6 En als iemand hem vraagt: “Wat voor wonden heb je daar tussen je schouders?”,* zal hij antwoorden: “Die wonden heb ik opgelopen in het huis van mijn vrienden.”’*
6 En men moet tot hem zeggen: ’Wat zijn deze wonden* [aan u] tussen uw handen?’ En hij zal moeten zeggen: ’Die waarmee ik in het huis van wie mij intens liefhadden, ben geslagen.’”*