Ons verbazingwekkende gehoor
WANNEER u over een goed gehoor beschikt, bezit u iets werkelijk kostbaars. Denk u eens in! U kunt luisteren naar het melodieuze gezang van een vogel, het geklater van een beekje, de stem van een geliefde. Ook levenreddende boodschappen kunnen u via uw oor bereiken — misschien autogetoeter, een sirene of het geluid van brandalarm.
Maar hebt u werkelijk wel eens over uw verbazingwekkende gehoorszintuig nagedacht? En wat dacht u van het gehoorszintuig van andere schepselen? Zelfs een heel kort onderzoek kan reeds verrassende feiten onthullen.
Hoe u tot horen in staat bent
Een blik op de bijgevoegde illustratie laat zien dat uw oor uit veel meer bestaat dan enkel het trompetvormige orgaan aan de zijkant van uw hoofd. Dat deel is slechts de oorschelp, die geluidsgolven opvangt en ze langs de uitwendige gehoorgang naar binnen zendt. In deze gehoorgang liggen kleine haartjes en de kliertjes die het oorsmeer produceren. Wat is hun doel? Ze verhinderen dat stof, insekten, enz. dieper het oor binnendringen en daar schade zouden aanrichten.
Wanneer de geluidsgolven het eind van dit kanaal hebben bereikt, treffen ze uw trommelvlies, bestaande uit dun, taai weefsel. De trillingen die daardoor worden opgewekt, worden in uw middenoor doorgegeven en versterkt door drie kleine beentjes, de zogenaamde gehoorbeentjes. Gewoonlijk worden ze vanwege hun vorm „hamer”, „aambeeld” en „stijgbeugel” genoemd. De stijgbeugel „betikt” vervolgens het membraan van het „ovale venster”, dat de trillingen overbrengt naar het met vloeistof gevulde binnenoor. De geluidsgolven komen ook door het „ronde venster”, beneden het „ovale venster”, het binnenoor binnen. Sommige golven bereiken zelfs via uw schedelbeenderen het binnenoor.
Boven het centrale voorhof van het binnenoor bevinden zich de halfcirkelvormige kanalen. De beweging van de vloeistof in deze kanalen stelt u in staat uw lichamelijke evenwicht te bewaren. Ons gehoorszintuig houdt echter verband met het slakkehuis. De geluidsgolven in de vloeistof van dit orgaan brengen het zogenaamde grondmembraan van het slakkehuis in beweging; deze beweging op haar beurt veroorzaakt een trilling van de haarcellen waaruit het orgaan van Corti bestaat. En deze trilling stimuleert de zenuwvezels die met de haarcellen verbonden zijn, welke vezels ten slotte de geluidsboodschappen opwekken die zich als elektrische impulsen langs de gehoorzenuw naar het gehoorcentrum in uw hersenen spoeden. Dit alles is welbekend, maar hoe iemand nu precies zulke signalen kan begrijpen, dat is iets wat de mannen van de wetenschap nog steeds voor een raadsel plaatst.
Een woord over wat u hoort
U kunt niet elk geluid waarnemen dat u omringt, en dat is maar goed ook. Toen u nog als baby in de armen van uw moeder lag, liep uw gehoorbereik misschien van 15 Hz tot 30.000 Hz (trillingen per seconde). Maar stel dat het heel ver beneden de 15 trillingen per seconde had gelegen, dan zou u constant uw eigen hartslag en zelfs uw been- en spierbewegingen hebben kunnen horen!
Hoewel uw gehoorvermogen dus aan grenzen gebonden is, is het niettemin verbazingwekkend wat u kunt waarnemen. Afgezien van persoonlijke verschillen, is het hardste geluid dat iemand kan verdragen 2.000.000.000.000 maal zo sterk als het geringste geluid dat hij nog kan waarnemen! Ja stellig, het menselijk oor heeft de maximale gevoeligheid die voor praktisch gebruik nodig is.
