27 Uiteindelijk kwam Jakob bij zijn vader Isaäk in Ma̱mré,+ in Ki̱rjath-A̱rba, oftewel He̱bron. Zowel Abraham als Isaäk had daar als vreemdeling gewoond.+
27 Ten slotte kwam Ja̱kob bij zijn vader I̱saäk, te Ma̱mré,+ te Ki̱rjath-A̱rba,+ dat wil zeggen He̱bron, waar A̱braham en ook I̱saäk als vreemdeling hadden vertoefd.+