Hoe dien je te staan tegenover streng onderricht?
Nuttige feiten die jonge mensen dienen te weten
JE HEBT waarschijnlijk wel iemand gekend — misschien een medeleerling, een buurman, of zelfs een onderwijzer — die nooit wilde toegeven een fout te hebben gemaakt of ongelijk te hebben. Hoe denk je persoonlijk over zo iemand? Zou hij in je achting stijgen of dalen als hij op zekere dag ruiterlijk bekende: „Het spijt me: ik erken dat ik ongelijk heb gehad”?
Wij maken eigenlijk allemaal fouten, niet waar? Dat komt doordat wij geen van allen volmaakt, of zonder fouten, zijn in de volle betekenis van het woord. De bijbel vertelt ons dat. Daaruit blijkt dat alle mensen ten gevolge van de ongehoorzaamheid van onze eerste ouder Adam, met overgeërfde onvolmaaktheid, zonde, worden geboren. — Rom. 5:12.
Niet alle fouten komen door louter ’onwetendheid’. Veel fouten zijn het gevolg van onverschilligheid. Een passagier zou tijdens een vliegreis over water bijvoorbeeld niet kunnen opletten als de stewardess het juiste gebruik van reddingsvesten of de zuurstoftoevoer van het vliegtuig uitlegt. Als de passagier in een plotselinge noodsituatie geen gebruik van deze voorzieningen zou maken en zijn leven verloor, zou dit niet enkel ten gevolge van onwetendheid zijn. Het zou komen doordat hij het niet wilde weten.
Niet alle verkeerde dingen die iemand doet, kunnen op louter een vergissing worden geschoven. De oorzaak is vaak opzettelijke onwetendheid. Erger nog, iemand kan iets doen waarvan hij weet dat het verkeerd is, terwijl hij zichzelf om de een of andere reden die hem op dat moment goed toeschijnt, rechtvaardigt.
Uit dit alles blijkt dat wij streng onderricht nodig hebben, hetwelk gepaard gaat met correctie. Wij moeten allemaal gecorrigeerd worden, of wij nu jong of oud zijn. Ja, als er geen streng onderricht of correctie bestond, zou er op geen enkel terrein van ’s mensen leven vooruitgang kunnen zijn. De mensen zouden dezelfde fouten blijven maken, aan dezelfde verkeerde denkbeelden blijven vasthouden en nooit in kennis of bekwaamheid toenemen.
Streng onderricht betekent meer dan louter onderwijs. Wat ons corrigeert, vormt, sterkt of vervolmaakt is oefening. Streng onderricht omvat dus vaak terechtwijzing en kan ook bestraffing of kastijding inhouden, hoewel dit niet het geval behóeft te zijn. Het is echter nooit een bestraffing louter ter wille van de bestraffing — het wordt altijd toegediend met het oog op correctie en verbetering voor de toekomst.
WAAROM MOEILIJK TE AANVAARDEN
Indien streng onderricht echter zo heilzaam is, waarom kunnen de meeste mensen het dan zo moeilijk aanvaarden? Om dezelfde reden als waarom wij streng onderricht nodig hebben, namelijk onvolmaaktheid, valt het ons ook moeilijk het te aanvaarden.
Streng onderricht kan maken dat wij ons verlegen, gekwetst of ontmoedigd voelen. De bijbel erkent dat streng onderricht inderdaad wel wat onaangenaam kan zijn. De apostel Paulus schrijft: „Geen enkel streng onderricht schijnt weliswaar op het ogenblik zelf vreugdevol te zijn, maar bedroevend; toch werpt het later voor hen die erdoor geoefend zijn een vreedzame vrucht af, namelijk rechtvaardigheid.” — Hebr. 12:11.
Door nederigheid bespaart men zich grotendeels het pijnlijke van streng onderricht. Trots en koppigheid maken evenwel dat velen zich tegen streng onderricht verzetten. Als er voor de terechtwijzing of berisping echter een gegronde reden bestaat, en anderen kunnen zien dat dit het geval is, dan maakt degene die deze koppig afwijst zich in de ogen van de toeschouwers alleen maar belachelijk. Sommige politici zijn zo door te trachten de verantwoordelijkheid voor onjuiste of ondoordachte beweringen, of voor verkeerde daden die zij hebben begaan, van zich af te schuiven. Wie stelt echter prijs op een reputatie zoals zij hebben? Gods Woord zegt: „Wijsheid en streng onderricht — slechts dwazen hebben ze veracht.” — Spr. 1:7.
In tegenstelling daarmee lezen wij: „Geef een wijze een terechtwijzing en hij zal u liefhebben.” Waarom? Omdat hij weet dat hij door gecorrigeerd te worden „nog wijzer [zal] worden”. Ja, „een wijze zal luisteren en meer onderricht in zich opnemen, en een man van verstand is degene die bekwaam beleid verwerft”. — Spr. 9:8, 9; 1:5.
HOE ZUL JE REAGEREN?
