-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 12Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
de heerser van deze wereld: Deze uitdrukking staat ook in Jo 14:30 en 16:11 en slaat op Satan de Duivel. In deze context duidt het woord wereld (Grieks: kosmos) op de menselijke samenleving die van God vervreemd is en waarvan het gedrag tegen zijn wil ingaat. God heeft deze onrechtvaardige wereld niet voortgebracht, ze ‘ligt in de macht van de goddeloze’ (1Jo 5:19). Satan en zijn ‘slechte geestenmachten in de hemelse gewesten’ zijn de onzichtbare ‘wereldheersers [vorm van het Griekse kosmokrator] van deze duisternis’ (Ef 6:11, 12).
worden verdreven: Jezus’ profetische woorden wijzen op een toekomstige tijd waarin Satan uit zijn positie als heerser van deze wereld zal worden gezet.
-