29 Houd uw ogen dag en nacht gericht op dit huis — de plaats waarover u hebt gezegd: “Mijn naam zal daar zijn”+ — en luister naar het gebed dat uw dienaar in de richting van deze plaats uitspreekt.+
29 opdat uw ogen nacht en dag geopend mogen blijken te zijn+ naar dit huis, naar de plaats waarvan gij hebt gezegd: ’Mijn naam zal daar blijken te zijn’,+ om te luisteren naar het gebed waarmee uw knecht in de richting van deze plaats bidt.+