Ontvlied de begeerten die de jeugd eigen zijn
„Ontvlied . . . de begeerten die de jeugd eigen zijn, maar streef, te zamen met hen die de Heer uit een rein hart aanroepen, rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na.” — 2 Tim. 2:22, NW.
1. Wanneer geeft men er door te vluchten, blijk van moedig te zijn, en welke voorbeelden hebben wij dienaangaande?
BEREIDHEID om te vluchten, wordt gewoonlijk als een teken van lafheid beschouwd. Wanneer men een man voor gevaar ziet vluchten, welt er in de geest van de meeste mensen een gevoel van afschuw op. Dit kan vooral van de op een dwaalspoor gebrachte opgroeiende jeugd van thans gezegd worden. Zelfs wanneer deze jongens en meisjes het bij het verkeerde eind hebben, geven zij er met hun verkeerde gevoel van moed de voorkeur aan hardnekkig voet bij stuk te houden en te strijden. Een dergelijke handelwijze vormt echter niet noodzakelijkerwijs een bewijs van moed. Men kan moed aan de dag leggen door zich rustig aan rechtvaardige beginselen te onderwerpen en zelfs door te vluchten, wanneer deze vlucht in gehoorzaamheid geschiedt aan instructies die van de juiste persoon afkomstig zijn en in het belang van het volgen van een juiste handelwijze zijn gegeven. Jozefs vlucht voor Potifars vrouw, de vlucht van Lot en zijn gezin uit Sodom en Gomorra en de vlucht van de vroege christenen uit Jeruzalem voordat deze stad in 70 n. Chr. werd vernietigd, vormen allemaal voorbeelden van een moedige vlucht door Gods gehoorzame dienstknechten. — Gen. 39:11, 12; 19:20; Matth. 24:16.
2. (a) Op welke wijze kunnen jonge mensen in de Nieuwe-Wereldmaatschappij moed aan de dag leggen, en waardoor wordt dit mogelijk gemaakt? (b) Waarom moeten zij thans moed tonen?
2 Zo staat voor jonge mensen in een christelijk gezin thans de gelegenheid open moed aan de dag te leggen door de aanvaarde wereldse gewoonte om aan elke vleselijke begeerte toe te geven, te ontvluchten. Er is een rein hart voor nodig om rechtvaardige beginselen te volgen ten einde een rein leven te leiden dat aan de dienst van God en de mens is gewijd. Zij zijn hier thans ten volle toe in de gelegenheid, omdat de waarheid betreffende datgene wat er op het gebied van een rechtvaardige levenswijze van hen wordt vereist, nu glashelder uit Gods Woord gedistilleerd kan worden. Jonge mensen hebben moed nodig, omdat er in hun omgeving van medeleerlingen op school, vrienden en vriendinnen uit de buurt en collega’s op het werk van alle zijden druk op hen wordt uitgeoefend om zich naar hun maatstaven te schikken en een slechte handelwijze te volgen. Wat is de jonge christen dan bevoorrecht wanneer hij ten volle de betekenis van Paulus’ aanmoediging begrijpt en de weg gaat bewandelen die hem daarin wordt gewezen: „Ontvlied daarom de begeerten die de jeugd eigen zijn, maar streef, te zamen met hen die de Heer uit een rein hart aanroepen, rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na.” — 2 Tim. 2:22, NW; Spr. 4:18.
