Wat zal Kerstmis voor u betekenen?
KERSTMIS betekent voor allerlei mensen iets anders. Velen zien het als een vakantietijd, gedurende welke het gehele gezin bij elkaar komt. Zij zien naar Kerstmis uit als een vrolijke tijd in het jaar, gekenmerkt door goed eten, zingen en dansen, aangenaam gezelschap en eventueel het uitwisselen van geschenken. Een Californische musicus vatte zijn gevoelens betreffende zijn jaarlijkse kerstreis naar huis, als volgt samen:
„Al mijn grootouders zijn aanwezig. . . . Iedereen kookt en ik zal waarschijnlijk 15 kilo aankomen. Het is de enige tijd van het jaar waarin de hele familie bij elkaar komt.”
Natuurlijk is het fantastisch wanneer gezinnen en families bij elkaar komen, terwijl ook een geschenk als uiting van een diepgevoelde liefde van uitzonderlijke betekenis kan zijn. De bijbel geeft de aanmoediging: „Beoefent het geven.” En verklaart tevens: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen.” — Luk. 6:38; Hand. 20:35.
Wat gaat er met Kerstmis fout?
Hebt u echter ook wel eens opgemerkt dat in de kersttijd het geluk zo vaak ontbreekt? „De jaarlijkse tijd van depressie en neurosen”, zo werd Kerstmis onlangs door een rooms-katholieke priester beschreven. Een verkoper in een groot warenhuis sprak: „Je loopt in de pauze eventjes rond, en wat zie je? Zich haastende mensen, een cadeautje voor die en een cadeautje voor die kopend, en dat in het slechtste humeur wat zich maar laat denken. Mensen geven geen geschenken omdat ze daar plezier in hebben.”
Schrijver McGrady vestigde de aandacht op een ander kerst-probleem: „Dit is de tijd waarin bekeerde alcoholisten gezellige bars opzoeken en hun toekomst vergooien, de tijd waarin normaal trouwe huisvaders beginnen op te merken hoe mooi de dij van een secretaresse kan spannen onder een gabardine jurk.”
De FBI bericht meer moorden gedurende december dan gedurende enige andere maand. De politie in de grote steden registreert in deze tijd meer verkeersongelukken.
Volgens kinderpsychologe Dr. Nancy Hayes is kersttijd „een periode waarin onder kinderen het grootste aantal gevallen van depressie en zelfmoord voorkomt”. Veel jongeren raken in een depressieve bui, zo verklaarde zij, wanneer Kerstmis niet die „magische oplossing van de problemen” verschaft die zij hadden verwacht. Hoewel Kerstmis dus voor velen een aangename tijd is, geldt dit lang niet voor iedereen. Wat is hiervan de oorzaak? Wat gaat er in het leven van zovelen met Kerstmis verkeerd?
De katholieke priester P. J. Riga wees op een van de oorzaken van de problemen: „Zoals door een psycholoog wel eens is opgemerkt, voelen Amerikanen zich met Kerstmis verplicht hun idealen van vriendelijkheid, edelmoedigheid en liefde opnieuw te bevestigen om verzoening te doen voor hun verwaarlozing van deze zelfde idealen in hun dagelijks leven. Te merken en te zien hoe mensen daarna weer tot hun gewone hebzucht en onverschilligheid terugkeren, kan voor de eenzamen en gevoeligen in onze samenleving verwoestend zijn.”
Ook het geven van kerstgeschenken geschiedt vaak uit onjuiste motieven. Velen voelen zich in deze tijd van het jaar gedwongen te geven, en steken zich daarvoor misschien diep in de schulden, terwijl er anderen zijn die uit zelfzuchtige beweegredenen kerstgeschenken geven. Een hoogleraar in de sociologie gaf hierop als commentaar:
„Wij schatten waar we staan en bepalen met wie we verbonden wensen te zijn. De angst van de gever strekt zich niet alleen uit tot de vraag waar de ontvanger van houdt, maar ook nog of het geschenk wel een gunstig licht op hemzelf zal werpen.”
Een dergelijke houding berooft iemand natuurlijk van de werkelijke vreugde die gepaard gaat met onzelfzuchtig geven.
Om die redenen zijn sommigen er zelfs mee opgehouden Kerstmis te vieren. Anderen verklaren met nadruk dat Kerstmis op zich een goed feest is, maar is bedorven door materialisme en gebrek aan zelfbeheersing. Zij dringen er bij mensen op aan „de religieuze betekenis van Kerstmis te herstellen”, namelijk als de herdenking van Christus’ geboorte. Maar houdt Kerstmis wel werkelijk verband met de geboorte van Jezus?
