Blijf Jehovah dienen met een standvastig hart
„Mijn hart is standvastig, o God, mijn hart is standvastig.” — PSALM 57:7.
1. Waarom kunnen wij dezelfde overtuiging hebben als David?
JEHOVAH kan ons standvastig maken in het christelijke geloof, zodat wij ons als zijn opgedragen dienstknechten aan het ware christendom kunnen vasthouden (Romeinen 14:4). Derhalve kunnen wij dezelfde overtuiging hebben als de psalmist David, die ertoe werd bewogen te zingen: „Mijn hart is standvastig, o God” (Psalm 108:1). Als ons hart standvastig is, zullen wij gemotiveerd zijn overeenkomstig onze opdracht aan God te leven. En door naar hem op te zien voor leiding en sterkte kunnen wij er blijk van geven onwankelbaar en vastberaden te zijn in ons besluit en geloof als rechtschapenheidbewaarders, daarbij „altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer”. — 1 Korinthiërs 15:58.
2, 3. Wat is de strekking van Paulus’ in 1 Korinthiërs 16:13 opgetekende aansporingen?
2 In de aansporingen die de apostel Paulus aan Jezus’ volgelingen in het oude Korinthe richtte, maar die beslist ook op hedendaagse christenen van toepassing zijn, zei hij: „Blijft wakker, staat vast in het geloof, gedraagt u als mannen, wordt sterk” (1 Korinthiërs 16:13). In het Grieks staat elk van deze geboden in de tegenwoordige tijd waardoor het voortduren van een handeling wordt benadrukt. Wat is de strekking van deze vermaning?
3 Wij kunnen geestelijk ’wakker blijven’ door de Duivel te weerstaan en dicht bij God te blijven (Jakobus 4:7, 8). Door ons op Jehovah te verlaten, kunnen wij onze gelederen gesloten houden en ’vast in het christelijke geloof staan’. Wij — met inbegrip van de vele vrouwen onder ons — ’gedragen ons als mannen’ door God moedig als Koninkrijksverkondigers te dienen (Psalm 68:11). Wij ’worden sterk’ door voortdurend naar onze hemelse Vader op te zien voor kracht om zijn wil te doen. — Filippenzen 4:13.
4. Wat is aan onze doop als christenen voorafgegaan?
4 Wij hebben ons standpunt voor de waarheid ingenomen toen wij ons onvoorwaardelijk aan Jehovah opdroegen en dit symboliseerden door ons in water te laten dopen. Maar wat is er aan onze doop voorafgegaan? Allereerst hebben wij nauwkeurige kennis van Gods Woord in ons opgenomen (Johannes 17:3). Hierdoor werd geloof opgebouwd en werden wij ertoe bewogen berouw te hebben door oprechte droefheid over onze vroegere verkeerde handelwijze tentoon te spreiden (Handelingen 3:19; Hebreeën 11:6). Vervolgens kwam onze bekering, want wij keerden ons van onze verkeerde praktijken af teneinde een leven te leiden dat in overeenstemming was met Gods wil (Romeinen 12:2; Efeziërs 4:23, 24). Daarna hebben wij ons van ganser harte in gebed aan Jehovah opgedragen (Mattheüs 16:24; 1 Petrus 2:21). Wij hebben aan God een verzoek om een goed geweten gedaan en hebben ons als symbool van onze opdracht aan hem laten dopen (1 Petrus 3:21). Door deze stappen in gedachte te houden, zullen wij geholpen worden ons te blijven concentreren op de noodzaak voortdurende krachtsinspanningen te doen om overeenkomstig onze opdracht te leven en Jehovah met een standvastig hart te blijven dienen.
Zet uw speurtocht naar nauwkeurige kennis voort
5. Waarom dienen wij schriftuurlijke kennis in ons op te blijven nemen?
5 Om overeenkomstig onze opdracht aan God te leven, moeten wij geloofopbouwende schriftuurlijke kennis blijven verwerven. Wat was het een vreugde om geestelijk voedsel tot ons te nemen toen wij voor het eerst met Gods waarheid in contact kwamen! (Mattheüs 24:45-47) Die „maaltijden” waren heerlijk — en wij werden er geestelijk goed door gevoed. Nu is het van levensbelang dat wij waardevol geestelijk voedsel tot ons blijven nemen opdat wij als Jehovah’s opgedragen dienstknechten een standvastig hart behouden.
