. — Romeinen 12:12.
Gebruik illustraties
7, 8. (a) Hoe was Jezus’ raad aan zijn volgelingen ’met zout gekruid’? (b) Waarom zijn illustraties waardevol wanneer wij raad geven?
7 Bij een andere gelegenheid gaf Jezus raad toen zijn discipelen zich er bezorgd over maakten wie de eerste in het koninkrijk der hemelen zou zijn. Hij had zijn volgelingen hier een hevige uitbrander voor kunnen geven, maar in plaats daarvan ’kruidde hij zijn woorden met zout’. Hij riep een jong kind bij zich en zei: „Al wie zich daarom zal vernederen gelijk dit jonge kind, die is de grootste in het koninkrijk der hemelen” (Matthéüs 18:1-4; Lukas 9:46-48). De raad was duidelijk maar vriendelijk en opbouwend. Door te laten uitkomen dat het koninkrijk der hemelen heel anders was dan de koninkrijken van deze wereld, moedigde Jezus zijn volgelingen aan nederig te zijn en trachtte hij de reden voor hun getwist weg te nemen.
8 Merk ook de doeltreffende onderwijstechniek op waarvan Jezus zich in dit geval bediende. Een levende illustratie — een jong kind! Verstandige raadgevers kruiden hun woorden vaak met illustraties, aangezien deze de ernst van een zaak kunnen onderstrepen of degene die de raad ontvangt, kunnen helpen een kwestie te beredeneren en een probleem in een nieuw licht te bezien. Vaak helpen illustraties de spanning te verminderen.
9. Wat zijn enkele andere schriftuurlijke voorbeelden inzake het gebruik van illustraties bij het geven van raad?
9 Toen Jehovah Kaïn waarschuwde dat hij in groot gevaar verkeerde een ernstige zonde te begaan, beschreef Hij zonde op levendige wijze als een wild dier. Hij zei: „Er [loert] zonde aan de ingang, en haar sterke begeerte gaat naar u uit” (Genesis 4:7). Toen Jona kwaad was omdat Jehovah de berouwvolle Ninevieten had gespaard, gaf God hem een fleskalebasplant tot schaduw. Toen de plant vervolgens verdorde en Jona klaagde, zei Jehovah: „Gij, van uw kant, gevoelde deernis met de fleskalebasplant . . . Moest ik, van mijn kant, geen deernis gevoelen met Ninevé, de grote stad, waarin meer dan honderd twintig duizend mensen zijn?” (Jona 4:5-11) Werkelijk krachtige raad!
10. Hoe gebruikte een hedendaagse christelijke raadgever een illustratie teneinde een jong meisje te helpen de beweegredenen van haar ouders beter te begrijpen?
10 In dezelfde trant trachtte een reizende opziener een meisje te helpen dat van streek was omdat haar ouders haar beperkingen oplegden in verband met haar omgang. Hij deed dit door de volgende illustratie te gebruiken: „Je naait graag, niet waar? Stel dat je veel tijd hebt besteed aan het maken van een leuke jurk voor een vriendin. Maar nadat je die aan haar hebt gegeven, kom je erachter dat zij er de vloer mee aandweilt. Hoe zou je je voelen?” Het meisje gaf toe dat zij van streek zou zijn. Daarom zei de bedienaar verder: „Zo beschouwen je ouders het. Zij hebben er veel tijd aan besteed je groot te brengen en zij zijn trots op je. Zij willen dus dat je omgaat met mensen die je op de juiste manier zullen bejegenen, niet met mensen die je ten slotte nadeel zullen berokkenen.” De illustratie hielp het meisje te begrijpen wat haar ouders probeerden te doen.