3. Welke keuze moeten jeugdige personen thans doen, en waardoor zullen zij worden geholpen de juiste keuze te doen?
3 Paulus raadt aan ’rechtvaardigheid na te streven’. Hoe juist geeft dit de weg aan welke thans voor jeugdige christenen, die hun gehele toekomst nog vóór zich hebben, open ligt! Welke toekomst zullen zij hebben? Er liggen twee onderscheiden werelden vóór hen, werelden die volkomen verschillend van structuur zijn en een totaal verschillende bestemming bieden. Zij staan voor de keuze hetzij in de ene, hetzij in de andere wereld carrière te maken. Toen zij nog op school waren, werd hun in deze wereld een schitterende carrière op commercieel, politiek of religieus terrein voorgespiegeld. Aan de andere kant biedt Jehovah God de jeugd een carrière aan in de volle-tijd-dienst, welke is opgenomen in de Nieuwe-Wereldregeling waarvoor christenen bidden. Bidt u om de komst van Gods koninkrijk en of zijn wil evenals in de hemel ook op aarde mag geschieden? Het zal niet gemakkelijk zijn de juiste keuze te doen. Door de propaganda van deze oude wereld staat de jeugd onder de invloed van grote verleidingen en avontuurlijke, bedrieglijke begeerten of verlangens. Aan de andere kant ontvangen zij echter veel hulp, doordat zij door middel van de bijbel voordeel kunnen trekken van de raad die God aan Timótheüs gaf toen deze, evenals alle jeugdige personen in deze tijd, het punt had bereikt dat hij een beslissing moest nemen. De apostel Paulus gaf de jongeman de volgende instructies: „O Timótheüs, bewaar wat u is toevertrouwd, houd u buiten het bereik van de onheilige, holle klanken en de tegenstellingen der ten onrechte zo genoemde kennis. Sommigen, die woordvoerders daarvan zijn, zijn het spoor des geloofs bijster geraakt” (1 Tim. 6:20, 21). Ouders en kinderen, overdenkt deze punten zorgvuldig! Weegt de beloningen die door een stervende oude wereld worden geboden af tegen datgene wat Gods nieuwe wereld van rechtvaardigheid heeft te bieden. Neemt dan wijs en moedig de beslissing die de jonge Timótheüs nam. Hij verkoos Gods Koninkrijksbelangen te dienen.
4. (a) Waarom zijn de jongeren in de Nieuwe-Wereldmaatschappij zo anders dan alle andere jongeren in de wereld? (b) Zijn degenen die jong in jaren zijn vrijgesteld van de bediening, en welke aanmoediging heeft Jezus jeugdige personen gegeven?
4 Wegens hun liefde voor Jehovah God en de bediening die God hun heeft toegewezen, dragen christelijke jongeren, vergeleken bij alle andere jonge mensen die zich thans in de wereld bevinden, een speciale verantwoordelijkheid. Zij moeten hun speciale verantwoordelijkheid als jeugdige personen goed behartigen, aangezien zij de toekomstige opzieners van Gods gemeente zijn. Louter het feit dat zij jong in jaren zijn, betekent niet dat zij vrijgesteld zijn van het aanbidden van God en van de verantwoordelijkheid zijn wil te doen. Luistert u maar eens naar de verontschuldiging die de jonge Jeremia tegenover Jehovah God aanvoerde toen hem werd opgedragen te prediken: „Ach, Here HERE, zie, ik kan niet spreken, want ik ben jong.” En luister vervolgens naar de berisping die hij ontving, gevolgd door de waarborg dat Jehovah hem zou helpen: „Zeg niet, ik ben jong, want tot een ieder, tot wien Ik u zend, zult gij gaan, en alles wat Ik u gebied, zult gij spreken. Vrees niet voor hen, want Ik ben met u om u te bevrijden, luidt het woord des HEREN” (Jer. 1:6-8). Door een dergelijke handelwijze aan de dag te leggen, zal een christelijke jongen of een christelijk meisje de liefde en bescherming van Jehovah God en Christus Jezus ontvangen. Als Jeremia een getrouwe dienstknecht van God kon zijn, waarom zou jij dit dan niet kunnen? Laat je door niemand ontmoedigen of van je door God geschonken voorrechten afhouden. Toen sommigen in Jezus’ tijd de kinderen ervan trachtten te weerhouden tot hem te komen, zei Jezus: „Laat de kinderen geworden en verhindert ze niet tot Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen” (Matth. 19:14). Bij een andere gelegenheid zei hij: „Uit den mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt Gij lof bereid” (Matth. 21:16). Wat nemen jeugdige personen in de ogen van Jehovah God en zijn Zoon, Christus Jezus, een bevoorrechte positie in!
