7 Toen ze vertrokken, begon Jezus tegen de menigte over Johannes te spreken: ‘Waar zijn jullie in de woestijn naar gaan kijken?+ Naar een rietstengel die heen en weer beweegt in de wind?+
7 Terwijl dezen heengingen, begon Jezus betreffende Joha̱nnes tot de scharen te zeggen: „Wat zijt GIJ in de wildernis gaan aanschouwen?+ Een riet dat door de wind heen en weer bewogen wordt?+