Hoe raad te geven die werkelijk helpt
„VAN het begin der schepping af ’heeft Hij hen als man en als vrouw gemaakt. Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en de twee zullen één vlees zijn’; zodat zij niet langer twee, maar één vlees zijn.” Met deze woorden beschreef Jezus Christus hoe de Schepper het eerste mensenpaar had samengebracht in een huwelijk, de basiseenheid van onze mensenmaatschappij. En dat huwelijk was als een duurzame verbintenis bedoeld, zoals Jezus vervolgens aantoonde: „Wat God derhalve onder één juk heeft samengebracht, brenge geen mens vaneen.” — Mark. 10:6-9.
Dit laat ons zien dat er voor John en Jane nog een andere mogelijkheid bestond. Het is waar dat vele professionele counselors oprechte, goedbedoelende en serieus opgeleide mensen zijn en dat zij een echtpaar bij hun huwelijksproblemen zouden kunnen helpen. Wij hopen oprecht dat John en Jane met zulke mensen te maken hebben gekregen. Maar als christenen hadden zij ook aandacht kunnen schenken aan de hulp die de Auteur van het huwelijk, Jehovah God, beschikbaar stelt in zijn Woord, de bijbel.
De bijbel werd geïnspireerd door de Insteller van het huwelijk. Als u daaruit alles bijeenvergaart wat over het huwelijk gaat, hebt u een handboek, een verzameling volmaakte beginselen van goddelijke oorsprong, die erop zijn gericht een volmaakt huwelijk te produceren. U zou u dan ook kunnen afvragen waarom een christelijk huwelijk ooit zou kunnen mislukken. Wij hebben immers de bijbel als ’een lamp voor onze voet, en een licht op ons pad’, en waarom zou dus een christelijk echtpaar zoals John en Jane in hun huwelijk ooit hulp van buitenaf nodig hebben? — Ps. 119:105.
Het antwoord van de bijbel luidt heel realistisch dat Gods beginselen wel volmaakt zijn, maar dat wij die ze moeten toepassen, allen nog onvolmaakt zijn (Deut. 32:4; Rom. 5:12). Naar de mate waarin wij in gebreke blijven Gods volmaakte beginselen toe te passen, in die mate hebben wij hulp nodig.
Bovendien maakt het feit dat wij leven in „kritieke tijden . . . die moeilijk zijn door te komen”, onze problemen niet eenvoudiger (2 Tim. 3:1). „De conflicten in onze tijd zijn zo complex dat ze niet meer zijn op te lossen door alleen maar te trachten zichzelf objectief te bezien”, zegt psycholoog Allen S. Bernsten. Vaak hebben wij elkaars hulp nodig bij de moeilijkheden die wij in het leven ondervinden: „Blijft elkaars lasten dragen”; „Spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen, ondersteunt de zwakken, weest lankmoedig jegens allen.” — Gal. 6:2; 1 Thess. 5:14.
De ’Wonderbare Raadgever’
De bijbel voorzegt in Jesaja 9:6 Christus’ komst in verschillende rollen. Eén daarvan is als „Wonderbaar Raadgever”. Een voorziening via welke hij de raad die wij nodig hebben, beschikbaar stelt, is de gemeente. Sommigen van de oudere, rijpe, verantwoordelijkheidsgevoel bezittende mannen zijn aangesteld als ouderlingen, herders, om de leden van de gemeente die problemen hebben — ook echtparen — bij te staan. Zij zijn degenen die door God zijn beloofd toen hij zei: ’Ik wil weer raadslieden voor u terugbrengen zoals in het begin.’ — Jes. 1:26; 1 Tim. 3:1-7; 1 Petr. 5:1-4; Jer. 3:15; Jes. 32:1, 2.
Zouden John en Jane er verstandig aan hebben gedaan de hulp van zulke raadgevers in te roepen voordat zij zich tot vreemden wendden? Wel, er moet erkend worden dat ouderlingen geen geschoolde professionele hulpverleners zijn en niet zijn toegerust om alle soorten mentale gezondheidsproblemen te begrijpen en te behandelen. Hun terrein is veeleer dat van de geestelijke problemen. In kwesties van huwelijkscounseling is het onderscheid tussen geestelijke, emotionele en mentale problemen echter niet altijd zo scherp. En de waarheid is dat de meeste professionele counselors niet bekwaam zijn om geestelijke problemen te behandelen. Bekwame christelijke ouderlingen hebben dus wel degelijk iets waardevols bij te dragen.
