11 Aäron moet de stier voor het zondeoffer, die voor hemzelf is, aanbieden en verzoening doen voor zichzelf en zijn huis. Daarna moet hij de stier voor het zondeoffer, die voor hemzelf is, slachten.+
11 En Aä̱ron moet de stier van het zondeoffer, die voor hemzelf* is, aanbieden en verzoening doen ten behoeve van zichzelf en zijn huis; en hij moet de stier van het zondeoffer, die voor hemzelf is, slachten.+