Toont u waardering voor vriendelijkheid?
VRIENDELIJKHEID is een hartverwarmende hoedanigheid. De Schepper heeft ons dusdanig gemaakt dat wij graag vriendelijkheid zouden willen betonen, daar vriendelijkheid in feite een vorm van liefde is. Dat dit zo diende te zijn, kunnen wij gemakkelijk uit Jezus’ woorden opmaken: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen.” — Hand. 20:35, NW.
Hoe waar dit ook moge zijn, toch wordt er niet vaak vriendelijkheid getoond. Ongetwijfeld komt dit onder meer doordat vriendelijkheid zo zelden wordt gewaardeerd. Zo is een oud spreekwoord: „Ondank is ’s werelds loon”, en in de volksmond heet het: „Stank voor dank.” Ja, in de regel is deze oude wereld koud, ondankbaar en waardeert ze vriendelijkheid niet.
Het ziet er zelfs naar uit dat het in de wereld steeds erger wordt. Dit behoeft ons echter niet te verbazen, daar de geïnspireerde profetie reeds voorzei ’dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen ondankbaar zijn’. In het bijzonder is de mensheid ondankbaar jegens God, hun Maker. Zij schenken weinig of geen aandacht aan de vele uitingen van vriendelijkheid die hun dagelijks van de zijde van hem, de Gever van „elke goede gave en elk volmaakt geschenk”, ten deel vallen. Wat schieten zij er niet in te kort om ’altijd voor alle dingen dank te zeggen’! Daar vele ouders de vriendelijkheid die God hun betoont, niet waarderen, laten zij ook na hun kinderen dit te leren. Bijgevolg zien wij een groot deel van de jonge generatie opgroeien zonder dat zij ook maar enige verplichting gevoelen om waardering te tonen voor de vriendelijkheden van hun ouders en van anderen. — 2 Tim. 3:1, 2; Jak. 1:17; Ef. 5:20, NW.
Waarschijnlijk zijn heel wat vriendelijk gezinde personen ontmoedigd doordat hun vriendelijkheid niet werd gewaardeerd of doordat ervan werd geprofiteerd. Vooral in het huwelijk gaat dit nogal eens op, waar dikwijls van degene die het edelmoedigst is, wordt verwacht dat hij blijft geven terwijl de andere partij maar heel weinig waardering toont. Laten zij die dit ondervinden, echter de raad van Jezus in gedachten houden om ’goed te doen zonder te hopen iets terug te krijgen, en gij zult zonen van de Allerhoogste zijn, want hij is goed voor de ondankbaren’. Natuurlijk is Jezus’ raad om goed te doen aan de ondankbaren, geen rechtvaardiging of verontschuldiging voor anderen om ondankbaar te zijn. — Luk. 6:35, NW.
U zult als iemand die oprecht rechtvaardigheid liefheeft, in beide opzichten voorzichtig willen zijn. Enerzijds zult u vriendelijkheid willen tonen wanneer u daartoe ook maar in de gelegenheid bent, en anderzijds zult u waardering tot uitdrukking willen brengen voor aan u betoonde vriendelijkheid. Hier gaat ook de „gulden regel” op: „Zoals gij wilt dat de mensen u doen, doet hun desgelijks.” — Luk. 6:31, NW.
Waarschijnlijk de eenvoudigste manier om waardering tot uitdrukking te brengen voor aan u betoonde vriendelijkheid, is om enkele woorden van dank te uiten of bij gelegenheid te schrijven. Woorden van waardering kosten weinig of niets, en toch wat een vreugde ondervindt degene tot wie ze gericht zijn! Waarom dan wel? Omdat u toont dat u de aan u geschonken vriendelijkheid op prijs stelt. Degene die vriendelijkheid toonde, weet daardoor dat het de moeite waard was u die vriendelijkheid te schenken. Er zou gezegd kunnen worden dat de Schepper dezelfde gevoelens koesterde toen hij Adam en Eva vriendelijkheid betoonde. Hij wilde van hen enige zekerheid hebben dat zij dit alles waardeerden en daarom vroeg hij hun in slechts een eenvoudig ding gehoorzaam te zijn, namelijk door niet van de vrucht van een bepaalde boom te eten. Door ongehoorzaamheid verrieden zij dat zij Gods vriendelijke daden jegens hen niet waardeerden en daarom werd het hun niet langer toegestaan zich erin te verheugen. — Gen. 2:17; 3:19.
