-
Inzicht in het nieuwsDe Wachttoren 1978 | 15 juni
-
-
„God ging ertoe over de mens te scheppen naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem; als man en als vrouw schiep hij hen.” — Gen. 1:27; 2:7, 22.
Wanneer waarschuwingen worden genegeerd
● Toen op 23 november 1977 de Indiase deelstaat Andhra Pradesh door een cycloon werd geteisterd, verloren naar schatting meer dan 15.000 mensen het leven en werden meer dan 100.000 mensen dakloos gemaakt. Volgens de eerste minister, J. Vangal Rao, hadden regeringsfunctionarissen alle „noodzakelijke, prompte, juiste en toereikende stappen” gedaan. Naar hij beweert, was de bevolking dus in voldoende mate van tevoren gewaarschuwd. Waarom dan de grote tol aan doden?
Volgens een United Press International-bericht, afkomstig uit Hyderabad, de hoofdstad van de deelstaat, heeft Rao gezegd dat als de dorpsbewoners „ertoe overreed hadden kunnen worden te verhuizen, de plaatselijke autoriteiten hiervoor hadden kunnen zorgen”. Maar hij voegde eraan toe: „De zaak was dat zij zeer ongaarne wegtrokken.”
Dikwijls hebben veel mensen, misschien wegens apathie, ongeloof of omdat zij materiële dingen niet graag in de steek lieten, verzuimd gehoor te geven aan waarschuwingen en zijn zij onnodig in rampen omgekomen. Zij hadden hun leven echter kunnen redden door de juiste stappen te doen. Insgelijks negeren velen in deze tijd de waarschuwing van de bijbel dat het huidige samenstel van dingen binnenkort door Gods toedoen tot een einde zal komen. Verstandig zijn inderdaad degenen die levenreddende stappen ondernemen door ’hun uiterste best te doen om ten slotte door God onbevlekt en onbesmet en in vrede bevonden te worden’. — 2 Petr. 3:10-14.
-
-
Wat bedoelde de wijze man?De Wachttoren 1978 | 15 juni
-
-
Wat bedoelde de wijze man?
De treurige toestand van de dwaas
Salomo vergeleek de uitwerking van de woorden van de wijze met die van een dwaas door te schrijven: „De woorden uit de mond van de wijze betekenen gunst, maar de lippen van de verstandeloze verzwelgen hem” (Pred. 10:12). Uit de mond van wijze personen komen woorden voort die de luisteraar iets goeds en gunstigs schenken. (Vergelijk Efeziërs 4:29.) Bovendien bestaat er meer kans dat er gunstig op hun woorden gereageerd zal worden. De spraak van een verstandeloze stelt hem echter bloot aan smaad, waardoor hij in het verderf wordt gestort of wordt ’verzwolgen’.
Een „verstandeloze” spreekt van begin tot eind dwaasheid, waarbij hij vaak van een verkeerde premisse uitgaat en onjuiste conclusies trekt. Salomo beschrijft dit als volgt: „Het begin van de woorden uit zijn mond is dwaasheid, en het einde naderhand uit zijn mond is rampspoedige waanzin. En de dwaas spreekt veel woorden. De mens weet niet wat er zal komen; en dat wat na hem zal komen, wie kan het hem vertellen?” (Pred. 10:13, 14) De dwaas meent dat hij hiertoe in staat is.
Zo iemand maakt het zich ook in andere opzichten moeilijk. Salomo vervolgt: „Het harde werk van de verstandelozen mat hen af, want niet één is te weten gekomen hoe naar de stad te gaan” (Pred. 10:15). Personen die zonder overleg te werk gaan, kunnen eindeloos zwoegen en zich afmatten, terwijl zij toch vrijwel niets tot stand brengen wat werkelijk de moeite waard is. Zij trekken zich koppig niets aan van wat het gezonde verstand hun zou moeten leren.
-