VERKEERDE VERLANGENS
5. Wat zijn enkele van de rages waarvoor christelijke jongeren op hun hoede moeten zijn, en waarom?
5 Evenals de jeugdige Timótheüs, die zich er ongetwijfeld krachtig tegen heeft moeten verweren niet in de gewoonten van de jeugd van zijn tijd te vervallen, moeten jonge christelijke bedienaren thans altijd op hun hoede zijn voor de ongezonde invloeden van deze wereld. Het is voor christelijke jongens en meisjes o zo gemakkelijk te bezwijken voor de algemene druk en de rages over te nemen die onder degenen met wie zij omgaan, algemeen voorkomen. Er zijn heel wat jonge mensen die graag een leven van opwinding leiden. Zij houden van de sensatie roekeloos te rijden en op gevaarlijke wijze risico’s te nemen waarbij zij alleen maar willen zien hoever zij kunnen gaan. Dit is echter heel hachelijk. Eén enkele verkeerde beweging of een kleine misrekening kan tot gevolg hebben dat men zijn leven verliest of zelfs iemand anders van het leven berooft. Zij dienen derhalve niet toe te laten dat deze wereldse rages hun leven gaan beheersen. Het is inderdaad waar dat wanneer iemand niet met de anderen meedoet, dezen hem een moederskindje, een zwakkeling en een spelbreker zullen noemen; maar wie zijn de zwakkelingen, wie zijn de spelbrekers? Degenen die niet sterk genoeg zijn om gedurfde verleidingen te weerstaan, degenen die te zwak zijn om op hun hoede te zijn voor datgene wat de Duivel hen wil laten doen en wat niet alleen henzelf zal schaden, maar wellicht ook voor andere mensen nadelig zal zijn. Ontvlied roekeloosheid.
6. Waarom moet ontuchtige en dwaze taal worden vermeden?
6 Jeugdige christenen dienen ervoor te waken dat zij zich schuldig maken aan de ontuchtige en dwaze taal die zo algemeen is onder de jeugd van thans en waarover God zich afkeurend uitlaat — „noch schandelijk gedrag, noch dwaas gepraat, noch ontuchtig gescherts, dingen die niet welvoeglijk zijn, doch veeleer dankzegging” (Ef. 5:4, NW). De wereldse jongelui vinden een dergelijk gedrag wellicht flink. Misschien denken zij zelfs wel dat zij erdoor worden gehard en dat zij zo móeten zijn om populair te worden. Er zullen er ook zijn die een dergelijk optreden als een teken van volwassenheid beschouwen, maar dit is niet het geval. Het duidt alleen op zwakheid, een povere woordenschat en wereldsgezindheid. Als christenen de wereldse jongelui beginnen na te doen en hun onfatsoenlijke, weerzinwekkende taal beginnen te spreken, zullen zij spoedig net zo gaan denken. Aangezien een dergelijke denkwijze niet met Gods gedachten strookt, zal hun geloof erdoor worden verzwakt. Als zij ermee doorgaan, zal hun geloof volledig verdwijnen. Zij zullen dan ook geen juiste verlangens meer koesteren. Alles zullen zij kwijt zijn, en dat alleen maar door het zaad van ontuchtige taal.
7. Uit welke schriftuurlijke vermaning blijkt dat het niet goed is ’iemand een poets te bakken’?
7 Het is voor een dienstknecht van God niet betamelijk iemand „een poets te bakken”. Dergelijke ruwe grappen kunnen veel schade aanrichten. Hoe onschriftuurlijk het is zich hieraan schuldig te maken, blijkt uit de volgende woorden in Spreuken: „Zoals een dolleman, die brandende pijlen en dodelijke schichten afschiet, zo is hij, die zijn naaste bedriegt [beetneemt, NW] en zegt: Deed ik het niet voor de grap?” (Spr. 26:18, 19) Het korte ogenblikje dat men plezier heeft gehad van wat „iemand een poets bakken” wordt genoemd, kan voor een ander dus betekenen dat hij dodelijke schichten of pijlen heeft moeten incasseren. Vraag uzelf, voordat u iemand een poets bakt, derhalve af: „Hoe zou ik het vinden wanneer iemand zo’n grap met mij zou uithalen?” Wij dienen ons nooit te vermaken ten koste van de verlegenheid of pijnlijke situatie waarin iemand anders verkeert.