6. Hoe bent u misschien geholpen een oprechte waardering voor de waarheid te ontwikkelen?
6 Het vergt moeite om meer kennis van de Schrift te verwerven. Het is alsof men naar verborgen schatten zoekt — iets wat inspanning vereist. Maar hoe lonend is het om „de kennis van God” te vinden! (Spreuken 2:1-6) Toen een Koninkrijksverkondiger voor het eerst met u de bijbel bestudeerde, heeft hij of zij misschien het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt gebruikt. Het kan heel wat tijd hebben gekost om elk hoofdstuk door te nemen, misschien in meer dan één studieperiode. Het heeft u tot voordeel gestrekt dat de genoemde schriftplaatsen werden gelezen en besproken. Als een punt moeilijk te vatten was, werd het uitgelegd. Degene die uw bijbelstudie leidde, bereidde zich goed voor, bad om Gods geest en hielp u een oprechte dankbaarheid voor de waarheid te ontwikkelen.
7. Waardoor verwerft een persoon de bekwaamheid anderen Gods waarheid te onderwijzen?
7 Deze inspanningen waren passend, want Paulus schreef: „Een ieder die mondeling in het woord wordt onderwezen, [moet] degene die dat mondelinge onderricht geeft, in alle goede dingen laten delen” (Galaten 6:6). De Griekse tekst geeft hier te kennen dat men de leringen van Gods Woord in de geest en het hart van degene die ’mondeling wordt onderwezen’, laat doorklinken. Omdat u op die manier bent onderwezen, komt u ervoor in aanmerking zelfs anderen te onderwijzen (Handelingen 18:25). Om trouw te zijn aan uw opdracht, moet u uw geestelijke gezondheid en standvastigheid bewaren door voortdurend Gods Woord te bestuderen. — 1 Timotheüs 4:13; Titus 1:13; 2:2.
Houd uw berouw en bekering in gedachte
8. Hoe is het mogelijk een godvruchtig gedrag te bewaren?
8 Herinnert u zich de verlichting die u ondervond toen u de waarheid leerde kennen, berouw had en vervolgens voelde dat God u op basis van geloof in Jezus’ loskoopoffer vergeven had? (Psalm 32:1-5; Romeinen 5:8; 1 Petrus 3:18) U zult beslist niet naar een zondig leven willen terugkeren (2 Petrus 2:20-22). Geregeld tot Jehovah bidden is een van de dingen die u zullen helpen een godvruchtig gedrag te bewaren, overeenkomstig uw opdracht te leven en Jehovah getrouw te blijven dienen. — 2 Petrus 3:11, 12.
9. Welke handelwijze dienen wij te volgen nu wij ons van zondige praktijken hebben afgekeerd?
9 Ga er, aangezien u zich hebt bekeerd door u van zondige praktijken af te keren, mee voort Gods hulp te zoeken om in uw hart standvastig te blijven. In feite reed u op de verkeerde weg maar hebt u een betrouwbare kaart geraadpleegd en bent u op de juiste weg gaan rijden. Verdwaal nu niet. Blijf op Gods leiding vertrouwen en wees vastbesloten op de weg ten leven te blijven. — Jesaja 30:20, 21; Mattheüs 7:13, 14.
Vergeet nooit uw opdracht en doop
10. Welke punten dienen wij in gedachte te houden met betrekking tot onze opdracht aan God?
10 Houd in gedachte dat u zich in gebed aan Jehovah hebt opgedragen, met een eeuwigheid van getrouwe dienst in het vooruitzicht (Judas 20, 21). Opdracht betekent een afzonderen, of afscheiden, voor een heilig doel (Leviticus 15:31; 22:2). Uw opdracht was noch een tijdelijke overeenkomst noch een verplichting jegens mensen. Het was een blijvende opdracht aan de Universele Soeverein, en er in overeenstemming mee leven, vereist dat wij ons hele leven loyaal aan God blijven. Ja, ’of wij nu leven of sterven, wij behoren Jehovah toe’ (Romeinen 14:7, 8). Ons geluk hangt af van onze onderworpenheid aan zijn wil en van het feit of wij hem met een standvastig hart blijven dienen.