De kunst van het raadgeven
Raadgeven is echter net als onderwijzen een kunst die bestudeerd en ontwikkeld moet worden (Tit. 1:9). Het is mogelijk dat sommige ouderlingen op bepaalde punten hulp nodig hebben om hun raad zo doeltreffend mogelijk te doen zijn. Ook hier kan de bijbel van dienst zijn, omdat hij ons niet alleen vertelt wat te zeggen maar ook hoe het te zeggen. Het is opmerkenswaardig dat vele van de suggesties die de bijbel ons geeft, overeenkomst vertonen met de richtlijnen die de doeltreffender professionele counselors in hun werk toepassen. Laten wij er een aantal van bespreken.
Houding ten opzichte van de betrokken personen. De eerste-eeuwse christelijke raadgever Paulus schreef aan de gemeente: ’Wij zijn in uw midden vriendelijk geworden, zoals wanneer een zogende moeder haar eigen kinderen koestert. Wij hadden tedere genegenheid voor u’ (1 Thess. 2:7, 8). Wat een voortreffelijke instelling! Degenen die raad geven, moeten de betrokkenen behandelen als personen die hulp nodig hebben, niet als overtreders die geoordeeld moeten worden. Het is niet zozeer een gelegenheid om te kritiseren, te veroordelen of te berispen maar om te begrijpen en de verzekering te geven dat de problemen opgelost kunnen worden en dat het leven waard is geleefd te worden.
Een psycholoog maakte een soortgelijke opmerking: „Zij hebben geen behoefte aan onze straf of kastijding, zij willen alleen geholpen worden.”
Een tijd om te luisteren. „Wanneer iemand antwoord geeft op een zaak voordat hij ze hoort, is dat dwaasheid van zijn kant en schande” (Spr. 18:13). Dat is een heel goed advies. Een doeltreffend raadgever is niet iemand die, als hij met een ernstig probleem benaderd wordt, zonder nadenken een of ander standaardantwoord geeft en dat dan raadgeven noemt. Net als een arts of een notaris maakt hij een afspraak zodat de kwestie alle aandacht kan krijgen.
Een professionele raadgever is getraind om te luisteren. Hoe lang het ook duurt, hoeveel maal hij er ook voor moet gaan zitten, hij probeert door luisteren tot een begrip te komen. Zou een christelijke raadgever dan minder moeten doen? Bedenk dat de jonge man Elíhu, die goede raad gaf aan Job en zijn drie „vrienden”, eerst ’had gewacht op hun woorden’ en ’het oor had geleend aan hun overleggingen’. — Job 32:11.
Terwijl de raadgever luistert, moet hij gebruik maken van een goedontwikkeld waarnemingsvermogen en op discrete wijze onder de oppervlakte tasten om de dieperliggende beweegredenen van zijn cliënt naar boven te brengen. De christelijke raadgever beschikt hierbij over een prachtig hulpmiddel. Wat dan wel? De bijbel. Van de inhoud ervan wordt gezegd dat die levend is en kracht uitoefent en „gedachten en bedoelingen van het hart [kan] onderscheiden”. — Hebr. 4:12.
Erkent individualiteit. Een verstandig raadgever beseft dat geen twee personen of situaties exact gelijk zijn en dat er geen pasklare antwoorden gegeven kunnen worden alsof het om pilletjes gaat. Hij doet er dan ook moeite voor om wat hij zegt „altijd minzaam” te laten zijn, „gekruid met zout, opdat hij weet hoe hij een ieder een antwoord behoort te geven”. — Kol. 4:6.
Een psycholoog bericht dat sommige patiënten zo moedeloos zijn geworden dat zij zeggen: „Ik ben waardeloos. Ik ben niet waardig liefde en goedheid van anderen te ondervinden.” Hoe zou een christelijke raadgever zulke personen kunnen helpen? Hij zou in deze trant tot hen kunnen spreken: ’Jezus zei ons onze naaste lief te hebben als onszelf.’ Hij zou hen dan kunnen helpen als volgt te redeneren: ’Maar als wij nu geen gevoel van eigenwaarde of zelfrespect hebben, wat blijft er dan voor onze naaste over? Als Jezus voor ons stierf, moet ons leven kostbaar zijn, ongeacht hoezeer wij het bezoedeld hebben. Wij zijn geschapen naar Gods beeld en zijn dus in staat zijn eigenschappen in onze persoonlijkheid te weerspiegelen. Wij moeten dus aan een nieuwe persoonlijkheid werken. Daaronder valt ook dat wij onszelf op een belonende wijze bejegenen.’ — Matth. 22:37-39; Mark. 10:45; Kol. 3:9, 10.