8. Aan welke gevaren is men blootgesteld wanneer men teveel door sport in beslag wordt genomen?
8 Nog een schadelijke begeerte die vermeden moet worden, is de neiging zich hetzij als deelnemer, hetzij als toeschouwer geheel door sport in beslag te laten nemen. Wanneer men toestaat dat dit gebeurt, zal de tijd op avonden waarop men Gods Woord dient te bestuderen of vergaderingen dient bij te wonen, aan de een of andere sportgebeurtenis worden gewijd. Als sport in iemands leven op de eerste plaats komt, zal de tijd op weekends — wanneer men vrij is van school en van zijn wereldse werk — niet aan de prediking van huis tot huis worden besteed, zoals Jezus en de apostelen dit deden. Een redelijke deelname aan sport kan heilzaam zijn, zoals Paulus verklaarde: „Lichamelijke oefening is heilzaam voor weinig, maar godvruchtige toewijding is heilzaam voor alles, daar ze de belofte heeft van het tegenwoordige en het toekomstige leven” (1 Tim. 4:8, NW). Het gaat erom dat men deze activiteiten binnen bepaalde grenzen houdt. Zorg ervoor dat een bepaald genoegen niet zo’n sterke begeerte wordt dat men nergens anders meer over kan denken of praten. Wanneer dat gebeurt, bestaat het gevaar dat het de desbetreffende persoon van zijn toewijding aan Jehovah God aftrekt en zijn geestelijke groei een halt toeroept, terwijl bovendien zijn vooruitzichten op eeuwig leven in gevaar worden gebracht.
9, 10. (a) Welke gevaren kleven er aan het materialisme, zoals door Paulus wordt verklaard? (b) Op welke wijze kunnen jeugdige personen de strik van het materialisme vermijden?
9 Jonge mensen koesteren vaak het verlangen en het ideaal rijkdom en wereldse bezittingen te verwerven, maar de opgroeiende jongens en meisjes in de Nieuwe-Wereldmaatschappij weten dat dit verlangen niet tot eeuwig leven leidt. Het vormt het begin van de valstrik van het materialisme. Luister maar naar de vermaning die de hemelse Vader geeft: „Wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord” (1 Tim. 6:9, 10). Wij zullen niet door deze schadelijke begeerten worden overspoeld wanneer wij weigeren onze zinnen op het verwerven van onnodige materiële dingen te zetten en ons ervoor in te spannen ze te verkrijgen. Laten wij in gedachten houden dat wanneer het materialisme onze gedáchten verovert, het óns verovert. — Spr. 23:7, NW.
10 Wij dienen ervoor te zorgen dat wij niet in een positie geraken waarin wij in de draaikolk van het materialisme weggezogen kunnen worden. Waarom zouden wij een hi-fi toestel willen hebben of over een dure sportwagen denken of over een huis dromen met een garage voor twee wagens, wanneer wij hier niet de middelen toe bezitten en erbuiten kunnen? Door naar zulke dingen te kijken en erover te denken, kan het verlangen zo groot worden dat men avonden en weekends gaat werken om voor deze dingen, die helemaal niet noodzakelijk zijn, geld bijeen te brengen. Wanneer wij deze dingen tot levensbehoeften gaan maken, zal onze aanbidding van Jehovah God worden belemmerd, omdat wij dan vergaderingen zullen overslaan en verkeerde verlangens zullen ontwikkelen en trachten te bevredigen.
