-
Johannes 18:37Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
-
-
37 Daarom zei Pila̱tus tot hem: „Welnu, zijt gij dan een koning?” Jezus antwoordde: „Gijzelf zegt dat ik een koning ben.+ Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben ik in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen* van de waarheid.+ Een ieder die aan de zijde van de waarheid staat,+ luistert naar mijn stem.”+
-
-
JohannesIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
18:37 w84 1/9 20; pe 60, 116; w81 15/8 19; w81 15/12 6; w79 15/4 14-15; gh 130, 144; g73 8/4 8; g67 8/1 7; w66 38, 47; w65 31; w64 314, 356; wr 38, 63; w62 746, 761; g62 22/5 28; w61 206, 260; w59 638; ni 8
-
-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 18Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
U zegt zelf dat ik een koning ben: Hiermee bevestigt Jezus dat hij een koning is (Mt 27:11; vergelijk de aantekeningen bij Mt 26:25, 64). Maar Jezus is geen koning in de betekenis die Pilatus eraan geeft, want Jezus’ Koninkrijk is ‘geen deel van deze wereld’ en vormt dus geen bedreiging voor Rome (Jo 18:33-36).
getuigen: De Griekse woorden voor ‘getuigen’ (martureo) en ‘getuigenis’, ‘getuige’ (marturia en martus) worden in de Griekse Geschriften in verschillende betekenissen gebruikt. De grondbetekenis van deze verwante woorden is het getuigen van feiten die iemand persoonlijk of uit de eerste hand kent, maar ze kunnen ook de gedachte omvatten van ‘verklaren’, ‘bevestigen’, ‘gunstig spreken over’. Jezus getuigde van waarheden waarvan hij overtuigd was en verkondigde ze. Maar daarnaast bevestigde hij door zijn manier van leven de waarheid van het profetische woord en de beloften van zijn Vader (2Kor 1:20). Gods voornemen in verband met het Koninkrijk en de Messiaanse Regeerder ervan was in detail voorspeld. Jezus heeft door zijn hele leven op aarde, dat eindigde in zijn offerdood, alle profetieën over hem vervuld, inclusief de schaduwen of voorafbeeldingen in het wetsverbond (Kol 2:16, 17; Heb 10:1). Er kan dus gezegd worden dat Jezus in woord en daad ‘getuigde van de waarheid’.
de waarheid: Jezus had het niet over waarheid in het algemeen maar over de waarheid in verband met Gods voornemens. Een belangrijk element van Gods voornemen is dat Jezus, de ‘zoon van David’, als Hogepriester en Regeerder van Gods Koninkrijk dient (Mt 1:1). Jezus legde uit dat het bekendmaken van de waarheid over dat Koninkrijk een belangrijke reden was voor zijn komst naar de mensenwereld, zijn leven op aarde en zijn bediening. De engelen verkondigden een vergelijkbare boodschap vóór en ten tijde van Jezus’ geboorte in Bethlehem in Judea, de stad waar David geboren was (Lu 1:32, 33; 2:10-14).
-