Echte betrokkenheid
Jezus was in zijn omgang met mensen altijd nederig, nooit uit de hoogte, zelfzuchtig of egotistisch (Matth. 11:28, 29; Fil. 2:5-8). De apostel Paulus moedigde christenen aan die instelling na te volgen, tedere genegenheid en mededogen te ontwikkelen en ’niets te doen uit twistgierigheid of egotisme, maar met ootmoedigheid des geestes’ (Fil. 2:1-3). Succesvolle raadgevers erkennen dat zij nederig moeten zijn en zich werkelijk om de ander moeten bekommeren.
In dezelfde trant uit zich de bekende psycholoog Carl Rogers die de counselor typeert als „iemand die waarachtig is, geen façade vertoont en empathie bezit”. Het is wat een andere psycholoog een „positieve blik” noemt: „Het betekent dat hij zijn cliënt waardeert als persoon, met ongeveer dezelfde soort van gevoelens als een ouder voor een kind heeft, omdat hij dat kind als persoon waardevol acht.” Men moet hier echter op een bepaald gevaar bedacht zijn. Als de raadgever met een echtpaar te maken heeft, is alles prima. Als hij alleen met de vrouw te maken heeft, dan moet hij uitkijken dat de vrouw niet te zeer op hem gaat leunen voor sympathie en betrokkenheid, en hij de plaats van de man gaat innemen.
Hoe goede communicatie tot stand komt
Zoals reeds opgemerkt, hecht de succesvolle raadgever grote waarde aan communicatie. Werkelijke communicatie houdt meer in dan het verstrekken en krijgen van informatie. Ten eerste gaat het erom werkelijk te zeggen wat u bedoelt. Ten tweede moet de ander werkelijk horen wat u zegt.
Vervolgens is het zaak niet overhaast een conclusie te trekken of al te snel een interpretatie te geven van wat u hoort. Stel voor de zekerheid een vraag of verscheidene vragen. Laat een uitspraak nog eens herhalen. Vergewis u ervan dat wat er gezegd wordt ook datgene is wat er wordt bedoeld. En dat de persoon werkelijk meent wat hij of zij zegt. „Is dat wat u bedoelt?” „Dus als ik u goed begrijp, . . . ?”
De woorden die iemand spreekt, kunnen soms een aanwijzing geven aangaande dingen die onder de oppervlakte liggen, dingen die veel dieper liggen of ver teruggaan. De doeltreffende raadgever is er heel bekwaam in zulke betekenissen door het gebruik van vragen te achterhalen.
Vragen om informatie te vergaren: „Hoe lang hebt u al huwelijksproblemen?” „Op welke terreinen lijken de onenigheden zich voor te doen?” „Hoe lang bent u getrouwd?” „Echtgenoot (of echtgenote), wat zijn uw verantwoordelijkheden in huis?” Dit zijn enkele voorbeelden van dergelijke vragen.
Vragen die gevoelens, gezichtspunten, instellingen aan het licht brengen: „Hoe denkt u over uw huwelijk?” „Houdt u van elkaar?” „Hoe ziet u uw rol als echtgenoot (echtgenote)?”
Vragen die de betrokken en helpen te redeneren of gevolgtrekkingen te maken: „Waarom gelooft u dat het belangrijk is Gods beginselen met betrekking tot het huwelijk te volgen?” „Waarom werpt onzelfzuchtige liefde voordelen af voor het huwelijk?” „Waarom denkt u dat uw partner zich niet door u bemind voelt?” „Als God u vergeeft, hoe moet u dan de onvolmaaktheden van uw partner bezien?”
Het is van groot belang dat degene die raad geeft, in navolging van Jehovah onpartijdig is (1 Petr. 1:17). Hij mag geen overhaaste conclusies trekken en mag ook niet toelaten dat vooropgezette meningen zijn oordeel kleuren. Als de vrouw wat emotioneel is, kan de raadgever snel de conclusie trekken dat zij opstandig is en zou hij van het begin af partij kunnen kiezen voor de echtgenoot. Ook zou iets in de persoonlijkheid van de man de raadgever in het begin enigermate op de hand van de vrouw kunnen brengen. Beide valstrikken moeten vermeden worden.