11. Wat dienen wij in de manier waarop wij ons kleden, te vermijden?
11 Het verlangen om het andere geslacht te bekoren door op onbetamelijke wijze met het lichaam te koketteren, is thans zowel bij mannen als bij vrouwen groot. Wek de seksuele hartstocht niet op door onbetamelijke kleding te dragen of exhibitionistische neigingen te vertonen. Het dragen van overdreven nauwsluitende en onthullende kleding dient vermeden te worden. De jongelui van de wereld mogen dan wel denken dat zij er in dergelijke kleren modieus uitzien, maar de jeugd in de Nieuwe-Wereldmaatschappij dient zich altijd van haar positie bewust te zijn en een juist gedrag aan de dag te leggen door zich juist te kleden. Vooral jonge vrouwen dienen de raad in gedachte te houden die Petrus met betrekking tot kleding heeft gegeven: „Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met den onvergankelijken tooi van een zachtmoedigen en stillen geest, die kostbaar is in het oog van God.” — 1 Petr. 3:3, 4.
12. (a) Zijn christelijke jongeren aan beperkingen onderhevig wat het kiezen van vrienden en vriendinnen betreft? (b) Welke waarschuwing ontvingen de Israëlieten met betrekking tot slechte omgang voor hun kinderen?
12 Het is in de meeste landen een heel gewone zaak wanneer jonge mensen verkering met elkaar hebben, en deze omgang vormt dan ook een belangrijk onderdeel van hun leven. Toch is dit een aangelegenheid ten aanzien waarvan men zeer waakzaam dient te zijn. Jonge mensen denken wellicht dat zij met iedere aardige jongen of ieder aardig meisje met wie zij op school of in de buurt in contact zijn gekomen, een afspraak kunnen maken, verkering kunnen hebben en kunnen omgaan, maar dit is niet het geval. Hun omgang is beperkt. Jehovah God heeft de waarschuwende woorden geuit: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Kor. 15:33, NW). Jonge christelijke bedienaren van het evangelie hebben als gevolg van de op de bijbel gebaseerde opleiding die zij in de Nieuwe-Wereldmaatschappij hebben genoten, goede, nuttige gewoonten ontwikkeld. Opdat zij aan deze goede gewoonten zullen vasthouden, zegt God derhalve dat zij alleen het gezelschap dienen te zoeken van personen die hetzelfde geloven als zij, personen die hun leven aan het dienen van God hebben opgedragen en die opdracht hebben gesymboliseerd door zich in water te laten dopen. God heeft deze zelfde raad aan de natie Israël gegeven toen hij de ouders opdroeg niet toe te staan dat hun zoons of dochters met de jongelui van de heidense natiën rondom hen zouden trouwen of omgaan: „Gij zult u ook met hen niet verzwageren; uw dochters zult gij aan hun zonen niet geven, noch hun dochters nemen voor uw zonen” (Deut. 7:3). Indien de ouders en kinderen deze woorden niet ter harte zouden nemen, zou het gevaar bestaan dat de kinderen de aanbidding die God toekwam, zouden vergeten, waardoor zij hun eeuwige vernietiging zouden bewerkstelligen. „Want zij zouden uw zonen van Mij doen afwijken, zodat zij andere goden zouden dienen, en de toorn des HEREN tegen u zou ontbranden en Hij u weldra zou verdelgen.” — Deut. 7:4.
13. Wat zijn de schadelijke gevolgen en gevaren van hartstochtelijk gevrij?
13 Het is van het grootste belang gedurende de verkeringsperiode een juist gedrag aan de dag te leggen, aangezien het gevaarlijk is de krachtige seksuele impulsen teveel te stimuleren. Men kan hier beslist niet lichtvaardig over denken. Wanneer men toestaat dat men door hartstochtelijk gevrij overmatig wordt geprikkeld en zich dan bewust wordt van de beperkingen die hem door de wet van God zijn opgelegd, als gevolg waarvan de seksuele begeerten niet tot een hoogtepunt gevoerd kunnen worden, welke situatie ontstaat dan? Men blijft in een uitermate nerveuze en emotioneel onevenwichtige toestand achter. Aangezien dit zowel in geestelijk als in mentaal en fysiek opzicht schadelijk is, dient een dergelijke handelwijze vermeden te worden. Ze zou tot immoraliteit kunnen leiden, en God waarschuwt hiertegen wanneer hij zegt: „Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, . . . nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven” (Gal. 5:19-21). Geef u niet over aan deze losbandige gedragingen, die zo gemakkelijk tot het verlies van het leven kunnen leiden. Christelijke ouders dienen altijd te weten waar hun kinderen zijn, terwijl tieners ervoor dienen te zorgen dat zij zich nooit behoeven te schamen wanneer zij hun ouders vertellen waar zij zijn geweest en wat zij hebben gedaan.
