Hoeveel Israëlieten verlieten Egypte?
DE VRAAG hoeveel Israëlieten in de nacht van 14 Nisan, 1513 v. Chr., Egypte verlieten, wordt opgeworpen door Exodus 12:37, 38 (NW) waar wij lezen: „Vervolgens trokken de zonen Israëls ten getale van zeshonderdduizend krachtige en gezonde mannen te voet, de kleinen niet meegerekend, uit Raämses weg naar Sukkoth. Een groot gemengd gezelschap trok ook met hen op, evenals klein en groot vee, een zeer groot aantal dieren.” Hieruit zou blijken dat het totale aantal personen dat die nacht uit Egypte wegtrok, ongeveer twee tot drie miljoen telde.
Dit kan niet, zo verklaart A Catholic Bible Commentary: „Sommigen zeggen dat de 600.000 gebarim te voet strijdbare mannen waren, hetgeen een absurd totaal van ongeveer drie miljoen inhoudt. . . . Een dergelijk groot aantal mensen met hun vee en bezittingen zou in één enkele nacht ternauwernood via een doorwaadbare plaats de Rode Zee kunnen oversteken. . . . Het genoemde aantal is daarom twijfelachtig en kan aan knoeierij in de tekst te wijten zijn.” De protestantse Interpreter’s Bible stemt hiermee in: „Het is aannemelijk dat dit onmogelijke aantal op een getal-interpretatie van de Hebreeuwse letters in de woorden ’zonen Israëls’ berust. . . . Dat het aantal niet op feiten is gebaseerd, is duidelijk, hoe men het ook bekijkt. Een dergelijk groot aantal kan niet in Egypte hebben gewoond of in de woestijn in leven zijn gebleven, noch was er in Kanaän ruimte voor hen” (Deel I, blz. 925). De joodse archeoloog en geleerde N. Glueck is dezelfde mening toegedaan. Volgens hem „klopt de gebruikelijke vertaling in Exodus [12:37] van het aantal Israëlieten die Egypte verlieten, met ’zeshonderdduizend’, eenvoudig niet indien ze letterlijk wordt genomen”. — New York Times Magazine van 25 september 1960.
Een wereldlijke autoriteit als The Encyclopedia Americana stemt met voornoemde religieuze autoriteiten in door onder andere te verklaren: „Het kan zijn dat het boek Numeri, waarin de telling der stammen is opgetekend, het aantal personen dat erbij betrokken was heeft overdreven — de woestijn zou een dergelijke massa niet in leven hebben kunnen houden.” — Deel 10, blz. 641.
Is hier werkelijk sprake van een verkeerde vertaling, knoeierij in de tekst of overdrijving? Was het onmogelijk dat er zoveel mensen in Egypte, de woestijn of het Beloofde Land woonden? Het antwoord op al deze vragen moet een nadrukkelijk Neen zijn!
De eerlijkheid van Mozes’ geschriften rekent al meteen af met het argument van overdrijving. Wat een verkeerde vertaling of knoeierij in de tekst in Exodus 12:37 betreft, het volgende: Indien hier iets dergelijks is ingeslopen, dan moet dit ook zijn gebeurd in Exodus 38:26, waar het nauwkeuriger aantal van 603.550 wordt genoemd als het totale aantal mannen van twintig jaar en ouder die voor krijgsdienst in aanmerking kwamen. Dan moet zoiets ook zijn ingeslopen in het eerste hoofdstuk van Numeri, waar de aantallen van de afzonderlijke stammen worden gegeven, want daar komt men op een even groot totaalaantal. Voorts moet zich tevens in Numeri 11:21 iets dergelijks hebben voorgedaan, want ook daar spreekt Mozes over 600.000 man te voet.
Dat er werkelijk sprake moet zijn geweest van een aanzienlijk aantal Israëlieten, blijkt uit het feit dat zij de steden Pithom en Raämses bouwden, dat de Farao zei: „Het volk der Israëlieten is groter en talrijker dan wij”, en dat hij zijn hele legermacht liet optrekken om de Israëlieten terug te halen. — Ex. 1:9-12; 14:6-9.
Daar er in het verslag niets over de breedte van de doorgang door de Rode Zee staat, kan men niet zeggen dat het onmogelijk is dat alle Israëlieten in één nacht zijn overgestoken. En hebben wij bovendien niet gelezen dat Jehovah de Israëlieten zes dagen van de week van manna voorzag, en bij twee gelegenheden grote vluchten kwakkels zond? — Ex. 16:4-18; Num. 11:31, 32.
En ten aanzien van de vraag of Egypte in staat was dit aantal Israëlieten plaats te bieden en te voeden, verklaart W. Jenks in zijn Bible Commentary: „Velen achten deze toename ongelooflijk; dat de grond van Gosen echter zelfs in deze tijd bestaansmogelijkheden voor dit aantal zou kunnen bieden, [is] bewezen . . . Welke ernstige moeilijkheid schuilt er dan in dat 3.000.000 mensen op een grondgebied van 20.000 vierkante kilometer een bestaan moesten vinden?” Op het ogenblik heeft de republiek Israël een oppervlak van ongeveer 20.000 vierkante kilometer en een bevolking van ruim twee miljoen personen. In het verleden besloeg Israël een gebied van meer dan 25.000 vierkante kilometer, daar een deel hiervan ten oosten van de Jordaan lag.
Een verdere ondersteuning voor het schriftuurlijke standpunt wordt verschaft door de voetnoot in de Soncino-bijbel bij Exodus 12:37: „Ongetwijfeld is het moeilijk zich er een voorstelling van te maken hoe een dergelijk groot aantal mensen in één keer en van één bepaalde plaats kon vertrekken; iets soortgelijks is echter wel vaker in de geschiedenis voorgekomen. Tegen het eind van de 18de eeuw trokken 400.000 Tartaren in één enkele nacht van de grenzen van Rusland naar die van China.”
Ja, wanneer wij alle feiten in overweging nemen, zien wij dat het schriftuurlijke verslag gerechtvaardigd wordt.