Als u partij kiest, zo waarschuwt een psycholoog, „is dat bijna een garantie voor een mislukking . . . u helpt dan niet — u velt feitelijk een oordeel. . . . Het verhaal dat u verteld wordt [door de ene partij] is niet noodzakelijkerwijs een nauwkeurig verhaal”. Dit komt overeen met de bijbelse waarschuwing: ’De eerste in zijn rechtsgeding kan rechtvaardig lijken, maar zijn tegenstander komt binnen en doorvorst hem stellig.’ — Spr. 18:17; 25:8-10.
Meningen afwegen in het licht van de rede
Wanneer man en vrouw ruzie hebben, zullen zij vaak de rede uit het oog verliezen en elkaar ervan proberen te overtuigen dat zijn of haar mening juist is.
Zij heeft bijvoorbeeld het idee dat een kamer rommelig is wanneer er een jas is blijven liggen. Hij vindt dat met een jas en met een paar kranten op de tafel de kamer er nog steeds netjes en opgeruimd uitziet. Wat kan een christelijke raadgever proberen te doen bij zulke met stelligheid gehanteerde persoonlijke meningen? Er zijn voortreffelijke schriftuurlijke vermaningen die hij kan gebruiken, zoals: „Uw redelijkheid worde aan alle mensen bekend” en ’liefde is lankmoedig en vriendelijk en zoekt niet haar eigen belang’. — Fil. 4:5; 1 Kor. 13:4, 5.
Meningen of motivaties die uit een sterke wil voortkomen, kunnen tot moeilijke situaties leiden. In een bepaald huwelijk zou de vrouw zich bijvoorbeeld verwaarloosd en ongewenst kunnen voelen, terwijl de man misschien vindt dat zij te veel van zijn aandacht opeist en hem niet genoeg vrijheid van handelen geeft. Wellicht hebben zij nooit een gemeenschappelijk begrip bereikt van wat liefde werkelijk is en hoe ze geuit en aanvaard dient te worden.
In zo’n geval moet op een heel delicate en tactvolle wijze raad gegeven worden om degenen die raad krijgen, een evenwichtiger kijk bij te brengen. Hen ertoe brengen in eigen woorden uit te leggen hoe de bijbel liefde beschrijft, zou een hulp kunnen zijn (1 Kor. 13:4-8). Soms wordt een aanpassing gemakkelijker als de persoon in kwestie de verzekering krijgt dat zijn of haar zwakheid ons allen gemeen is. „Fouten — wie kan ze onderscheiden?” „Allen zijn afgeweken.” — Ps. 19:12; Rom. 3:12; Ps. 130:3.
Algemeenheden hebben geen waarde
Bij het geven van raad of instructies isoleerde Jezus precies de kwesties waar het om ging (Matth. 22:15-46). Op soortgelijke wijze moet ook de raad bij huwelijksproblemen concreet en gericht zijn. Vage besprekingen over liefde, vriendelijkheid en edelmoedigheid zijn in het algemeen van geen nut. Een schouderklopje en het bekende ’Vertrouw nu maar op God en alles komt wel in orde’, is in sommige gevallen misschien alles wat nodig is. Maar in andere gevallen kunnen dergelijke algemeenheden de uiting zijn van iemand die geen echte, praktische raad te bieden heeft. — Zie Jakobus 2:15, 16.
Een onervaren of onrijpe raadgever is geneigd pijnlijke of „gevoelige” onderwerpen te vermijden. Jezus, de Wonderbare Raadgever, deinsde er niet voor terug om op gepaste wijze zaken zoals seks, geld en persoonlijke gewoonten te bespreken. — Matth. 5:23, 24, 27, 28; 6:25-34.
Het hart bereiken
De raad die men geeft, zal altijd op de bijbel gebaseerd moeten zijn. Niettemin wordt door louter citeren van bijbelteksten niet gegarandeerd dat degenen die raad krijgen, een juist begrip van de aangelegenheid verwerven. Ook hierin volgt de succesvolle raadgever Jezus’ voorbeeld en hij zal er dan ook op voorbereid zijn op basis van die teksten te redeneren. Hoe? — Matth. 17:24-27.
Neem bijvoorbeeld een echtpaar dat het niet eens kan worden over de manier waarop de echtgenoot zijn autoriteit als hoofd uitoefent. De echtgenoot denkt dat hij op redelijke wijze zijn verantwoordelijkheid als christelijk gezinshoofd nakomt. De vrouw denkt dat zij op onredelijke wijze overheerst wordt en dat haar man de baas speelt over haar. Het lezen van de bespreking die de apostel Paulus in Efeziërs 5:21-27 aan de uitoefening van autoriteit wijdt, zou voldoende moeten zijn om de beginselen waar het om gaat, vast te stellen. Maar zou het echtpaar die beginselen dan volledig begrijpen en aanvaarden? Dat zou alleen het geval zijn als degenen die raad krijgen, persoonlijk betrokken raken bij Paulus’ woorden en zien hoe ze op hen persoonlijk van toepassing zijn.
