Zeloot
Het Griekse woord zelotes duidt op iemand die ijverig of enthousiast is. Na verloop van tijd werd ‘zeloot’ gebruikt voor een lid van een belangrijke militante Joodse sekte in de eerste eeuw die streed tegen de Romeinse bezetting van het thuisland van de Joden.
Het Romeinse bestuur over Judea leidde tot ernstige religieuze en politieke spanningen. Josephus, de voornaamste bron van informatie over die turbulente periode, beschreef verschillende Joodse bevrijdingsfronten die ontstonden. Een van die groepen was de zeloten. Zoals hun naam doet vermoeden, ijverden de zeloten met messiaanse vurigheid voor vrijheid van de Joden. Ze waren bereid geweld te gebruiken en ze hadden een afkeer van Joden die vrede wilden sluiten met de Romeinse overheid. De opstanden van de zeloten en anderen leidden niet tot bevrijding, maar vormden de inleiding tot een nationale ramp — de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in het jaar 70 door de Romeinen. Sommige zeloten zijn misschien gevlucht naar de vesting Masada, die bezet werd door de sicariërs (dolkstekers). In 73, na een belegering van twee jaar, pleegden de Joden in Masada massaal zelfmoord in plaats van zich over te geven.