-
Jesaja 50:2Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
-
-
2 Wat is de reden dat, toen ik kwam, er geen mens* was?+ Toen ik riep, er niemand antwoordde?+ Is mijn hand dan in feite zo kort geworden dat ze niet verlossen kan,+ of is er in mij geen kracht om te bevrijden? Ziet! Met mijn bestraffing+ leg ik de zee droog;+ ik maak rivieren tot een wildernis.+ Hun vissen stinken, omdat er geen water is, en ze sterven van dorst.+
-