Natuurlijk gaat het gehoorvermogen van onvolmaakte mensen in de loop der jaren achteruit. Een van de oorzaken hiervan is dat de weefsels van het binnenoor langzamerhand aan elasticiteit inboeten. Dit gaat zelfs zover door dat de bovenste gehoordrempel van 30.000 Hz in de babyjaren, tot 4000 Hz is teruggelopen tegen de tijd dat men tachtig is. Niettemin is zelfs dat nog voldoende voor het voeren van een normaal gesprek.
Werkelijk een meesterwerk!
Uw oren bezitten een ingebouwde beveiliging tegen overmatig sterke geluiden. Natuurlijk kan een plotselinge en nabije explosie buitensporige trillingen veroorzaken die uw delicate gehoorapparaat onherstelbaar kunnen schaden. Maar als een zeer sterk geluid langzaam aanzwelt, zijn snelwerkende spieren in staat ’het volume lager te draaien’. Het trommelvlies wordt strak gespannen om de trilling ervan te verminderen, en de spieren van het middenoor draaien de gehoorbeentjes in een andere stand. Daardoor brengt de stijgbeugel niet zulke grote trillingen op het „ovale venster” van het binnenoor over.
Ook de buis van Eustachius, die van de neusholte naar het middenoor loopt, vormt een beveiliging. Door deze luchtgang heeft de buitenlucht toegang tot het middenoor, zodat de luchtdruk op het trommelvlies van binnen en van buiten gelijk blijft. Dit is een beveiliging tegen het knappen van het trommelvlies door een te grote wijziging in de uitwendige luchtdruk.
Denk ook eens aan de geluiden die u hoort. Op verbazingwekkende wijze kunt u het verschil horen tussen het gerommel van onweer en het geratel van karrewielen, de voetstappen van iemand op de gang en de hoefslag van een paard, zelfs al kunt u de geluidsbron niet waarnemen. Bovendien kunnen gewoonlijk de beide oren op het geluid worden ’ingesteld’. Misschien liet u een muntstuk vallen en zag u niet waar het heen rolde. Toch hoorde u het op de grond vallen, misschien één of twee keer opstuiteren, verder rollen en tegen een stoelpoot botsen, ten slotte omvallen en nastuiteren alvorens tot rust te komen. Beide oren hielpen u de plek vast te stellen waar het terecht was gekomen.
Niet ten onrechte is wel over het menselijk oor gezegd: „Als een ingenieur de functie ervan zou willen nabootsen, zou hij in ongeveer 16 kubieke centimeter ruimte een geluidssysteem moeten samenpersen dat onder meer zou bestaan uit een impedantie-aanpasser, een mechanische analysator met groot bereik, een mobiele relais- en versterkingseenheid, een veelkanalige omvormer om mechanische energie in elektrische energie om te zetten, een systeem om een fijnafgestemd hydraulisch evenwicht te handhaven en een intern communicatiesysteem met twee richtingen. En zelfs als hij dit wonder van miniaturisatie tot stand zou kunnen brengen, dan nog zou hij nauwelijks kunnen hopen op verrichtingen die de prestaties van het oor zouden evenaren.” — Sound and Hearing, door S. S. Stevens, F. Warshofsky en de redacteuren van Life, blz. 38.
Ja, het menselijk oor is waarlijk een meesterwerk. Hoe goed weerspiegelt het de wijsheid van Jehovah God, de onvergelijkelijke Maker van het horende oor! — Spr. 20:12.
Horen in het dierenrijk
Het is volkomen terecht wanneer u van het menselijk gehoor onder de indruk bent gekomen. Maar wat dacht u van het gehoorvermogen van andere schepselen hier op aarde? Mensen zien natuurlijk de uitwendige oren van honden, katten, paarden en apen, en men weet ook dat die dieren op geluid reageren. En hoewel vogels geen uitwendige oren hebben, zijn ook de meeste mensen wel op de hoogte dat deze dieren kunnen horen. Interessant is trouwens dat een vogel over ongeveer hetzelfde gehoorvermogen beschikt als een mens. Maar slangen? Kunnen die horen?