Ja, iemand die nalaat waardering tot uitdrukking te brengen, verraadt een mate van zelfzucht en doet omtrent zich zelf de vraag rijzen of hij het wel waard was dat hem vriendelijkheid werd betoond. Hij rangschikt zich zelf bij de negen van de tien melaatsen die eens door Jezus werden genezen en van wie slechts één zo’n waardering had voor deze vriendelijke daad dat hij onmiddellijk terugkeerde en zijn dank tot uitdrukking bracht. „Hij viel op zijn aangezicht aan Jezus’ voeten neer en dankte hem.” Hierop stelde Jezus de vraag: „Werden niet de tien gereinigd? Waar zijn dan de andere negen?” Zij hadden geen waardering voor vriendelijkheid. — Luk. 17:14-18, NW.
Niet dat waardering voor vriendelijkheid slechts beperkt hoeft te blijven tot woorden. In het geheel niet! Ook hier is de schriftuurlijke raad van toepassing: „Laten wij liefhebben, niet [of, niet alleen] met het woord noch met de tong, maar met de daad en in waarheid.” U kunt alleen al op de manier waarop u vriendelijkheden aanvaardt en benut, tonen dat u ze waardeert. Hierbij is bescheidenheid een grote hulp. — 1 Joh. 3:18, NW.
Vervolgens kunt u voor ontvangen vriendelijkheid waardering tonen door op de een of andere manier een wederdienst te bewijzen. U kunt in o zo veel kleine opzichten behulpzaam zijn waardoor u waardering toont voor ontvangen gastvrijheid. Soms kan dit wellicht betekenen dat u in alle oprechtheid aanbiedt in de onkosten bij te dragen.
Dikwijls bestaat de vriendelijkheid in het uitlenen van een boek, een stuk tuingereedschap of een stuk keukenuitrusting. Hier kunt u op verschillende wijzen waardering tonen: doordat u bereid bent iets van u uit te lenen wat de ander wellicht nodig heeft, en ook doordat u voorzichtig bent met het door u geleende en het prompt weer teruggeeft.
Er doen zich echter gelegenheden voor waarbij waardering voor vriendelijkheid u voorschrijft een dergelijke vriendelijkheid te weigeren, zoals wanneer uw vrienden hierin te ver gaan. Zo vertelt de bijbel dat koning David op een keer zijn verlangen naar water uit een bepaalde put kenbaar maakte. Drie van zijn vrienden, die dit hadden gehoord, waagden hun leven en braken door de linies van de vijand heen om hem het zozeer begeerde water te brengen. Dronk David dit water op? Neen, want er was een te hoge prijs voor betaald. Het zou erop zijn neergekomen dat hij als het ware hun bloed dronk, en daarom offerde hij het aan Jehovah door het uit te gieten als een drankoffer aan Hem. Zou hij het water hebben gedronken, dan zou hij niet alleen gebrek aan respect hebben getoond voor Gods wet betreffende de heiligheid van het bloed, maar zou hij ook blijk hebben gegeven van onverschilligheid met betrekking tot het leven van zijn vrienden, alsof slechts een dronk water zulk een risico waard was. — 1 Kron. 11:17-19.
Het voorgaande brengt u slechts een paar manieren onder de aandacht waarop u waardering kunt tonen voor aan u bewezen vriendelijkheid. Door zo te handelen zult u degene die vriendelijkheid toont, vreugde bezorgen en u zult er ook zelf voordeel van trekken doordat u zich niet verhardt en zelfzuchtig wordt. En of u deze vriendelijkheid nu van God of van uw naaste ontvangt, deze beginselen zijn altijd van toepassing.