-
MattheüsIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
6:2 w78 1/11 10-11; g77 8/8 28; w71 604; w69 600; g66 22/7 5; w65 419; w63 23, 200; w62 196; g62 22/1 4; w58 707
-
-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 6Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
giften aan de armen: Of ‘gaven van barmhartigheid’. Het Griekse woord eleemosune, traditioneel vertaald met ‘aalmoes’, is verwant aan de Griekse woorden voor ‘barmhartigheid’ en ‘barmhartigheid tonen’. Het duidt op geld of voedsel dat uit vrije wil werd gegeven om de armen te ondersteunen.
rondbazuinen: Het blazen op een trompet of bazuin zou de aandacht trekken. Kennelijk is het hier figuurlijk bedoeld in de zin dat iemand zijn eigen liefdadigheid niet overal moet rondvertellen.
huichelaars: Het Griekse woord hupokrites duidde oorspronkelijk op Griekse (en later Romeinse) toneelspelers die grote maskers droegen om hun stem te versterken. In de loop van de tijd werd de term als metafoor gebruikt voor iemand die zijn ware bedoelingen of aard verbergt door een oneerlijk spel te spelen of door te veinzen. Jezus noemt de Joodse religieuze leiders hier huichelaars of hypocrieten (Mt 6:5, 16).
Ik verzeker jullie: Zie aantekening bij Mt 5:18.
zij hebben hun volledige beloning al gekregen: Het Griekse woord apecho, dat ‘ten volle hebben’ betekent, kwam vaak op kwitanties voor in de betekenis ‘voldaan’, ‘volledig betaald’. De huichelaars gaven om door de mensen gezien te worden, en de mensen zagen hun liefdadigheid en gaven hun daar eer voor. Zo kregen ze al de volledige beloning die ze zouden krijgen. Ze hoefden niets meer van God te verwachten.
-