2 Er sloten zich allerlei mensen bij hem aan die in moeilijkheden zaten, schulden hadden of verbitterd* waren, en hij werd hun aanvoerder. Er waren ongeveer 400 mannen bij hem.
2 Voorts verzamelden zich tot hem+ alle mannen die in het nauw zaten+ en alle mannen die een schuldeiser hadden+ en alle mannen die verbitterd van ziel waren,+ en hij werd overste* over hen;+ en er kwamen ongeveer vierhonderd man bij hem.