-
Inzicht in het nieuwsDe Wachttoren 1977 | 1 november
-
-
wens te helpen, afkeuren. Het is echter tragisch te zien dat een dergelijke onverdraagzaamheid aan de dag wordt gelegd door enkelen van degenen die in het verleden zelf op zo’n verschrikkelijke wijze door de nazi’s zijn vervolgd. Deze vroegere slachtoffers van onverdraagzaamheid dienen onverdraagzaamheid toch wel het meest van allen te haten.
-
-
Wat bedoelde de wijze man?De Wachttoren 1977 | 1 november
-
-
Wat bedoelde de wijze man?
Waarom niet verbaasd zijn over verdrukking
Door de hele menselijke geschiedenis heen hebben veel regeerders en hooggeplaatste personen hun eigen voordeel nagestreefd en de belangen van het volk genegeerd. Dit kan het leven voor de gewone mens bijzonder moeilijk maken. De wijze koning Salomo verklaarde: „Indien gij enige onderdrukking van de onbemiddelde en het gewelddadig wegnemen van recht en van rechtvaardigheid ziet in een rechtsgebied, verbaas u niet over de aangelegenheid, want iemand die hoger is dan de hoge waakt, en er zijn er die hoog boven hen zijn” (Pred. 5:8). Ja, de corruptie en onrechtvaardigheden van lagere beambten zijn dikwijls slechts een weerspiegeling van wat wordt gedaan door hen die een wat hogere positie bekleden. Wanneer dit zo is, hebben de gewone burgers, die in feite onderaan zitten, het verpletterende gewicht van onderdrukking te dragen dat door al deze gecombineerde corruptie wordt teweeggebracht.
Na deze opmerking over onrechtvaardigheden te hebben gemaakt, schreef Salomo: „Ook is het voordeel van de aarde onder hen allen; de koning zelf is gediend voor een veld” (Pred. 5:9). Interessant is het te zien hoe dit vers in Young’s Literal Translation of the Holy Bible luidt: „En de overvloed van een land is voor allen. Een koning wordt voor een veld gediend.” Ook de vertaling van het vers in de oude Griekse Septuagintavertaling verdiend aandacht: „Ook is de overvloed van de aarde voor iedereen: de koning is afhankelijk van het bewerkte veld.” — Samuel Bagster and Sons Limited.
Wat betekent dit vers dan? Dit: de overvloed, het produkt, de opbrengst van het land of van de aarde is voor al haar bewoners; zij zijn afhankelijk van wat het land voortbrengt. Zelfs de koning van een land vormt hierop geen uitzondering. Het land moet echter worden verzorgd, bebouwd en bewerkt om overeenkomstig iemands behoeften of naar verkiezing voort te brengen. Aldus is „de koning zelf . . . gediend voor een veld”, niet in ruil voor een veld, maar voor de opbrengst of de overvloedige oogst van een veld, en wel doordat hij zijn veld laat bebouwen, bewerken en verzorgen. Hij moet zijn dienaren uitzenden om terwille van een overvloedige oogst het veld te verzorgen of te bebouwen (2 Kron. 26:1, 10). Tenzij de koning zijn dienaren het land laat inzaaien en bebouwen, zal er voor hem en zijn koninklijke familie geen oogst binnengehaald kunnen worden. Het voortbrengen door de aarde is, zelfs voor een koning, niet iets vanzelfsprekends. In overeenstemming hiermee luidt Prediker 5:9 in de oude Syrische vertaling: „Bovendien zijn de rijkdommen der aarde voor allen; de koning zelf wordt gediend door zijn eigen veld te bebouwen.” — George M. Lamsa.
-