2 Zowel gisteren als vóór die tijd,+ toen Saul nog koning over ons was, werdt gíȷ́ degene die I̱sraël deedt uittrekken en terugbracht.+ Voorts heeft Jehovah tot u gezegd: ’Gíȷ́ zult mijn volk I̱sraël weiden,+ en gíȷ́ zult leider+ worden over I̱sraël.’”