-
Aantekeningen Handelingen — Hoofdstuk 18Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
proconsul: Een provinciebestuurder voor de Romeinse senaat. Hier wordt van Gallio gezegd dat hij proconsul was van de provincie Achaje. Lukas gebruikt hier terecht de term proconsul, want Achaje was van 27 v.Chr. tot 15 n.Chr. en opnieuw vanaf 44 n.Chr. een senaatsprovincie. (Zie aantekening bij Han 13:7.) Een inscriptie in Delphi waarin naar de proconsul Gallio wordt verwezen, laat zien dat Lukas’ verslag nauwkeurig is en helpt om vast te stellen in welke periode Gallio’s ambtstermijn was.
Achaje: In de Griekse Geschriften wordt met Achaje verwezen naar de Romeinse provincie in het zuiden van Griekenland waarvan de hoofdstad Korinthe was. Nadat Caesar Augustus in 27 v.Chr. de twee Griekse provincies Macedonië en Achaje had gereorganiseerd, sloeg de naam Achaje op de hele Peloponnesos en een deel van het vasteland van Griekenland. De provincie Achaje stond onder het bestuur van de Romeinse senaat en werd vanuit de hoofdstad Korinthe door een proconsul geregeerd (2Kor 1:1). Andere steden van de provincie Achaje die in de Griekse Geschriften worden vermeld, waren Athene en Kenchrea (Han 18:1, 18; Ro 16:1). Achaje en de aangrenzende provincie in het N, Macedonië, werden vaak samen genoemd (Han 19:21; Ro 15:26; 1Th 1:7, 8; zie App. B13).
-