De geboortedag van Jezus Christus?
In zijn boek The Story of Christmas („De geschiedenis van Kerstmis”) schrijft M. Harrison:
„Allereerst moet worden opgemerkt dat, alle inspanningen van ontelbare geleerden ten spijt, nog niet is aangetoond op welke dag . . . Christus is geboren.”
De bijbel zwijgt over de datum van Jezus’ geboorte. De geschriften van vroege „kerkvaders” zijn over dit onderwerp verdeeld. Clemens van Alexandrië (levend in de tweede en derde eeuw van de gewone tijdrekening) maakt melding van bepaalde personen die geloofden dat Jezus op 19 of 20 april geboren was, terwijl er anderen waren die de voorkeur gaven aan 20 mei. Ook 1 januari, 6 januari, 21 maart, 28 maart en vele andere datums hebben hun eigen voorstanders gehad. Volgens The Catholic Encyclopedia is er „geen maand in het jaar die niet door gerespecteerde autoriteiten is genoemd als de maand waarin Christus is geboren”.
Is dat voor u niet veelzeggend? Is het niet duidelijk dat als God had gewild dat mensen de geboortedag van Jezus Christus zouden vieren, hij die dag in de bijbel zou hebben laten optekenen? U zult zich herinneren dat de bijbel de datum bevat voor het Pascha en de herdenking van Christus’ dood (Ex. 12:6, 14; 1 Kor. 11:23-25; Luk. 22:7-20). Kennelijk is het niet Gods wil dat iemand de geboorte van zijn Zoon, Jezus, viert; het is dan ook niet vreemd in The New Schaff-Herzog Encyclopedia of Religious Knowledge te lezen: „Er bestaat geen enkel historisch bewijs dat de geboortedag van onze Heer in apostolische of na-apostolische tijd werd gevierd.”
De kerken van de christenheid zijn er echter niet van af te brengen die geboorte van Jezus wèl te vieren. Tegen het jaar 354 van de gewone jaartelling hadden de meeste kerken de datum voor deze gebeurtenis op 25 december gesteld. Hoe ze daaraan kwamen?
Kerstdatum en kerstgebruiken
Geleerden maken melding van twee verklaringen voor de datum van 25 december. Bij de ene gaat het om een berekening die wordt toegeschreven aan een zekere Hippolytus uit de derde eeuw van de gewone tijdrekening. Volgens diens berekening stierf Jezus op 25 maart, na drieëndertig jaar eerder, op dezelfde datum, te zijn ontvangen.a Door vanaf dat tijdstip negen maanden verder te rekenen, komt men op 25 december als de datum voor Jezus’ geboorte.
Volgens de tweede verklaring is 25 december gekozen omdat het de dag was waarop de heidenen „de geboorte van de onoverwinnelijke zon” vierden, een viering die in het Romeinse Rijk bekend stond als de Brumaliën en volgde op de Saturnaliën (17-24 december), ten tijde van de winterzonnewende. Omstreeks deze tijd van het jaar beginnen de dagen weer te lengen. De heidense Romeinen geloofden dat de zonnegod Mithras bezig was met het overwinnen van de somberheid en duisternis van de winter. Volgens de New Catholic Encyclopedia blijft deze tweede zienswijze „de meest plausibele verklaring voor de kerstdatum”.
In het boek The Story of Christmas staat over de datum 25 december:
„Het was in het bijzonder de grootste feestdag van de Mithras-religie, een godsdienst die enige tijd een geduchte concurrent bleek voor het christelijke geloof als de staatsreligie van het Romeinse Rijk. . . . De eredienst die de Mithras-vereerders er op 25 december op na hielden, was stellig van invloed op de beslissing van de kerkelijke autoriteiten om de officiële geboortedag van onze Heiland op 25 december te stellen.
Met het uitkiezen van 25 december als de officiële geboortedag van Christus beoogde men een feest dienstbaar te maken aan het christendom, een feest van onheuglijke ouderdom en wereldomvattende verspreiding.”
De katholieke religieuze leiders, aldus een verklaring van professor A. H. Newman, vonden het heel geschikt om „de geboortedag van de Zoon van God te laten samenvallen met die van de stoffelijke zon”. De datum voor Kerstmis is dus het resultaat van een compromis, een compromis met heidense zonaanbidding.