Waar het in feite om gaat, is dus: Wat wil je van je leven maken? Wil je je maar met de stroom laten meedrijven en alleen doen waar je zin in hebt? Of ben je bereid aan een toekomst te werken die de moeite waard is? Gods Woord geeft de raad: „Luister naar raad, en aanvaard streng onderricht, opdat gij in uw toekomst wijs moogt worden.” — Spr. 19:20.
Wij kunnen streng onderricht prettiger vinden als wij altijd bedenken dat het Gods regeling is. Psalm 50:17 zegt daarom dat iemand die streng onderricht haat, in feite ’Gods woorden achter zich werpt’. Streng onderricht is terecht afkomstig uit een bron die gerechtigd is het toe te dienen. God heeft die taak aan de ouders toegewezen, want zij zijn verantwoordelijk voor het leven van hun kinderen (Spr. 1:8, 9; Ef. 6:4). En in de christelijke gemeente heeft God in personen voorzien die in geestelijk opzicht „oudere mannen” zijn, die „in staat . . . [zijn] zowel te vermanen door de gezonde leer als de tegensprekers terecht te wijzen”. — Tit. 1:5-9.
Bedenk ook dat degenen die ons streng onderricht toedienen, ons geen struikelblokken in de weg trachten te leggen zodat wij ons op ons levenspad beknot voelen. Zij trachten veeleer ons te helpen op snelle en aangename wijze vorderingen te maken. Streng onderricht beschermt ons tegen ongelukken die slecht voor ons aflopen en behoedt ons voor de dingen waaruit onaangename problemen voortvloeien die ons wèl aan banden leggen en waardoor onze weg bemoeilijkt wordt en wij zelfs op een doodlopend spoor worden gebracht (Spr. 5:11-13, 22, 23). Als wij correctie aanvaarden, belooft de bijbel: „Wanneer gij wandelt, zal uw tred niet verkort worden; en indien gij voortsnelt, zult gij niet struikelen. Grijp streng onderricht aan; laat niet los. Bewaar het veilig, want het is uw leven.” — Spr. 4:10-13.
Heb je soms de neiging je ouders het strenge onderricht kwalijk te nemen? Stel nu eens dat zij je maar je gang lieten gaan, geen aandacht aan je zouden schenken en je niet zouden corrigeren? Zou dat blijk geven van oprechte liefde? Is dat niet de wijze waarop mannen die onwettige kinderen verwekken, gewoonlijk handelen, doordat zij niets van hun nageslacht willen weten? Zouden wij zo behandeld willen worden? De apostel Paulus, die dezelfde illustratie gebruikt, maakt ons indachtig dat streng onderricht in werkelijkheid een bewijs van Gods liefde en belangstelling voor ons is. — Hebr. 12:4-10; vergelijk Spreuken 3:11, 12.
Als je voelt dat je boos wordt over de raad of terechtwijzing die je van iemand krijgt, houd je dan even in en vraag je eens af: Waarom hebben zij zich hiervoor tijd en moeite gegeven? Enkel omdat zij het leuk vinden? Je kunt meestal merken dat zij het niet bepaald plezierig en gemakkelijk vinden een terechtwijzing te geven. Zij getroosten zich echter de moeite het te doen omdat zij genoeg van je houden. Dat alleen al moest eigenlijk voldoende zijn om je ernstig te doen nadenken over hetgeen zij zeggen en om te trachten de redenen die zij hebben te begrijpen. — Spr. 17:10.
Er is weliswaar kracht voor nodig om onze fouten onder de ogen te zien, doch wij kunnen in gebed tot God gaan en om de kracht en de moed vragen schuld te bekennen en de terechtwijzing toe te passen, omdat wij de rechtvaardigheid ervan inzien en er, net als David, met een juiste geest voordeel van trekken (Ps. 51:1, 2, 10-12; Jes. 26:16). Wij kunnen net zo zijn als de apostel Petrus. Hij werd door de apostel Paulus in het openbaar voor een bepaalde verkeerde handelwijze terechtgewezen. Petrus was echter man genoeg — en bovenal christelijk genoeg — om de terechtwijzing te aanvaarden. Hij koesterde geen wrok en noemde Paulus later „onze geliefde broeder”. — Gal. 2:11-14; 2 Petr. 3:15, 16.
Je behoeft natuurlijk niet te wachten totdat anderen je corrigeren. Je kunt „zelfdiscipline” toepassen. Als je eropuit bent, kun je heel wat eigen fouten ontdekken en stappen doen om ze te verbeteren. — 1 Kor. 11:31, 32.
Er vloeien heel veel voordelen uit voort als men ontvankelijk is voor streng onderricht. Als men ronduit vergissingen of fouten toegeeft, krijgt men van binnen een gezonder, zuiverder gevoel. Het versterkt het hart en de geest voor wat juist is. Het bevordert goede betrekkingen met anderen; zij beseffen dat je iemand bent die eerlijk, nederig en evenwichtig is, verfrissend anders dan zovelen in deze tijd. Wat echter het belangrijkste is: het verzekert je van Gods goedkeuring en zegen. Ja, „de terechtwijzingen van streng onderricht zijn de weg des levens”. — Spr. 6:23.