15 Aan de een gaf hij vijf talenten,* aan de ander twee en aan weer een ander één, waarbij hij rekening hield met hun mogelijkheden. Toen vertrok hij naar het buitenland.
15 En hij gaf aan de een vijf talenten,* aan een ander twee, aan weer een ander één, een ieder naar zijn eigen bekwaamheid,+ en hij ging naar het buitenland.
talenten: Het Griekse talent was geen munt maar een gewichts- en geldeenheid. Eén Grieks zilveren talent woog 20,4 kg en was ongeveer 6000 drachme of Romeinse denarii waard. Voor een gewone arbeider was dat het equivalent van zo’n 20 jaar loon. (Zie App. B14.)