Hoe staat het echter met de „vrolijke kerstgebruiken”, zoals de helder verlichte en rijk versierde boom, de hulst, de mistletoe, het kerstblok (een zwaar stuk hout dat soms dagenlang in de open haard blijft branden) en de gewoonte om geschenken uit te wisselen? Zijn dit christelijke gebruiken?
Professor E. Lehmann schrijft in Hastings’ Encyclopedia of Religion and Ethics: „De meeste kerstgebruiken die nu in Europa in zwang zijn, of waarvan nog berichten uit vroeger tijd voorhanden zijn, zijn niet werkelijk christelijke maar heidense gebruiken, die door de Kerk zijn aanvaard of geduld. . . . Deze kerstgebruiken stammen uit hoofdzakelijk twee bronnen: uit het Romeinse en Germaanse heidendom.” Sommige gebruiken zijn zelfs afkomstig uit het oude Babylon.
Maakt het enig verschil?
Desondanks gaan de kerkmensen van de christenheid toch jaar na jaar door met het vieren van Kerstmis. Voor hen maakt het geen verschil wat de oorsprong van deze viering is. Wat hen alleen schijnt te interesseren, is dat met kersttijd een feest van pretmaken aanbreekt, dat nu christelijk wordt geacht. Een rooms-katholieke priester schreef over deze aangelegenheid het volgende aan leden van de Amerikaanse katholieke actie:
„De evolutie van bepaalde voorwerpen of feesten die in de een of andere vorm bij de heidense aanbidding zijn terug te vinden, is van geen belang. Wanneer de Kerk begint met missiewerk onder een nieuwe groep mensen, is het haar gewoonte om van de gebruiken en gewoonten van deze mensen datgene te nemen wat goed is en daaraan een nieuwe uitleg te geven in het licht van de leer van Christus. Als voorheen een bepaald iets verband heeft gehouden met dwaling, verschaft de Kerk de mensen een nieuw inzicht in het licht van de christelijke openbaring en geeft daarmee het voorwerp of het gebruik nieuwe betekenis voor de toekomst.”
Gaat u akkoord met deze wijze van redeneren? Is de oorsprong van het christendom werkelijk „van geen belang”? Kan een kerk iets heidens van „een nieuwe uitleg” voorzien en het daarbij voor God en Christus Jezus tot iets aanvaardbaars maken? Wat heeft de bijbel hierover te zeggen?
Neem het geval van de Israëlieten die door God uit slavernij in Egypte werden bevrijd en naar het „beloofde land” Kanaän werden gebracht (het latere Palestina). Tijdens hun verblijf in Egypte waren de Israëlieten met vele religieuze gebruiken van dat land bekend geraakt, terwijl ook de reeds aanwezige bewoners van hun nieuwe land, Kanaän, tal van religieuze tradities bezaten. Wat zou er gebeuren als de joden enkele religieuze praktijken van de Egyptenaren of Kanaänieten zouden overnemen en aanpassen aan hun aanbidding van de ware God, Jehovah? Zou God van het standpunt uitgaan dat ’het geen verschil maakte, zolang hij maar aanbeden werd’?
Merk op hoe God zelf deze kwestie bezag, zoals staat opgetekend in Deuteronomium 12:30, 31: „Wees . . . op uw hoede . . . Vraag niet naar hun goden met de gedachte: Hoe hebben die volken hun goden vereerd? om het ook zo te gaan doen. Neen, zo moogt gij Jahwe uw God niet vereren” (Vertaling katholieke bijbelstichting). Ongetwijfeld zult u zich herinneren hoe misnoegd God was toen de natie Israël tot afgodische Egyptische kalveraanbidding verviel. En al beweerden zij ook dat het kalf Jehovah vertegenwoordigde en dat dit een „feest voor Jehovah” was, toch zei God tot Mozes: „Uw volk . . . heeft verderfelijk gehandeld.” — Ex. 32:4, 5, 7.
In de eerste eeuw van de gewone tijdrekening rees er een ander probleem aangaande religieuze gewoonten. Joden die christenen werden, hadden vóór hun bekering „de periodieke feesten van Jehovah” in acht genomen (het Pascha, Pinksteren en het Loofhuttenfeest), waarop zij zich, naar hun geboden was, ’voor het aangezicht van Jehovah hadden verheugd’ (Lev. 23:2, 40). Zelfs deze vieringen dienden echter niet door christenen te worden voortgezet (Gal. 4:9-11), hoezeer ze ook door Jehovah waren ingesteld. Hoeveel te meer zullen christenen zich dan niet van heidense vieringen onthouden!