Sommige natuurkenners betogen dat slangen niet kunnen horen. Recente bevindingen hebben echter uitgewezen dat deze dieren wel over een gehoormechanisme beschikken en tamelijk goed geluiden kunnen onderscheiden. Zo ontdekten bijvoorbeeld de onderzoekers P. H. Hartline en H. W. Campbell dat niet alleen grondtrillingen maar ook geluidsgolven elektrische reacties bij de soorten van drie slangenfamilies teweegbrachten. Over een Boa constrictor schreven zij: „Indien men een hersenreactie als gehooraanwijzing aanvaardt, dan kunnen deze slangen geluidsgolven waarnemen.” — Science, 14 maart 1969, Deel 163, No. 3872, blz. 1222.
De bijbel laat uitkomen dat de cobra ’luistert naar de stem der bezweerders’ (Ps. 58:4, 5). Wat dit betreft verklaarde de New York Times van 10 januari 1954: „Dr. D. I. Macht, onderzoeker op het gebied van de farmacologie, verbonden aan het Mount Sinai Ziekenhuis in Baltimore, is een van de leidinggevende autoriteiten op het gebied van cobravergif. . . . Dr. Macht berichtte dat hij bij het werken met cobra’s en cobravergif in aanraking kwam met een aantal goed onderlegde Hindoe-geneesheren, die afkomstig waren uit diverse delen van India. Allen waren het erover eens dat cobra’s op bepaalde muzikale tonen, uit muziekpijpen of fluiten, reageren. Sommige vormen van muziek winden de dieren meer op dan andere, aldus de geneesheren. Indiase kinderen die in het donker buiten gaan spelen, worden zelfs gewaarschuwd niet te zingen, uit vrees dat hun gezang cobra’s zal aantrekken, zo vertelde hij. Dr. Macht merkte nog op dat Shakespeare, die slangen herhaaldelijk doof heeft genoemd, louter een algemeen aanvaard dwaalbegrip herhaalde. De psalmist daarentegen, zo zegt Dr. Macht, die in Psalm 58, vers 5, zinspeelt op het feit dat slangen kunnen horen, had gelijk: . . . In strijd met wat sommige natuurkenners beweren, aldus Dr. Macht, worden slangen door geluid ’bezworen’, en niet door de bewegingen van de bezweerder. Herzie de leerboeken, zo bevelen de geneesheren aan.”
En insekten?
Sommige onderzoekers zijn tot de conclusie gekomen dat niet alle insekten kunnen horen. Toch beschikken veel van deze kleine schepselen over een opmerkelijk gehoorvermogen. Sommige reageren op geluiden die beneden de menselijke gehoordrempel liggen. Andere kunnen tonen waarnemen die twee octaven hoger liggen dan enig mens kan waarnemen.
De gehoororganen van insekten variëren en blijken zich vaak op ongebruikelijke plaatsen te bevinden. De trommelvliezen van de veldsprinkhaan zijn aan de twee zijden van zijn onderlijf gelegen. Het mannetje lokt een vrouwtjessprinkhaan door met de doornuitsteeksels van zijn achterpoten over de rand van zijn voorpoten te wrijven en aldus te „sjirpen”. Dit klinkt het vrouwtje dat hem hoort en besluit de zijne te worden, ’als muziek in de oren’.
Ook zadelsprinkhanen en krekels hebben „oren”. Waar? Net onder wat u de „knieën” van hun voorpoten zou noemen. Natuurlijk zijn dit slechts kleine openingen. Maar het enige wat de vrouwtjes-zadelsprinkhaan hoeft te doen om de bruidsroep van het mannetje te horen, is haar poten in de richting van het geluid te draaien!
Het wonder van de echopeiling
Er zijn schepselen die hun gehoor op bijzondere wijze aanwenden. Ze zijn uitgerust voor echopeiling. Deze dieren zenden hoogfrequente geluiden uit en reageren op de snel terugkomende echo’s die door voorwerpen in de omgeving worden teruggekaatst. Tuimelaars (dolfijnen) gebruiken bijvoorbeeld deze methode om hindernissen onder water te ontwijken.