11. Waarom dient u uw doop en de betekenis ervan in gedachte te houden?
11 Houd altijd in gedachte dat uw doop een symbool is van het feit dat u zich van ganser harte aan God hebt opgedragen. Het was geen gedwongen doop, want u hebt die beslissing uit uzelf genomen. Bent u nu vastbesloten om uw wil voor de rest van uw leven in overeenstemming met Gods wil te gebruiken? U hebt aan God een verzoek gedaan om een goed geweten en bent als symbool van uw opdracht aan hem gedoopt. Behoud dat goede geweten door overeenkomstig uw opdracht te leven, en de rijke zegen van Jehovah zal op u rusten. — Spreuken 10:22.
Uw wil speelt een rol
12, 13. Hoe houdt onze eigen wil verband met opdracht en doop?
12 Ja, opdracht en doop hebben miljoenen mensen over de hele aarde grote zegeningen gebracht. Wanneer wij onze opdracht aan God symboliseren door ons in water te laten dopen, sterven wij ten aanzien van onze vroegere levenswijze maar niet ten aanzien van onze eigen wil. Als gelovigen die het juiste onderricht hebben ontvangen, hebben wij in feite onze eigen wil aangewend toen wij ons in gebed aan God opdroegen en ons lieten dopen. De stap van de opdracht en de doop vereist dat wij vaststellen wat Gods wil is en dan weloverwogen verkiezen die te doen (Efeziërs 5:17). Aldus imiteren wij Jezus die zijn wil aanwendde toen hij zijn timmermansambacht opgaf, gedoopt werd en zich volledig wijdde aan het doen van de wil van zijn hemelse Vader. — Psalm 40:7, 8; Johannes 6:38-40.
13 Jehovah God nam zich voor dat zijn Zoon „door middel van lijden tot volmaaktheid” gebracht zou worden. Derhalve moest Jezus zijn wil aanwenden om zulk lijden in getrouwheid te verduren. Daarom heeft hij, „met sterk geroep en tranen, smekingen en ook smeekbeden opgedragen”, „en hij werd wegens zijn godvruchtige vrees verhoord” (Hebreeën 2:10, 18; 5:7, 8). Als wij een soortgelijke eerbiedige vrees voor God tentoonspreiden, zullen ook wij beslist „verhoord” worden en kunnen wij het vaste vertrouwen hebben dat Jehovah ons als zijn opgedragen Getuigen standvastig zal maken. — Jesaja 43:10.
U kunt een standvastig hart behouden
14. Waarom dienen wij dagelijks de bijbel te lezen?
14 Wat zal u helpen een standvastig hart te behouden en aldus overeenkomstig uw opdracht aan God te leven? Lees de bijbel dagelijks teneinde steeds meer toe te nemen in kennis van Gods Woord. Dit is iets waartoe „de getrouwe en beleidvolle slaaf” ons voortdurend aanspoort. Zulke raad wordt gegeven omdat, willen wij overeenkomstig onze opdracht leven, wij in Gods waarheid moeten blijven wandelen. Indien Jehovah’s organisatie bewust valse leringen zou onderschrijven, zou Jehovah’s Getuigen en degenen tot wie zij prediken nooit de raad worden gegeven de bijbel te lezen.
15. (a) Wat dient bij het nemen van beslissingen beschouwd te worden? (b) Waarom kan gezegd worden dat voor christenen werelds werk wat belangrijkheid betreft op de tweede plaats komt?
15 Beschouw bij het nemen van beslissingen altijd welke uitwerking ze zullen hebben op het nakomen van uw opdracht aan Jehovah. Dit kan verband houden met uw werelds werk. Doet u pogingen om uw werk tot de bevordering van de ware aanbidding te laten bijdragen? Hoewel werkgevers in het algemeen vinden dat opgedragen christenen betrouwbaar en doeltreffend zijn, merken zij ook op dat Getuigen van Jehovah niet gedreven worden door de ambitie om vooruit te komen in de wereld en niet met anderen wedijveren om de meest lucratieve posities. Dit komt omdat de Getuigen zich niet ten doel stellen rijkdom, roem, aanzien of macht te verkrijgen. Voor degenen die overeenkomstig hun opdracht aan God leven, is het doen van Gods wil van het grootste belang. Een wereldse baan die hen in staat stelt in hun levensonderhoud te voorzien, is een werk dat wat belangrijkheid betreft op de tweede plaats komt. Net als voor de apostel Paulus is hun roeping, of voornaamste bezigheid, de christelijke bediening (Handelingen 18:3, 4; 2 Thessalonicenzen 3:7, 8; 1 Timotheüs 5:8). Kent u de Koninkrijksbelangen steeds de eerste plaats in uw leven toe? — Mattheüs 6:25-33.