Wat zal Kerstmis voor u betekenen?
Het zou voor alle mensen goed zijn ernstig over deze aangelegenheid na te denken. Met betrekking tot heidense religieuze gebruiken krijgen christenen het gebod: „Raakt het onreine niet langer aan” (2 Kor. 6:17). De bijbel vermaant ons ook: „Nu gij daarom onwaarheid hebt weggedaan, spreekt waarheid, een ieder van u met zijn naaste.” — Ef. 4:25.
Wenst u die schriftuurlijke geboden te gehoorzamen? Kunt u dan nog terzelfder tijd deelnemen aan een viering waarvan algemeen wordt toegegeven dat ze in het heidendom wortelt en een valse datum voor de geboorte van Christus doet veronderstellen? Zou dat niet betekenen dat u meer liefde voor genoegens dan voor God en zijn waarheid hebt? — 2 Tim. 3:4; Rom. 1:25.
Kerstmis kan voor velen een tijd van beproeving betekenen. Zij zijn zich er misschien wel van bewust dat Kerstmis naar heidendom riekt en God mishaagt. Maar hun familie, vrienden en buren vinden het een geweldig feest. De druk om ’met de massa mee te gaan’, kan bijzonder zwaar worden.
Wat zal deze beproeving dit jaar over u onthullen? Zal ze voor allen duidelijk maken dat uw liefde voor God uitgaat boven uw verlangen om mensen te behagen? Bedenk dat volgens de bijbel Jehovah God het voornaamste voorwerp van uw liefde en vrees dient te zijn. — Matth. 22:37; Jes. 8:13.
Hoe staat het echter met de kinderen? Is het niet wreed hen de geneugten van Kerstmis, de geschenken en de vrolijke sfeer te onthouden? Feitelijk is zo’n zienswijze kortzichtig. Hebben wij al niet vernomen dat veel jongeren met kersttijd depressief raken en met zelfmoordneigingen rondlopen, omdat hun problemen er niet door worden opgelost?
Als u weigert Kerstmis te vieren, betekent dit toch niet dat u uw kinderen of iemand anders nooit meer geschenken zult geven? Het hele jaar door zijn er gelegenheden voor familiegenoegens en het geven van geschenken.
Neem bijvoorbeeld Jehovah’s getuigen. Zij vieren geen Kerstmis, maar noch zijzelf noch hun kinderen hebben hieronder te lijden. Feitelijk is het voor hen zelfs een opluchting. Verdwenen is de dwang tot geven, verdwenen het dolzinnige „kerstinkopen doen”, dat zovelen lichamelijk en geestelijk uitgeput achterlaat. Kerstmis betekent voor Jehovah’s getuigen geen van deze dingen.
En denk eens aan de zegeningen voor de kinderen. Zij hebben nu het hele jaar door plezierige gebeurtenissen om naar uit te zien. Denk eens aan de kreten van verrukking die een kind zal slaken wanneer het iets onverwachts van vader of moeder ontvangt. Hoe dankbaar is hij ervoor! Hoe verzekert het hem van de liefde van zijn ouders! En hoeveel beter is het ook niet dat zijn waardering uitgaat naar de werkelijke gever in plaats van naar een niet-bestaand kerstmannetje of een andere denkbeeldige weldoener.
Dankbaarheid is trouwens iets wat allesbehalve bevorderd wordt op Kerstmis en andere feesten waarbij het de gewoonte is om geschenken te geven. Integendeel, men verwacht gewoon geschenken te ontvangen. Velen raken hevig ontstemd als zij niets ontvangen. En zelfs zij die wel geschenken ontvangen, zijn vaak ernstig teleurgesteld als die niet aan hun verwachtingen voldoen.
Wat zal Kerstmis dit jaar voor u betekenen? Een gelegenheid om te tonen dat uw liefde voor God en zijn waarheid sterker is dan alle andere krachten in uw leven? Of zal het een compromis betekenen met iets waarvan u weet dat het God mishaagt? Wat Kerstmis voor u zal betekenen, hangt werkelijk volkomen van uzelf af.