Stel vragen
11. Hoe maakte Jehovah een doeltreffend gebruik van vragen toen hij Jona raad gaf?
11 U hebt misschien opgemerkt dat Jehovah, toen Hij met Jona sprak over diens onredelijke toorn, ook vragen stelde. Toen Jona, die kwaad was omdat Ninevé niet vernietigd was, vroeg of hij mocht sterven, zei Jehovah: „Zijt gij met recht in toorn ontbrand?” Jona gaf geen antwoord. Daarom liet Jehovah de fleskalebasplant groeien en vervolgens sterven. Daarop was Jona nog erger van streek. Daarom vroeg Jehovah hem: „Zijt gij met recht in toorn ontbrand over de fleskalebasplant?” Deze keer gaf Jona wel antwoord: „Ik ben met recht in toorn ontbrand, ten dode toe.” Nu Jehovah antwoord van Jona had ontvangen, vergeleek hij vervolgens Jona’s houding ten aanzien van louter een plant met zijn eigen houding ten aanzien van Ninevé door de doorslaggevende vraag te stellen: „Moest ik . . . geen deernis gevoelen met Ninevé?” (Jona 4:4, 9, 11) Aldus kreeg Jona de raad Jehovah’s houding ten aanzien van de berouwvolle Ninevieten na te volgen.
12. Hoe waardevol zijn vragen bij het geven van raad? Licht dit toe.
12 Ja, vragen helpen de raadgever erachter te komen wat de denkwijze is van de persoon die raad nodig heeft. Ze helpen die persoon ook duidelijker te beseffen wat zijn eigen problemen en beweegredenen zijn. Iemand zou bijvoorbeeld hardnekkig kunnen volhouden dat hij het volste recht heeft iets te drinken voordat hij met de auto naar huis rijdt. Hij denkt misschien echt: ’Alcohol doet mij niets!’ Een vriend zou misschien als volgt met hem willen redeneren: ’Maar veronderstel eens dat je betrokken raakt bij een ongeluk waar je geen schuld aan hebt. Wat zou de politie denken als zij merken dat je gedronken hebt? En veronderstel eens dat de alcohol in feite je reacties wel degelijk heeft beïnvloed, al is het maar een beetje. Zou je werkelijk je auto willen besturen wanneer je reactievermogen geen honderd procent is? Is een klein beetje drank het risico waard?’
13. Op welke wijze gebruikte een bepaalde raadgever de bijbel, gecombineerd met vragen, om raad te geven? Waarom was dit doeltreffend?
13 Christelijke raad is altijd op de bijbel gebaseerd. En waar mogelijk gebruiken christelijke raadgevers de bijbel ook werkelijk wanneer zij raad geven. De bijbel is een krachtig hulpmiddel (Hebreeën 4:12). Ter illustratie: Een ervaren ouderling trachtte hulp te bieden aan iemand die niet meer actief was in het predikingswerk. De ouderling vestigde de aandacht op Jezus’ gelijkenis van de man die twee kinderen had, aan wie hij vroeg in zijn wijngaard te gaan werken. De eerste zei dat hij zou gaan maar hij ging niet. De tweede zei dat hij niet zou gaan maar ten slotte besloot hij toch te gaan (Matthéüs 21:28-31). Vervolgens vroeg de raadgever: „Als wie van deze beide kinderen handel jij op dit ogenblik?” De verkondiger begreep het punt waar het om ging snel, vooral toen de raadgever vervolgens vroeg: „Hoe denk je dat Jehovah, de Eigenaar van de wijngaard, jouw situatie beziet?”
14. Wat zijn enkele andere situaties waarin vragen een waardevol hulpmiddel zouden kunnen zijn bij het geven van raad?
14 Er kan op overeenkomstige wijze gehandeld worden wanneer men probeert hulp te bieden aan hen die twijfels hebben, aan hen die huwelijks- of andere gezinsproblemen hebben, aan hen die moeilijkheden met anderen hebben of aan personen in andere beproevingsvolle situaties.a Doelgerichte vragen helpen degenen die raad ontvangen de kwestie te beredeneren, zichzelf te onderzoeken en tot juiste conclusies te komen.
Luister zorgvuldig
15. (a) Wat lieten Jobs drie „vertroosters” na? (b) Hoe zal luisteren een hulp zijn voor een christelijke raadgever?
15 Houd echter in gedachte dat het stellen van vragen inhoudt dat u de antwoorden wilt horen (Spreuken 18:13). Raadgevers dienen niet in de strik te vallen waarin de drie „vertroosters” van Job geraakten. Job sprak tot hen maar zij luisterden niet werkelijk. Het stond bij hen reeds vast dat Jobs lijden het gevolg was van zijn eigen zondigheid (Job 16:2; 22:4-11). In tegenstelling hiermee dient een christelijke raadgever zorgvuldig te luisteren. Dan vallen hem misschien betekenisvolle pauzes of stembuigingen op, die te kennen geven dat nog niet alles verteld is. Misschien zal een aanvullende vraag een gedachte naar boven brengen die verscholen is in de diepe schuilhoeken van de geest van de persoon met wie hij spreekt. — Vergelijk Spreuken 20:5.
