Vragen van lezers
◼ Indien een christen niet in staat is de viering van het Avondmaal des Heren bij te wonen, wat dient hij dan te doen?
Het is belangrijk dat christenen de jaarlijkse viering van het Avondmaal des Heren bijwonen, want toen Jezus het instelde, zei hij: „Blijft dit tot een gedachtenis aan mij doen” (Luk. 22:19). De vroege christenen deden dit. Daarom kon de apostel Paulus schrijven over de „gemeentebijeenkomst” of ’samenkomst’ die de broeders in Korinthe jaarlijks hielden om de gedachtenis aan Jezus’ offerandelijke dood te vieren (1 Kor. 11:20, Leidse Vertaling; NW). Maar wat zouden zij onder moeilijke omstandigheden hebben gedaan in verband met de Gedachtenisviering? Wat deed bijvoorbeeld Paulus zelf gedurende de jaren dat hij (onder bewaking en wellicht zelfs geketend) in Cesaréa gevangenzat? — Hand. 23:35; 24:26, 27.
Gezien het duidelijke gebod van Jezus zal Paulus, zelfs indien hij zich op het tijdstip van het Avondmaal des Heren in eenzame opsluiting bevond, beslist hebben stilgestaan bij de schriftuurlijke aspecten van deze gebeurtenis. Als een met de geest gezalfde christen zal hij al het mogelijke hebben gedaan om gebruik te maken van de dingen die er het meest voor in aanmerking kwamen als symbolen te dienen. Wijn was destijds een alledaagse drank, zodat Paulus, ofschoon hij een gevangene was, heel goed wat wijn en een of ander soort brood tot zijn beschikking gehad kan hebben. Nog waarschijnlijker was dit toen hij zich later in Rome in hechtenis bevond, waar hij bezoek mocht ontvangen. Vermoedelijk zullen enige broeders uit Rome geprobeerd hebben in een groepje met hem ’samen te komen’ om het Avondmaal des Heren te vieren. — Hand. 28:30.
Over de gehele aarde komen thans gemeenten van Jehovah’s Getuigen op de dag die overeenstemt met 14 Nisan bijeen voor de Gedachtenisviering van de dood van Christus. Maar soms doen zich ongewone hindernissen voor. Het is wel gebeurd dat orkanen of overstromingen een gemeente of enige leden van de gemeente verhinderden volgens plan bijeen te komen. Er zijn, zij het zelden, gevallen geweest dat de staat van beleg heerste en gewapende soldaten de burgers beletten zich na zonsondergang buitenshuis te bevinden. Andere christenen hebben de viering in de gemeente niet kunnen bijwonen omdat zij in het ziekenhuis lagen of ernstig ziek waren. Wat kan er in zulke gevallen worden gedaan?
Hoewel het passend is dat de gehele gemeente voor deze belangrijke gebeurtenis op één plaats bijeenkomt, kunnen omstandigheden als de bovenstaande dit onmogelijk maken. Wanneer uitzonderlijke weersomstandigheden, een natuurramp of iets van dien aard het voor een gezin of een gedeelte van een gemeente volstrekt onmogelijk maken met de gemeente samen te komen, kunnen de geïsoleerde personen bijeenkomen en schriftuurlijke verslagen zoals die in Lukas 22:7-23, 28-30 en in 1 Korinthiërs 11:20-31 bespreken en tevens de betekenis van de viering beschouwen. Zo is ook wanneer een avondklok het een gemeente onmogelijk maakt op de betreffende avond te vergaderen, het beste alternatief wellicht, bijeen te komen in gemeenteboekstudiegroepen of in groepjes van personen die dicht bij elkaar in de buurt wonen; het totale aantal van de aanwezigen in die groepjes geldt dan als het officiële aanwezigencijfer voor de gemeente. Er kan zelfs een korte lezing worden gehouden indien er in de groep een bekwame opgedragen broeder is. Men behoeft er geen zorgen over te hebben dat er geen gepaste symbolen beschikbaar zijn, indien er althans — in deze noodsituatie — niemand aanwezig is die als gezalfde christen eerder van het brood en de wijn gebruik heeft gemaakt.
Gods Wet voor Israël bevatte een speciale regeling voor iemand die niet in de gelegenheid was aan het officiële paschamaal deel te nemen; die persoon kon dat een maand (dertig dagen) later doen (Num. 9:10, 11; 2 Kron. 30:1-3, 15). Zo zou ook, in de uitzonderlijke situatie dat het een geestelijke Israëliet volstrekt onmogelijk is op 14 Nisan aanwezig te zijn of van de symbolen te gebruiken, hij of zij dat dertig dagen later kunnen doen. Dit zou uitsluitend gelden in het geval van een gezalfde christen, die onder het gebod staat van het brood en de wijn te gebruiken. — Gal. 6:16.
Op 4 april 1985, na zonsondergang, zullen gemeenten van ware christenen overal ter wereld bijeenkomen, gehoorzaam aan Jezus’ gebod: „Doet dit . . . tot mijn gedachtenis.” Wij nodigen u uit om hiertoe met hen samen te komen. — 1 Kor. 11:25, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap.