Bent u tevreden met wat u hebt?
HET streven naar geluk is een aangeboren menselijk verlangen. Dit verlangen is juist en gepast. Het werd door de Schepper in het hart van de mens geplant omdat hij, als „de gelukkige God”, wil dat al zijn schepselen gelukkig zijn. — 1 Tim. 1:11.
De vraag is echter: Hoe kan iemand geluk verwerven? Gezien de nadruk die in deze tijd op materiële welstand wordt gelegd, schijnen veel mensen geluk op één lijn te stellen met materiële bezittingen. Wanneer hun wordt gevraagd of zij graag zouden willen weten hoe zij geluk in hun leven kunnen verwerven, antwoorden zij dikwijls: ’Als ik geld had, zou ik gelukkig zijn.’
Het dient ons niet te verbazen dat een dergelijke denkwijze algemeen voorkomt. Door middel van allerlei soorten advertenties en propaganda — sommige openlijk en sommige geraffineerd — moedigen de commerciële elementen van de wereld de mensen er voortdurend toe aan meer te kopen en meer uit te geven. Mensen worden ertoe gebracht te denken dat zij, door de nieuwe produkten te kopen, in werkelijkheid geld kunnen uitsparen, ondanks het feit dat zij hetzelfde artikel reeds hebben, al is het een ouder of een ander model. In een bepaalde advertentie in Hong Kong wordt er bijvoorbeeld op aangedrongen: „Als u al een grote wagen bezit, moet u deze erbij hebben”, waarbij het om een compacter model gaat. Een andere adverteerder vraagt: „Verslindt uw air-conditioningsapparaat energie?” Dan komt de suggestie: „Vervang hem nu door een energiebesparende . . . installatie.”
Gedeeltelijk als gevolg van het complete bombardement met commerciële advertenties, bestaat er ontevredenheid onder de mensen. Velen proberen een manier te vinden om meer geld te verdienen ten einde meer materiële dingen te kunnen kopen, aangezien zij menen dat dit hun het geluk en de zekerheid zal geven waarnaar zij verlangen. Maar hoe dikwijls loopt hun poging op een mislukking en een teleurstelling uit! Sommigen hebben, omdat zij de rijkdom waarnaar zij verlangden niet met wettige middelen konden verwerven, hun toevlucht genomen tot onwettige methoden — stelen, het plegen van gewapende overvallen, handel in verdovende middelen, en dergelijke. Dit onderstreept de waarheid van de bijbelse spreuk: „Hij die zich haast om rijkdom te verwerven, zal niet onschuldig blijven.” — Spr. 28:20.
Maar sommigen zeggen misschien: ’Is het niet waar dat, hoewel velen er niet in zijn geslaagd rijk te worden, anderen hierin wel succes hebben gehad?’ Ja, in ieder land zijn er wel enkelen die door hard te werken of door vindingrijkheid rijk zijn geworden, hoewel hun aantal betrekkelijk klein is. De belangrijke vraag is evenwel: Zijn die mensen tevreden en gelukkig? Men moet toegeven dat zelfs degenen die erin zijn geslaagd rijkdommen bijeen te brengen, dikwijls niet tevreden zijn en steeds maar rijker willen worden. De Schepper van de mens kent deze neiging van onvolmaakte mensen heel goed. Zijn Woord zegt met klem: „Iemand die enkel het zilver liefheeft, zal van zilver niet verzadigd worden, noch wie maar ook die rijkdom liefheeft, van inkomsten” (Pred. 5:10). Wat is dit een nauwkeurige waarneming gebleken!
DE NUTTELOOSHEID VAN RIJKDOMMEN
De Schepper weet ook heel goed wat een schade en een leed een materialistische levenswijze met zich kan meebrengen. Wegens de liefdevolle bezorgdheid die God voor de mensheid koestert, heeft hij in zijn Woord veel raad gegeven om de mens voor deze valstrik te waarschuwen. Hoe succesvol iemand ook in het bijeenbrengen van rijkdom is, hij zal al zijn bezittingen onvermijdelijk toch verliezen wanneer hij sterft. Het is beslist nutteloos wanneer iemand zich er volledig voor inzet rijkdommen te verwerven die hij aan anderen moet nalaten. Deze situatie wordt door de wijze koning Salomo met de volgende woorden passend beschreven: „Juist zoals men uit zijn moeders buik is voortgekomen, zal men naakt weer heengaan, juist zoals men gekomen is; en men kan volstrekt niets wegdragen voor zijn harde werk, dat hij met zijn hand kan meenemen.” Daarom had de wijze man een goede reden om de volgende conclusie te trekken: „Ook dit is een ernstige rampspoed: precies zoals men gekomen is, zo zal men heengaan; en welk voordeel is er voor degene die hard blijft werken voor de wind?” — Pred. 5:15, 16.
Bovendien lijden degenen die worden verteerd door het verlangen rijk te zijn, dikwijls aan ziekten die door verwoestende emoties zoals bezorgdheid, angst en jaloezie worden veroorzaakt. Salomo, een man uit de oudheid die een scherpe kijk op het leven had, zette feilloos uiteen: „Hij [eet] al zijn dagen in de duisternis zelf, met heel veel ergernis, met ziekte zijnerzijds”, klaarblijkelijk met inbegrip van moeilijkheden met de spijsvertering (Pred. 5:17). Hedendaagse medische onderzoekingen hebben ruimschoots bevestigd dat negatieve emoties een zeer schadelijke uitwerking op iemands fysieke gezondheid kunnen hebben. Is een slechte gezondheid niet een te hoge prijs voor materiële rijkdom?
Een ongebreideld verlangen naar grotere materiële welstand en bezittingen kan ook iemands geluk verwoesten. Veel mensen werken bijvoorbeeld over of nemen meer dan één baan ten einde luxe artikelen te kunnen kopen, om slechts te bemerken dat zij te moe zijn of het te druk hebben om, wanneer zij zich die dingen hebben aangeschaft, ervan te genieten. Anderen kopen luxe artikelen of maken dure reizen op afbetaling, waardoor zij zich in de schulden steken en onder een zware financiële last komen te staan. Velen zijn, omdat zij niet in staat waren aan dergelijke financiële verplichtingen te voldoen, tot een faillissement gedwongen, hetgeen veel leed en schande over henzelf en hun gezin heeft gebracht. Indien deze mensen tevreden waren geweest met de noodzakelijke levensbehoeften, zouden zij zichzelf en hun geliefden dan zoveel leed en verdriet hebben aangedaan?
WAAR GELUK EN WARE TEVREDENHEID
Wegens zijn superieure wijsheid weet ’s mensen Schepper welke handelwijze tot werkelijke tevredenheid en werkelijk geluk leidt. Bij monde van de christelijke apostel Paulus geeft hij liefdevol de volgende raad: „Ze is ongetwijfeld een middel tot groot gewin, deze godvruchtige toewijding gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft. . . . Wanneer wij daarom voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn” (1 Tim. 6:6-8). Iemand die tevreden is met de noodzakelijke levensbehoeften, wordt er niet door hebzucht of ambitie toe gedreven zijn bezittingen te vermeerderen. Hij blijft gespaard voor de vele zorgen en ongelukkige gevoelens die door ontevredenheid worden veroorzaakt. Omdat hij tevreden is met wat hij heeft, kan hij zijn tijd en energie aan dingen wijden die belangrijker en lonender zijn dan materiële rijkdommen.
Om werkelijk gelukkig te zijn, dienen wij in een goede verhouding tot God te staan. Dit is alleen mogelijk door een nauwkeurige kennis omtrent de Schepper te hebben en hem van ganser harte te dienen. Maar sommigen vragen misschien: ’Waarom moet iemand, om gelukkig te zijn, aan God toegewijd zijn? Zijn er niet veel mensen in de wereld die helemaal niet religieus zijn ingesteld en die toch van hun materiële voorspoed en de goede dingen van het leven schijnen te genieten?’ Dat is waar, maar wij moeten in gedachte houden dat waar geluk dieper gaat dan louter plezier of tijdelijk van iets te genieten. Het omvat een diep gevoel van welbehagen en innerlijke vrede. Iemand put wellicht genoegen uit zijn bezittingen. Maar hoe kan hij, gezien de onbestendigheid van het leven, er zeker van zijn dat hij er morgen ook nog van kan genieten? Zelfs al vindt hij dat hij gelukkig is, kan iets dat op een zeer vergankelijke basis rust dan als waar geluk worden beschouwd?