16. Wat wordt van een raadgever gevergd wanneer het moeilijk is te luisteren naar datgene wat een christen zegt die emotioneel van streek is?
16 Het is waar dat dit misschien niet altijd gemakkelijk is. Iemand die van streek is, kan er zomaar uitflappen: „Ik haat mijn ouders!” of: „Ik kan niet meer met mijn man samenleven!” Het is schokkend naar zulke dingen te luisteren. Maar houd in gedachte dat Jehovah bereid was te luisteren toen Asaf klaagde dat zijn getrouwheid vergeefs scheen te zijn (Psalm 73:13, 14). Ook luisterde God toen Jeremia zei dat hij misleid was (Jeremia 20:7). Habakuk klaagde schijnbaar dat de goddelozen de rechtvaardigen verdrukten en dat Jehovah het zelfs niet zag (Habakuk 1:13-17). Christelijke raadgevers dienen net zo bereid te zijn om te luisteren. Indien mensen deze gevoelens werkelijk bezitten, dan dient de raadgever hiervan op de hoogte te zijn zodat hij kan helpen. Hij dient het te vermijden de persoon die raad krijgt er op subtiele wijze toe aan te sporen meningen tot uitdrukking te brengen die hij volgens de raadgever dient te hebben, in plaats van de meningen die hij werkelijk heeft. De raadgever moet ook vermijden krachtig of veroordelend te reageren, waardoor hij de persoon in kwestie misschien ontmoedigt zijn hart nog verder te openen. — Spreuken 14:29; 17:27.
17. Waarom is alleen maar luisteren naar onze broeders soms een manier om hen te vertroosten?
17 Soms bestaat raad geven voornamelijk uit luisteren, waarbij wij de persoon in kwestie zich laten uiten over zijn gekwetste gevoelens, zijn gebroken hart of zijn emotionele pijn. Toen Naomi uit de velden van Moab terugkeerde, begroetten de vrouwen van Israël haar met de woorden: „Is dat Naomi?” Maar Naomi antwoordde bedroefd: „Noemt mij niet Naomi. Noemt mij Mara, want de Almachtige heeft het mij zeer bitter gemaakt. Vol ben ik heengegaan, en met lege handen heeft Jehovah mij doen terugkeren. Waarom zoudt gij mij Naomi noemen, wanneer het Jehovah is die mij heeft vernederd en de Almachtige die mij rampspoed heeft aangedaan?” (Ruth 1:19-21) De Israëlitische vrouwen konden daar niet veel op zeggen. Maar vaak kan louter het feit dat iemand zich liefdevol beschikbaar stelt om te luisteren terwijl anderen zich uiten over hun emotionele pijn, tot hun genezing bijdragen.b
Wees realistisch
18. (a) Hoe reageerden enkelen op de raad die zij van Jehovah en Jezus Christus ontvingen? (b) Welke hoedanigheid moeten christelijke raadgevers aankweken?
18 Natuurlijk reageert iedereen verschillend op raad. Jona reageerde klaarblijkelijk gunstig op Jehovah’s raad. De profeet kwam zijn bitterheid en toorn zo goed te boven dat hij zijn ervaringen op schrift stelde zodat anderen er iets uit konden leren. Het duurde enige tijd voordat Jezus’ volgelingen de les over nederigheid leerden. Ja, zelfs in de nacht voordat Jezus stierf, geraakten zij opnieuw in een woordentwist over de vraag wie de grootste onder hen zou zijn! (Lukas 22:24) Degenen die raad geven, moeten derhalve geduldig zijn (Prediker 7:8). Iemand die een diepgewortelde verkeerde geesteshouding heeft, zal zijn handelwijze gewoonlijk niet wijzigen op grond van slechts een paar woorden die een ouderling tot hem zegt. Langdurige problemen tussen huwelijkspartners verdwijnen niet na één onderhoud met een rijpe christen. Het kan maanden duren voordat ernstige ziekten genezen, en zo kan het ook zijn met ernstige geestelijke problemen. En enkelen zullen eenvoudig niet naar gezonde raad luisteren. Alhoewel Kaïn raad van Jehovah zelf ontving, ging hij er toch toe over zijn broer te vermoorden. — Genesis 4:6-8.
