Het Modelgebed
„Gij dan moet aldus bidden ’Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd. Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde. Geef ons heden ons brood voor vandaag; en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren hebben vergeven. En breng ons niet in verzoeking, maar bevrijd ons van de goddeloze.’”
U ZOU dit het gebed aller gebeden kunnen noemen. Het staat algemeen bekend als het „Onze Vader”, dat door de Heer Jezus Christus is verschaft als een model voor zijn discipelen (Matth. 6:9-13). Het zou terecht met een kostbare edelsteen vergeleken kunnen worden.
WAARDE
In de paar woorden van dit gebed liggen kostbare gedachten van grote betekenis opgesloten. Evenals in het geval van een kostbare steen, is de waarde ervan bijzonder hoog. Diamanten zijn bijvoorbeeld 120 maal zeldzamer dan goud. De waarde van een diamant wordt verhoogd door de verschillende facetten ervan.
FACETTEN
Deze worden verkregen door de diamant zorgvuldig te slijpen. De hoeken moeten zuiver zijn, om een maximum aan schittering te verschaffen. Evenzo schijnt elk facet van het Modelgebed met zijn eigen pracht.
DUURZAAM
’Diamanten zijn eeuwig.’ Hebt u zich gerealiseerd dat er bijna tweeduizend jaar zijn verstreken sinds Jezus het Modelgebed aan zijn discipelen leerde? De waarde ervan is niet afgenomen. Laten wij deze kostbare edelsteen dus eens van dichterbij bekijken. Wat houdt dit gebed in?
Dingen die met God te maken hebben, komen op de eerste plaats
Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd.
De persoonlijke naam van God is Jehovah. Jezus ’maakte de naam van zijn Vader openbaar’ aan zijn discipelen door Gods persoonlijke naam te gebruiken en hen bekend te maken met Gods eigenschappen. Zij heiligden die naam op hun beurt door hem als iets heiligs te behandelen, door anderen erover te vertellen en door bekend te maken dat het Gods voornemen is zijn naam ten aanschouwen van de gehele schepping te heiligen. Als ’een volk voor Gods naam’ dienen christenen er altijd naar te streven zich op een wijze te gedragen die de Naam waardig is. — Ps. 83:18; Joh. 17:6; Hand. 15:14.
Uw koninkrijk kome.
Het Koninkrijk is Gods hemelse regering, het werktuig door middel waarvan de mensheid zich in werkelijke zekerheid zal kunnen verheugen en volledig van het leven zal kunnen genieten. Het is reeds in de hemel opgericht, en de Koning ervan, Christus Jezus, die door Jehovah God zelf is gezalfd, zal binnenkort over de gehele aarde regeren. Aangezien het Koninkrijk een machtige regering is, zal het handelend optreden tegen de onvolmaakte en onderdrukkende stelsels die nu bestaan. „Het zal al deze koninkrijken [de huidige politieke machten] verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.” — Dan. 2:44; 7:13, 14.
Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde.
Het is Gods wil dat alle goddeloosheid uit het universum wordt verwijderd. „Nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn”, zegt de bijbel. God heeft een speciaal voornemen voor deze planeet. „Gij zult met mij in het Paradijs zijn”, zei Jezus tot iemand die gelijk met hem aan een paal was gehangen, waardoor hij de man hoop gaf op een paradijsaarde te leven. Gods voornemen omvat tevens een opstanding van de doden, „van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen”. Het is zijn wil dat „alle soorten van mensen worden gered”. — Ps. 37:10; Luk. 23:43; Hand. 24:15; 1 Tim. 2:3, 4.
Dingen die met onze behoeften te maken hebben, komen op de tweede plaats
Geef ons heden ons brood voor vandaag;
Ons verzoek om de noodzakelijke levensbehoeften dient bescheiden te zijn. Vraag slechts om het voedsel „voor vandaag”. Jezus zei terecht: „Ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit.” Als wij hem geloven, zal ons leven niet uitsluitend gewijd zijn aan het verwerven van stoffelijke bezittingen. „Wanneer wij . . . voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.” Door te zeggen: „Geef ons”, leerde Jezus ons ook de behoeften van anderen in gedachte te houden. — Luk. 12:15; 1 Tim. 6:8.
en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren hebben vergeven.
Wij hebben Gods vergeving nodig. „Indien wij de bewering uiten: ’Wij hebben geen zonde’, misleiden wij onszelf en de waarheid is niet in ons. Indien wij onze zonden belijden, dan is [God] getrouw en rechtvaardig om ons onze zonden te vergeven en ons van alle onrechtvaardigheid te reinigen.” „Wij [hebben] een helper bij de Vader, Jezus Christus, een rechtvaardige” — mits wij natuurlijk oprecht geloof stellen in de voorziening die God door bemiddeling van Jezus Christus voor vergeving heeft getroffen. Ook moeten wij zelf vergevensgezind zijn. — 1 Joh. 1:8, 9; 2:1, 2.
En breng ons niet in verzoeking, maar bevrijd ons van de goddeloze.
„De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze”, Satan de Duivel. God verleidt niemand tot het doen van kwaad, maar onze begeerten kunnen ons verlokken. God verschaft deugdelijke bijbelse beginselen en opbouwende christelijke omgang om ons te helpen ons van verleiding af te keren en om ons tegen goddeloosheid te beschermen. Wij moeten derhalve in harmonie met ons gebed werken. „O gij die Jehovah liefhebt, haat het slechte. . . . Uit de hand van de goddelozen bevrijdt hij” zijn loyalen. — 1 Joh. 5:19; Ps. 97:10.