16. Wat kunnen wij doen als overmatige bezorgdheid het moeilijk maakt om overeenkomstig onze opdracht aan God te leven?
16 Het kan zijn dat sommigen bijna overweldigd werden door verscheidene bezorgdheden voordat zij de waarheid leerden kennen. Maar hoe werd hun hart van vreugde, dankbaarheid en liefde voor God vervuld toen zij de Koninkrijkshoop aanvaardden! Wanneer zij nadenken over de zegeningen die hun sindsdien ten deel gevallen zijn, zullen zij geholpen worden overeenkomstig hun opdracht aan Jehovah te leven. Maar wat kan er worden gedaan als overmatige bezorgdheid over problemen waarmee men in dit samenstel te kampen heeft nu dreigt „het woord van God” te verstikken, net als dorens kunnen voorkomen dat zaailingen hun volle rijpheid bereiken? (Lukas 8:7, 11, 14; Mattheüs 13:22; Markus 4:18, 19) Als u voelt dat dit u of uw gezin begint te overkomen, werp dan uw bezorgdheid op Jehovah en bid of hij u zal helpen in liefde en waardering te groeien. Als u uw last op hem werpt, zal hij u steunen en u de kracht geven hem met een standvastig hart blijmoedig te blijven dienen. — Psalm 55:22; Filippenzen 4:6, 7; Openbaring 2:4.
17. Hoe kunnen wij het hoofd bieden aan zware beproevingen?
17 Blijf geregeld tot Jehovah God bidden, net zoals u bad toen u zich aan hem opdroeg (Psalm 65:2). Wanneer u in de verleiding komt iets verkeerds te doen of wanneer u met een zware beproeving wordt geconfronteerd, zoek dan Gods leiding en zijn hulp en geef daaraan gehoor. Houd de noodzaak van geloof in gedachte, want de discipel Jakobus schreef: „Schiet iemand van u . . . te kort in wijsheid [om het hoofd te bieden aan een beproeving], dan moet hij God blijven vragen, want hij geeft aan allen edelmoedig en zonder verwijt; en ze zal hem gegeven worden. Maar hij moet in geloof blijven vragen, zonder ook maar enigszins te twijfelen, want wie twijfelt, is gelijk een golf van de zee, die door de wind gedreven en heen en weer geslingerd wordt. Die mens moet feitelijk niet menen dat hij iets van Jehovah zal ontvangen; hij is een besluiteloos man, ongestadig in al zijn wegen” (Jakobus 1:5-8). Als een beproeving overweldigend schijnt, kunnen wij van het volgende verzekerd zijn: „Geen verzoeking is over u gekomen behalve die welke mensen gemeen is. Maar God is getrouw, en hij zal niet toelaten dat gij wordt verzocht boven hetgeen gij kunt dragen, maar met de verzoeking zal hij ook voor de uitweg zorgen, opdat gij ze kunt doorstaan.” — 1 Korinthiërs 10:13.
18. Wat kunnen wij doen als een ernstige verborgen zonde ons vaste besluit om overeenkomstig onze opdracht aan Jehovah te leven ondermijnt?
18 Wat kunt u doen als een ernstige verborgen zonde uw geweten kwelt waardoor uw vaste besluit om overeenkomstig uw opdracht aan God te leven wordt ondermijnd? Als u berouw hebt, kunt u troost putten uit de wetenschap dat Jehovah ’een gebroken en verbrijzeld hart niet zal verachten’ (Psalm 51:17). Roep de hulp in van liefdevolle christelijke ouderlingen, in de wetenschap dat zij — in navolging van Jehovah — uw wens om weer in een goede verhouding met uw hemelse Vader te komen, niet lichtvaardig zullen opvatten (Psalm 103:10-14; Jakobus 5:13-15). Vervolgens zult u, met hernieuwde geestelijke kracht en een standvastig hart, in staat zijn om rechte paden voor uw voeten te maken en de gelegenheid vinden overeenkomstig uw opdracht aan God te leven. — Hebreeën 12:12, 13.
