9 Nu zaten de mannen van de hinderlaag in haar binnenkamer,+ en zij zei vervolgens tot hem: „De Filistijnen+ over u, Si̱mson!” Toen trok hij de pezen in tweeën, net als een van vlasafval gedraaide draad in tweeën scheurt wanneer hij vuur ruikt.+ En zijn kracht werd niet bekend.+