4 De afstammelingen van Jozef vormden twee stammen:+ Manasse en Efraïm.+ Maar aan de Levieten werd geen deel van het land gegeven, behalve steden+ om in te wonen en weidegrond voor hun vee en hun eigendommen.+
4 Want de zonen van Jo̱zef waren tot twee stammen geworden:+ Mana̱sse+ en E̱fraïm;+ en men had aan de levieten geen aandeel in het land gegeven, behalve steden+ om erin te wonen en de daarbij behorende weidegronden voor hun vee en hun bezit.+