19. Hoe kan de gemeente degenen helpen die emotioneel gewond zijn?
19 Zij die ernstige problemen hebben, dienen realistisch te zijn ten aanzien van datgene wat zij van de gemeente kunnen verwachten. Een medechristen kan een chronische geestelijke depressie of emotionele pijn die mogelijk door een tragedie of een verschrikkelijke ervaring is veroorzaakt, niet wegnemen. Wanneer iemand lichamelijk ziek is, zorgt de dokter er vaak alleen maar voor het de patiënt zo draaglijk mogelijk te maken gedurende de tijd die het lichaam nodig heeft om te herstellen. Zo is het ook wanneer een christen emotioneel lijden ondergaat. De gemeente kan proberen ’het zo draaglijk mogelijk voor hem te maken’ door met hem en voor hem te bidden en wanneer dit maar mogelijk is een bemoedigend woord tot hem te richten en hem elke praktische hulp te geven die in hun vermogen ligt. En gewoonlijk brengen dan tijd en Jehovah’s geest de genezing tot stand (Spreuken 12:25; Jakobus 5:14, 15). Zo schreef een slachtoffer van incest: „Hoewel incest een verschrikkelijke emotionele druk kan veroorzaken, doet Jehovah’s organisatie veel om je te ondersteunen, en met de hulp uit de Schrift en de steun van de broeders en zusters kun je eroverheen komen.”c
20. Welke rol speelt raad in het leven van ons allen die trachten Jehovah te blijven dienen?
20 Ja, op christenen rust de verantwoordelijkheid elkaar te helpen. Ouderlingen in het bijzonder, maar ook alle anderen in de gemeente, dienen bezorgd te zijn om elkaars welzijn en zo nodig vriendelijke, schriftuurlijke raad te geven (Filippenzen 2:4). Natuurlijk mag zulke raad niet dictatoriaal of hardvochtig zijn. Ook dient raad niet de indruk te geven dat wij proberen het leven van iemand anders te beheersen. Raad dient veeleer op de Schrift gebaseerd en ’met zout gekruid’ te zijn (Kolossenzen 4:6). Iedereen heeft bij tijd en wijle hulp nodig, en tijdige raad, gekruid met vriendelijkheid en aanmoediging, zal ons allen helpen op de weg tot eeuwig leven voort te gaan.
[Voetnoten]
a Zie voor meer inlichtingen over het geven van raad aan echtparen het artikel „Hoe raad te geven die werkelijk helpt” in de Ontwaakt!-uitgave van 22 november 1983.
b Zie voor suggesties met betrekking tot het helpen van christenen die depressief zijn, de artikelen ’Spreek bemoedigend tot de terneergeslagen zielen’ in De Wachttoren van 1 juli 1982, en „Een onderwezen tong — ’om de vermoeiden aan te moedigen’” in de uitgave van 1 september 1982.
c Zie voor meer inlichtingen over het helpen van degenen die emotioneel gewond zijn de artikelen „Hoop voor wanhopigen” en „Zij willen helpen” in De Wachttoren van 1 november 1983, en „Hulp voor de slachtoffers van incest” in de uitgave van 1 januari 1984.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Welke kenmerken van Jezus’ raad aan de zeven gemeenten kunnen ouderlingen in deze tijd helpen?
◻ Welke schriftuurlijke voorbeelden zijn er inzake het gebruik van illustraties bij het geven van raad?
◻ Wat is voor een christelijke raadgever de werkelijke waarde van vragen?
◻ Hoe kan een bekwame raadgever de bijbel gebruiken?
◻ Waarom moet iemand die raad geeft ook een zorgvuldig luisteraar zijn?
[Illustratie op blz. 17]
Ter illustratie van een bepaald punt nam Jezus een kind om zijn discipelen duidelijke, vriendelijke en opbouwende raad te geven
[Illustratie op blz. 18]
Jona was bitter en vertoornd, maar klaarblijkelijk reageerde hij goed op Jehovah’s raad