Om dit te bereiken kan een opeenvolging van onderzoekende vragen noodzakelijk zijn: „Hoe oefende Jezus autoriteit als hoofd over de gemeente uit?” „Waarom staat er ’Weest aan elkaar onderworpen’?” „Hoe is de echtgenoot onderworpen aan de vrouw?” „Hoe is de gemeente onderworpen aan Jezus?” „Wat leren wij daaruit over de verhouding van de vrouw tot de man?” enzovoort.
Jezus verschafte niet zelf de antwoorden wanneer hij deze vorm van raadgeven gebruikte. Ook de verstandige raadgever in deze tijd zal dat niet doen. In plaats daarvan zal hij deze antwoorden stuk voor stuk laten geven door degenen die met hun probleem bij hem zijn gekomen — niet door de aangelegenheid te forceren maar op een geduldige en vriendelijke manier. „De bedoeling in het hart van de mens is als water ver beneden de oppervlakte, maar een man van begrip weet die te voorschijn te brengen” (Spr. 20:5, The New American Bible). Dat proces kan een paar minuten kosten, het kan ook uren kosten. Maar het kan iemands denken op de juiste koers zetten en het werkt als een krachtig tonicum tegen een negatieve instelling.
Raad door voorbeeld
Een effectieve huwelijksraadgever in de Verenigde Staten noemt dit geval van raadgeven door voorbeeld: „Ten behoeve van een echtgenoot die er moeite mee had zijn vrouw genegenheid te tonen, schonk een ouderling er speciaal aandacht aan om in de aanwezigheid van deze echtgenoot zijn eigen vrouw genegenheid te tonen. De man leerde al gauw wat passend was.”
In sommige landen is volgens zeggen het gepopulariseerde „ideale” beeld van de man een gebronsde atletische figuur, goed in de wat ruwere sporten, een man die houdt van drinken en andere typisch „manlijke” genietingen. Hij is geneigd veel van zijn tijd met mannen door te brengen en geneert zich ervoor — en beschouwt het als verwijfd — om zijn vrouw in het openbaar genegenheid te tonen. Dit is een situatie waar raadgeven door voorbeeld een kracht ten goede zou uitoefenen.
Het tempo kan niet geforceerd worden
De positieve hoedanigheden en ervaringen die man en vrouw in de aanvang hebben samengesmeed, kunnen door aanhoudende klachten wegslijten. Passende herinneringen — wellicht gebaseerd op het bijbelboek Hooglied, het verhaal van de onwankelbare liefde van het Sulammitische meisje voor haar eenvoudige herder — zouden net de factor kunnen zijn om krachtige emoties die het paar eens deelde toen hun liefde begon, weer aan te wakkeren.
Degene die raad geeft moet echter een tempo aangeven dat is aangepast aan de behoeften van de personen die raad krijgen. Een professionele huwelijksraadgever verklaart dat het niet altijd verstandig is om alle gesignaleerde fouten op te lossen, alsof perfectie het doel zou zijn. In plaats daarvan laat hij een echtpaar uitwerken wat hun belangrijkste problemen zijn en meestal laat hij deze in volgorde van belangrijkheid opschrijven, het moeilijkste probleem bovenaan. Door de lijst nu om te keren laat hij het paar eerst aan de gemakkelijkste problemen werken. Zo wordt het gemakkelijker voor hen om later de moeilijker problemen op te lossen.
De technieken van het raadgeven kunnen nooit een vervanging zijn voor wijsheid. De kundigste professionele raadgever zal van weinig nut zijn als hij zijn bekwaamheid aanwendt om menselijke theorieën te bevorderen die in strijd zijn met bijbelse beginselen. Een huwelijksraadgever daarentegen die goed thuis is in Gods gedachten zoals die in de bijbel vervat zijn, is een door God geschonken bron van hulp in de moeilijke tijden waarin wij leven. — Jes. 32:1, 2.
[Inzet op blz. 10]
Er kunnen geen pasklare antwoorden gegeven worden alsof het om pilletjes gaat
[Inzet op blz. 11]
Succesvolle raadgevers erkennen dat zij nederig moeten zijn