JUISTE VERLANGENS AANKWEKEN
14. Voor wie moeten jeugdige personen respect hebben?
14 Het is voor jeugdige personen van het grootste belang dat zij respect ontwikkelen voor anderen en in het dagelijks leven gehoorzaam zijn aan degenen die boven hen staan. Laten zij gehoorzaam zijn aan hun ouders, aan de organisatie van Jehovah God en aan de opzieners die God in zijn gemeente heeft geplaatst. Er zijn heel wat jeugdige personen die zich hier niet aan houden, en dat ondanks de schriftuurlijke aanmoediging: „Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in den Here, want dat is recht. Eer uw vader en uw moeder — dit is immers het eerste gebod, met een belofte — opdat het u welga en gij lang leeft op aarde” (Ef. 6:1-3). Beschouw maar eens wat er in Elisa’s dagen gebeurde en merk op wat het gebrek aan respect van de zijde van die kinderen tot gevolg had. Toen de profeet Elisa naar Bethel ging, kwamen er kleine jongens uit de stad. Zodra zij Elisa zagen, gingen zij hem achterna, en zij bleven hem naroepen: „Kom op, kaalkop! Kom op, kaalkop!” Ten slotte draaide hij zich om en toen hij de kleine jongens zag, riep hij in de naam van Jehovah kwaad over hen uit. Reageerde Jehovah hierop en gaf hij er blijk van dat hun oneerbiedige gedrag hem misnoegde? Zeer zeker. Er kwamen twee berinnen uit het bos die tweeënveertig van die kinderen verscheurden. Zij moesten hun gebrek aan respect toen dit getoond diende te worden, wel duur bekopen! — 2 Kon. 2:23, 24; Spr. 30:17.
15. (a) Wanneer dient men er een begin mee te maken Jehovah te dienen? (b) Wanneer jeugdige personen in de Nieuwe-Wereldmaatschappij het juiste verlangen bezitten en de juiste voorbereidingen treffen, welke grotere dienstvoorrechten worden hun dan geschonken?
15 Jonge bedienaren van het evangelie, laat het dienen van jullie Schepper en het doen van zijn werk jullie verlangen zijn. Er staat namelijk opgetekend: „Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren, voordat de kwade dagen komen” (Pred. 12:1). Wanneer jullie je Schepper in jullie jeugd gedenken en hem dienen, zullen jullie je jeugdige energie aan het werk gaan besteden dat de grootste vreugde schenkt, de volle-tijd-prediking. Maakt hier thans een begin mee door een vakantiepionier te zijn. Wanneer jullie je hierin standvastig betonen, zullen jullie ervaren dat jullie dienstvoorrechten zich uitbreiden tot het gewone pionierswerk, het speciale-pionierswerk of mogelijk het kring- of districtswerk, terwijl jullie dan wellicht ook het grootse voorrecht zullen ontvangen dienst te verrichten op een Bethelhuis, het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap in een bepaald gedeelte van de aarde. Er doen zich voor degenen die in de bediening carrière willen maken en hun Schepper aldus willen dienen, vele dienstgelegenheden voor. Indien jullie een van deze schitterende voorrechten wensen te genieten, zullen jullie hier plannen voor moeten opstellen; jullie zullen je geheel op datgene wat jullie zullen gaan doen, moeten instellen en er vervolgens aan moeten werken dat doel te bereiken, zonder jullie er ook maar door iets van te laten afhouden. In Romeinen wordt gezegd: „Doet de Here Jezus Christus aan, en maakt niet van tevoren plannen voor de begeerten van het vlees.” — Rom. 13:14, NW.
16. Wanneer men met problemen en hinderpalen wordt geconfronteerd, welke handelwijze kan er dan worden gevolgd om deze te overwinnen?