Blijf met een standvastig hart dienst verrichten
19, 20. Waarom is het van levensbelang dat wij overeenkomstig onze opdracht blijven leven?
19 In deze kritieke tijden moeten wij ons best doen overeenkomstig onze opdracht te leven en God met een standvastig hart blijven dienen. Jezus zei: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden” (Mattheüs 24:13). Aangezien wij in „de laatste dagen” leven, kan het einde te allen tijde komen (2 Timotheüs 3:1). Bovendien kan niemand van ons er zeker van zijn dat hij morgen nog in leven is (Jakobus 4:13, 14). Het is dus van levensbelang dat wij in deze tijd overeenkomstig onze opdracht blijven leven!
20 De apostel Petrus beklemtoonde dit in zijn tweede brief. Hij toonde aan dat zoals de goddelozen in de Vloed omkwamen, ook de symbolische aarde, of goddeloze mensenmaatschappij, gedurende „Jehovah’s dag” vernietigd zal worden. Petrus zei derhalve: „Wat voor mensen behoort gij dan wel te zijn in heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding”! Ook drong hij er bij hen op aan: „Geliefden, weest, nu gij dit vooruit weet, op uw hoede dat gij u niet . . . laat meeslepen [door valse leraren en goddeloze mensen] en uw eigen standvastigheid verliest” (2 Petrus 3:5-17). Wat zou het tragisch zijn als een gedoopte persoon zou afdwalen en zijn of haar leven zou beëindigen als iemand die in gebreke was gebleven een standvastig hart te behouden!
21, 22. Hoe zijn de woorden van Psalm 57:7 in het geval van David en van ware christenen waar gebleken?
21 Uw vaste besluit om overeenkomstig uw opdracht aan God te leven, kan heel goed versterkt worden als u de gelukkige dag van uw doop in gedachte houdt en Gods hulp zoekt opdat uw woorden en daden zijn hart zullen verheugen (Spreuken 27:11). Jehovah stelt zijn dienstknechten nooit teleur, en wij dienen hem beslist getrouw te zijn (Psalm 94:14). Hij toonde barmhartigheid en medelijden toen hij de plannen van de vijand verijdelde en David bevrijdde. David, die hier heel dankbaar voor was, uitte de standvastigheid, de onwrikbaarheid, van zijn liefde voor zijn Bevrijder. Met een intens gevoel zong hij: „Mijn hart is standvastig, o God, mijn hart is standvastig. Ik wil zingen en melodieën spelen.” — Psalm 57:7.
22 Net als David zijn ware christenen in hun toewijding aan God niet aan het wankelen gebracht. Met een standvastig hart schrijven zij hun bevrijding en behoud toe aan Jehovah, voor wie zij vreugdevol lofzangen zingen. Als uw hart standvastig is, zal het zich op God verlaten, en met zijn hulp zult u overeenkomstig uw opdracht kunnen leven. Ja, u kunt zijn als „de rechtvaardige”, over wie de psalmist zong: „Zelfs voor slecht nieuws zal hij niet bevreesd zijn. Zijn hart is standvastig, ertoe gebracht zich op Jehovah te verlaten” (Psalm 112:6, 7). Met geloof in God en volledig vertrouwen in hem, kunt u overeenkomstig uw opdracht leven en Jehovah met een standvastig hart blijven dienen.
Kunt u zich dit herinneren?
• Waarom dienen wij nauwkeurige kennis van de bijbel in ons op te blijven nemen?
• Waarom dienen wij ons berouw en onze bekering in gedachte te houden?
• Hoe strekt het ons tot voordeel wanneer wij onze opdracht en doop in gedachte houden?
• Wat zal ons helpen Jehovah met een standvastig hart te blijven dienen?
[Illustraties op blz. 18]
Door de christelijke bediening tot ons voornaamste werk te maken, worden wij geholpen Jehovah met een standvastig hart te blijven dienen
[Illustratie op blz. 18]
Behoudt u uw geestelijke gezondheid door dagelijks Gods Woord te lezen?