21 “Goed gedaan!”, zei zijn meester. “Je bent een goede en trouwe slaaf. Omdat je de weinige dingen trouw hebt beheerd, zal ik je over veel dingen aanstellen.+ Kom, deel in de vreugde van je meester.”+
21 Zijn meester zei tot hem: ’Wel gedaan, goede en getrouwe slaaf!+ Gij zijt over weinig dingen getrouw+ geweest. Ik zal u over veel dingen aanstellen.+ Ga de vreugde+ van uw meester binnen.’