7 Hij behandelt niemand slecht+ en geeft de schuldenaar zijn onderpand terug.+ Hij berooft niemand,+ maar hij geeft zijn eigen voedsel aan wie honger heeft+ en bedekt wie naakt is met een kledingstuk.+
7 en geen mens placht hij slecht te behandelen;+ het pand dat hij nam voor schuld gaf hij altijd terug;+ niets placht hij weg te roven;+ de hongerige gaf hij altijd zijn eigen brood+ en de naakte placht hij te bedekken met een kledingstuk;+