3 Wat de wet niet kon doen+ omdat die zwak was+ vanwege het vlees, heeft God gedaan: met het oog op de zonde heeft hij zijn eigen Zoon gestuurd+ in de gedaante van het zondige vlees.+ Zo heeft hij de zonde in het vlees veroordeeld,
3 Want aangezien er een onvermogen van de zijde der Wet was,+ zwak+ als ze was vanwege het vlees, heeft God, door zijn eigen Zoon te zenden+ in de gelijkenis van het zondige vlees+ en betreffende zonde,+ de zonde in het vlees veroordeeld,