2 Waarom was er dan niemand toen ik kwam?
Waarom antwoordde niemand toen ik riep?+
Is mijn hand te kort om te verlossen
of heb ik geen kracht om te redden?+
Kijk! Ik leg de zee droog met mijn bestraffing,+
ik verander rivieren in een woestijn.+
Door gebrek aan water rotten de vissen weg
en ze sterven van dorst.