14 David zei tegen Gad: ‘Ik weet me geen raad. Laat ons alsjeblieft in handen van Jehovah vallen,+ want hij is heel barmhartig,+ maar laat me niet in de handen van mensen vallen.’+
14 David zei tegen Gad: ‘Ik weet me geen raad. Laat ons alsjeblieft in handen van Jehovah vallen,+ want hij is heel barmhartig,+ maar laat me niet in de handen van mensen vallen.’+