De bijbel geeft een beschrijving van personen die zichzelf wegens hun materiële voorspoed als gelukkig beschouwen. Volgens deze beschrijving zeggen zij: „Onze voorraadschuren vol, produkten van het ene soort na het andere verschaffend, onze kleinveekudden zich bij duizenden vermenigvuldigend, tienduizend op één, op onze straten, onze runderen beladen, zonder ook maar een bres en zonder misdracht, en zonder geschreeuw op onze openbare pleinen. Gelukkig het volk dat het evenzo vergaat!” De bijbel wijst dan echter op een veel groter geluk: „Gelukkig het volk welks God Jehovah is!” — Ps. 144:13-15.
Iemand die God is toegewijd en die zich in een intieme verhouding tot zijn Schepper verheugt, bezit een diep gevoel van zekerheid en vrede, wat essentieel is voor waar geluk. Hij weet dat, welke tegenspoed hem ook mag overkomen, hij verzekerd kan zijn van Gods liefdevolle zorg (Hebr. 13:5, 6). Omdat hij een dienstknecht van God is, heeft hij ook een doel in het leven en een geweldige hoop voor de toekomst. Hij weet dat de Allerhoogste al de haat en goddeloosheid die zoveel leed en verdriet over deze aarde hebben gebracht, gaat verwijderen. Het huidige samenstel zal worden vervangen door een rechtvaardige regering, waaronder mensen „niet voor niets [zullen] zwoegen, noch zullen . . . baren tot ontsteltenis”, maar voor altijd van de vruchten van hun arbeid kunnen genieten. — Jes. 65:17-25.
Thans zijn er over de gehele wereld duizenden mensen die vroeger geen geluk konden vinden door materialistische doeleinden na te streven, maar die later waar geluk en ware tevredenheid hebben verworven. Dit was toen zij de waarheid uit Gods Woord leerden kennen en er in overeenstemming mee begonnen te leven.
In een land in Zuidoost-Azië had een jonge man uit een rijke familie geprobeerd geluk te vinden door te trachten een politieke hervorming tot stand te brengen. Dit leidde er alleen maar toe dat hij moeilijkheden met de regeringsautoriteiten kreeg. Toen probeerde hij het in de zakenwereld en slaagde er in korte tijd in een aanzienlijke hoeveelheid geld bijeen te brengen. Maar geluk ontglipte hem nog steeds. Hij begon verdovende middelen te gebruiken, maar dit bevredigde hem niet. In zijn wanhoop vroeg hij uiteindelijk Jehovah’s Getuigen om hulp, en hij besefte al gauw dat hij de waarheid had gevonden. Na een periode van grondige studie droeg hij zich aan de Allerhoogste op om Zijn wil te doen. Dit bracht een volledige verandering teweeg in de kijk die de jonge man op het leven had. Daar hij inzag dat waar geluk alleen bereikt kan worden door God van ganser harte te dienen, werd hij een volle-tijdverkondiger van het goede nieuws van Gods koninkrijk. Sindsdien heeft hij in zijn nieuwe roeping veel zegeningen ontvangen, met inbegrip van een voldoeningschenkend geluk dat hij nooit heeft ervaren toen hij zich met materialistische doeleinden bezighield.
Ja, men kan alleen werkelijk tevreden en gelukkig zijn wanneer men materiële dingen in het juiste perspectief ziet. Hoewel onze liefdevolle Schepper ons rijkelijk van alles geeft opdat wij ervan kunnen genieten, vormen materiële dingen beslist niet de voornaamste bron van geluk. Het nastreven ervan zonder Gods wil in aanmerking te nemen, kan zelfs alleen maar tot verlies van geluk leiden. Waar geluk en ware tevredenheid spruiten voort uit het dienen van de grootse Schepper en het doen van zijn wil. Dit stelt ons in staat ten volle van Gods stoffelijke schepping te genieten en het grootste geluk uit geestelijke dingen te putten.