16 Terwijl jullie eraan werken jullie doel als een volle-tijd-prediker te verwezenlijken, zullen zich vele problemen voordoen waardoor jullie ontmoedigd zouden kunnen raken. Als gevolg van jullie gebrek aan rijpheid en jullie jeugd kunnen jullie de een of andere misstap doen of een fout begaan. Indien dit het geval is, geeft jullie verkeerde daad dan toe en belijdt jullie overtreding; jullie kunnen naar jullie ouders of naar de gemeenteopziener gaan en raad ontvangen die jullie tot nut zal strekken. God zegt: „Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.” — 1 Joh. 1:9.
17. (a) Als jeugdige personen Jehovah thans gedenken, wanneer zal hij hen dan gedenken? (b) Welke vreugden en zegeningen kunnen jeugdige personen thans en in de toekomst genieten wanneer zij Jehovah dienen?
17 Laat jullie verlangen uitgaan naar de nieuwe wereld van rechtvaardigheid. Wanneer jullie je hoop in de nieuwe wereld stellen en carrière maken door jullie Schepper thans te gedenken, zal Jehovah jullie stellig in de rampspoed van Armageddon, waarin hij de oude goddeloze wereld zal vernietigen, gedenken. Het is thans de tijd de begeerten die de jeugd van deze oude wereld eigen zijn, te ontvlieden. Voor het plezier dat men wellicht heeft door met hen van tijdelijke zonde te genieten, is het verlies van het leven stellig een hoge prijs. Houdt aan het gezonde verlangen vast dat in de Nieuwe-Wereldhoop is geworteld en maakt het doen van Gods wil tot jullie carrière. Een dergelijke handelwijze zal jullie tháns veel voordeel en vreugde schenken, doordat jullie rein en tevreden van geest zijn en vreugde des harten genieten, terwijl jullie bovendien veel gewin en een eeuwig geluk ontvangen wanneer jullie blijven leven en het Nieuwe-Wereldparadijs binnengaan.
18. Op welke wijze kunnen jongeren in de Nieuwe-Wereldmaatschappij een goede invloed uitoefenen op hun generatie?
18 Jongeren, oefent een goede invloed op jullie generatie uit. Spreekt met jullie vrienden en vriendinnen over het eeuwige leven in de nieuwe wereld. Toont hun aan dat de bijbel zowel door jong als oud begrepen kan worden. Vertelt aan de jongelui die jullie in jullie omgeving hebben leren kennen en aan jullie medescholieren dat de belangrijkste dingen in het leven niet in de nieuwste dans en de namen van de laatste televisie- en filmsterren bestaan, maar dat zij Jehovah God en Christus Jezus dienen te kennen en na te volgen. Geeft de wereld door jullie voorbeeld en gedrag het bewijs dat de misdadigheid van de jeugd thans alleen maar kan worden opgelost door hen in Gods Woord te onderwijzen en hun te leren Jehovah God, de Schepper, te dienen. De jongeren in de Nieuwe-Wereldmaatschappij moeten het vermaak, de ontuchtige taal, de grappen, het materialisme, de immoraliteit en de andere verkeerde verlangens van de oude wereld ontvlieden, daar ze niets anders zijn dan strikken die door de hater van de jeugd, Satan de Duivel, zijn uitgezet. Ziet vooruit naar de dierbaarste aspiratie van gehoorzame jeugdige personen in deze tijd, de aspiratie een volle-tijd-bedienaar van het goede nieuws te zijn. Het voorrecht als een christelijke prediker in Jehovah’s dienst te staan, is de meest grootse carrière die thans voor de jeugd is weggelegd of waarvoor ze opgeleid zou kunnen worden. Dit is de handelwijze die tot eindeloos leven leidt en kan een kanaal zijn door middel waarvan anderen ook leven kunnen ontvangen. Welaan, jonge predikers, studeert ijverig en werkt hard, opdat jullie betere predikers en vertegenwoordigers van Jehovah’s Nieuwe-Wereldmaatschappij kunnen zijn, dit alles tot eer en lof van Jehovah’s naam.
[Illustratie op blz. 525]
VELDDIENST
[Illustratie op blz. 525]
BETHELDIENST