Een bekend vliegend zoogdier — de vleermuis — behoort eveneens tot de groep van de echopeilers in het dierenrijk. Laat men een vleermuis in een volkomen donkere kamer los, dan vliegt hij zonder muren of voorwerpen aan te raken, door het vertrek rond. Een speciaal mechanisme stelt hem hiertoe in staat. Hij zendt geluidsgolven uit met een hoge frequentie en luistert naar de echosignalen die van omliggende obstakels terugkeren. Soms produceert hij meer dan 200 geluidssignalen per seconde! Door interpretatie van de echo’s die hij ontvangt, weet het dier zich veilig een weg te zoeken.
De vleermuis gebruikt dit wonderlijke peilsysteem ook om de insekten op te sporen die hij als maaltijd nuttigt. Maar hoe hij nu precies het verschil weet tussen de gewone echo van een obstakel en een ’maaltijd’-echo, is voor de mens nog altijd een raadsel. Wat dat betreft schijnen er voor de vleermuis trouwens helemaal geen problemen te bestaan, want sommige soorten vangen zelfs insekten die zitten op obstakels, bladeren van een boom bijvoorbeeld.
Een ander opmerkelijk verschijnsel is dat de vleermuis niet de geluiden hoort die hij uitzendt. Telkens wanneer hij een geluidssignaal uitzendt, zorgen spiersamentrekkingen in de oren ervoor dat ’het geluid wordt weggedraaid’ zodat alleen de echo wordt gehoord. Bovendien bezit waarschijnlijk elke vleermuis zijn eigen geluidspatroon, want nooit wordt er enige verwarring bespeurt, ook niet als er honderden van deze schepselen bij elkaar zijn.
Wat een geweldig zend- en ontvangsysteem heeft de Schepper aan de vleermuis gegeven! Er is wel gezegd: „Geleerden schatten dat gram voor gram en watt voor watt de vleermuis-sonar een miljard maal gevoeliger en doeltreffender werkt dan enige radar- of sonar-apparatuur die de mens heeft ontworpen.” — J. Poling, in het boek Marvels & Mysteries of Our Animal World (Wonderen en mysteries van onze dierenwereld).
Bescherm uw gehoorvermogen
Of u nu de dierenwereld of uzelf beschouwt, ongetwijfeld zult u toegeven dat horen een werkelijk verbazingwekkend vermogen is. En stellig zult u uw gehoororganen willen verzorgen en beschermen.
In deze moderne wereld worden uw oren door tal van ongewenste geluiden belaagd. Op veel plaatsen is geluidsverontreiniging een wezenlijk probleem geworden. Wanneer u bijvoorbeeld in een erg lawaaierige fabriekshal moet werken, zijn oorstoppen wellicht aan te bevelen. Deze kunnen u beschermen tegen oorschade en gehoorverlies.
Wanneer u nog tabak gebruikt, is het ophouden met roken nog een manier waarop u uw gehoor kunt beschermen. De nicotine namelijk veroorzaakt een samentrekking van de adertjes in het binnenoor. Dit vermindert de bloedtoevoer en bijgevolg de toestroming van voedingsstoffen, die uw binnenoor nodig heeft om zijn belangrijke rol in uw leven naar behoren te kunnen blijven vervullen.
Prik nooit met puntige voorwerpen als haarspelden of lucifersstokjes in uw gehoorgang. Infectie kan het gevolg zijn als u daarmee uw huid stuk maakt.
Laat u uw oren van tijd tot tijd nakijken? Een periodieke controle is geen overbodige luxe. Het werpt stellig voordelen af uw verbazingwekkende gehoorvermogen te beschermen.
[Diagram op blz. 22]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
HET MENSELIJK OOR
OORSCHELP
STIJGBEUGEL
HAMER
HALFCIRKELVORMIGE KANALEN
AAMBEELD
VOORHOF
GEHOORZENUW
SLAKKEHUIS
BUIS VAN EUSTACHIUS
TROMMELVLIES
UITWENDIGE GEHOORGANG
OVALE VENSTER
RONDE VENSTER