4 ’Dit heeft Jehovah, de God van I̱sraël, gezegd: „Ziet, ik keer de oorlogswapens die in UW hand zijn om, waarmee GIJ strijdt tegen de koning van Ba̱bylon+ en tegen de Chaldeeën+ die U buiten de muur belegeren, en ik wil hen in het midden van deze stad bijeenbrengen.+