2 Op een gegeven moment viel Aha̱zia door het traliewerk van zijn dakvertrek in Sama̱ria, en hij raakte gewond. Hij stuurde daarom boodschappers op weg en zei tegen ze: ‘Ga Baäl-Ze̱bub, de god van E̱kron,+ raadplegen en vraag of ik van deze verwondingen zal herstellen.’+
2 Toen viel+ Aha̱zia door het traliewerk in zijn dakvertrek,+ dat te Sama̱ria was, en werd ziek. Hij zond daarom boden en zei tot hen: „Gaat Ba̱äl-Ze̱bub,*+ de god* van E̱kron,+ raadplegen,+ of ik van deze ziekte zal herstellen.”+