[Voetnoten]
a Volgens de bijbel stierf Jezus echter op de 14e Nisan in het jaar 33 G.T. Dit zou overeenkomen met 3 april op de Juliaanse kalender, of 1 april op de Gregoriaanse. — Matth. 26:2; Joh. 13:1-3; Ex. 12:1-6; 13:4.
[Kader op blz. 14, 15]
Een nadere beschouwing van het „kerstverhaal”
● Wie waren de „wijzen uit het oosten”? In de kersttaferelen die men nu veel kan zien, ontbreken bijna nooit de drie „wijzen uit het oosten”, koningen, die de in een krib gelegen baby Jezus geschenken aanbieden. In de bijbel staat echter niet dat deze mannen koningen waren; het waren heidense astrologen. In een katholiek religieus werk, „A Catholic Commentary on Holy Scripture”, wordt op bladzijde 856 erkend: „Magiërs (in de Douay Version ’wijzen’) vormden oorspronkelijk een Medische stam van priesterlijke helderzienden. . . . Later werd de uitdrukking algemeen . . . voor astrologen, tovenaars, enz. van alle nationaliteiten.” Wist u dat?
● Hoeveel „wijzen” waren er? Als u er de bijbel op naslaat, zult u nergens lezen dat het er drie waren. Er wordt geen aantal genoemd. Het boek „The Glory of Christmas” geeft op bladzijde 72 toe: „Het korte verslag in Matthéüs . . . is de enige plaats in de bijbel waar van deze Wijzen uit het Oosten gewag wordt gemaakt. Hun naam wordt niet genoemd, er staat niet in waar zij vandaan kwamen en zelfs niet hoeveel het er waren.”
● Wanneer bezochten de „magiërs” Jezus? Gewoonlijk ziet men in kerkelijke kersttaferelen de „magiërs” geschenken aanbieden aan de in een kribbe gelegen Jezus. Maar lees het bijbelverslag in Matthéüs hoofdstuk 2 eens voor uzelf. U zult zien staan dat Jezus een „jong kind” was tegen de tijd dat de astrologen arriveerden, en dat hij in een „huis” woonde (Matth. 2:11). Het waren slechts de herders die Jezus in een kribbe zagen liggen. — Luk. 2:12.
● Gebruikte God een ster om de astrologen tot Jezus te leiden? Vergeet niet dat Gods Woord astrologie veroordeelt (Jes. 47:13, 14). Houd ook in gedachten dat de „ster” die de astrologen zagen, hen eerst naar de goddeloze Koning Herodes leidde, die daarna bevel gaf om alle kleine jongens in en rond Bethlehem ter dood te brengen om zodoende te trachten Jezus te doden. Waar wijzen deze feiten op? Op God, of op zijn tegenstander Satan de Duivel, als de macht achter die bewegende „ster”? God heeft inderdaad de geboorte van zijn Zoon aangekondigd, maar hij deed dat door bemiddeling van een engel. — Luk. 2:8-12.
[Kader op blz. 16]
Wat was hun oorsprong?
● De kerstboom is heidens van oorsprong. In het boek The Twelve Days of Christmas staat op bladzijde 33: „Het gebruik van de spar (Tannenbaum) schijnt te zijn ontstaan bij de winterzonnewende-vieringen van de heidense Germaanse stammen in het Zwarte Woud.” Het boek „The Two Babylons” van Alexander Hislop spreekt over een herkomst die helemaal teruggaat tot het heidense Rome en het oude Babylon.
● Het gebruik van hulst en mistletoe als kerstversiering is eveneens van heidense oorsprong. Hierover staat het volgende in Funk & Wagnalls „Standard Dictionary of Folklore, Mythology and Legend”, Deel 1, blz. 501: „Het gebruik van hulst bij religieuze ceremoniën is al van aanzienlijke ouderdom; waarschijnlijk is het als kerstversiering in zwang gekomen doordat vroege Romeinse christenen het van de Romeinse Saturnaliën hebben overgenomen.”
In Deel 2 van dit encyclopedisch woordenboek staat op bladzijde 732 daarenboven nog het volgende: „Met Kerstmis het huis versieren met mistletoe wordt vaak algemeen verondersteld het overblijfsel van de oude druïdische eikencultus te zijn. Frazer verbindt de gewoonte om iemand onder de mistletoe te kussen met de losbandigheid die er bestond tijdens de Griekse Saturnaliën. Anderen verbinden deze gewoonte met bepaalde primitieve huwelijksgebruiken.”