Vergeet nooit dat u een getuige bent!
„’Gij [zijt] mijn getuigen’, is de uitspraak van Jehovah, ’en ik ben God’.” — JESAJA 43:12.
1. (a) Wat is het grootste voorrecht dat iemand op aarde kan hebben? (b) Hoe wordt het woord „getuige” gedefinieerd?
ER BESTAAT op aarde geen groter voorrecht dan een getuige voor de ware God, Jehovah, te zijn. Een getuige is „iemand die in een zaak of voor een rechterlijk tribunaal getuigt” (Webster’s New Collegiate Dictionary). Jezus Christus getuigde voor de grootste zaak in het gehele universum — die van Jehovah God. „Als een getuige”, zo zegt de bijbel, heeft Jezus „voor Pontius Pilatus de voortreffelijke openbare bekendmaking . . . afgelegd” (1 Timótheüs 6:13). En wat zei hij tot deze Romeinse bestuurder toen hij terechtstond?
2. Waar legde Jezus Christus getuigenis van af?
2 In antwoord op een vraag die hem toen werd gesteld, verklaarde Jezus: „Gij zegt zelf dat ik een koning ben. Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben ik in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen van de waarheid” (Johannes 18:37). Ja, Jezus maakte duidelijk dat hij in de wereld was gekomen om getuigenis af te leggen van Gods waarheid. Dit betekende onder andere dat hij getuigenis moest afleggen aangaande zijn positie als Messiaanse Koning. Jezus legde ook getuigenis af van Gods naam, Jehovah. Daarom kon Jezus in gebed tot zijn hemelse Vader zeggen: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven” (Johannes 17:6). Tot op de dag dat hij als mens stierf, was Jezus zich bewust van zijn verplichting een getuige voor Jehovah te zijn. Jezus heeft inderdaad nooit vergeten dat hij een getuige was.
Het voorbeeld van „de getrouwe en waarachtige getuige”
3. (a) Wie is „de getrouwe en waarachtige getuige”? (b) Wat was er met de gemeente te Laodicéa gebeurd, en welke raad gaf Jezus aan die gemeente?
3 Jezus heeft de hem toegewezen taak als een getuige voor Jehovah getrouw en ijverig ten uitvoer gebracht. En in dit opzicht geeft hij opgedragen christenen een schitterend voorbeeld. Ook is Jezus’ raad aan de gemeente te Laodicéa opmerkenswaardig. Aangezien deze gemeente klaarblijkelijk door materialistische verlangens werd afgeleid, was ze „lauw” geworden met betrekking tot het geven van getuigenis voor Jehovah en het Messiaanse koninkrijk. Daarom spoorde Jezus hen ertoe aan ’ijverig te zijn en berouw te hebben’. Hij liet zijn raad aan deze gemeente voorafgaan door de woorden: „Deze dingen zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige.” — Openbaring 3:14-19.
4. (a) Waarom noemde Jezus zich de „Amen”? (b) Wat wilde Jezus de christenen te Laodicéa nooit laten vergeten?
4 Eerst noemt Jezus zich de „Amen”. Waarom? Omdat Jehovah hem had gezonden als de „Amen” (wat „het zij zo” betekent) met betrekking tot alle goddelijke beloften. Jezus is degene die de beloften van God verwezenlijkt (2 Korinthiërs 1:20). Vervolgens identificeert Jezus zich als „de getrouwe en waarachtige getuige”. Waarom? Opdat de gemeente naar hem zou opzien als hun Voorbeeld en aldus een aansporing zou ontvangen om berouw te hebben over hun tekortkomingen en weer „ijverig” te zijn in het geven van getuigenis omtrent Jehovah. De Zoon van God wilde dat die christenen in Laodicéa nooit zouden vergeten dat zij getuigen van God en het Messiaanse koninkrijk moesten zijn.
5. Hoe was Jezus een voorbeeld voor Jehovah’s Getuigen in deze tijd?
5 Jezus wil dat al zijn discipelen helemaal tot aan het einde van dit goddeloze samenstel van dingen getrouwe, ijverige getuigen zijn. „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën”, zei Jezus, „en dan zal het einde komen” (Matthéüs 24:14; Handelingen 1:6-8). Zowel in hetgeen „de getrouwe en waarachtige getuige” heeft gedaan als in hetgeen hij heeft gezegd, was hij een aanmoedigend voorbeeld voor de ware christelijke getuigen van Jehovah in deze tijd. Zij erkennen dat zij het grootse voorrecht hebben de goddelijke naam hoog te houden en loyale dienstknechten van Jehovah te zijn die zijn volgende woorden ter harte nemen: „Gij zijt mijn getuigen . . . en ik ben God.” — Jesaja 43:10-12.
Waarom wij het nooit moeten vergeten
6. (a) Welk voorrecht hebben getuigen van Jehovah met betrekking tot geestelijk licht? (b) Welke vragen zouden wij onszelf kunnen stellen?
6 Als u een opgedragen, gedoopte getuige van Jehovah bent, houd dan altijd uw schitterende voorrecht voor ogen de meest verheven Persoon in het universum te mogen dienen. Houd in gedachte dat „de Getrouwe Getuige” „het licht der wereld” was (Openbaring 1:5; Johannes 8:12). Daarom moeten alle getuigen van Jehovah het licht dat zij over Gods voornemens hebben ontvangen, uitstralen. Evenals het zinloos zou zijn een lamp onder een korenmaat te zetten in plaats van op een lampestandaard, is het onredelijk wanneer een ware christen zijn licht zou verbergen. Hij moet zijn licht laten schijnen, opdat allen die met hem in contact komen, voordeel kunnen trekken van het geestelijke licht waarin hij zichzelf verheugt. Bijgevolg spoorde Jezus zijn discipelen tot het volgende aan: „Laat . . . uw licht voor de mensen schijnen, opdat zij uw voortreffelijke werken mogen zien en uw Vader, die in de hemelen is, heerlijkheid geven” (Matthéüs 5:14-16). Als organisatie treden Jehovah’s Getuigen in deze tijd over de gehele aarde op de voorgrond — zij zijn net als een op een bergtop gelegen stad die haar licht heinde en ver uitstraalt. Maar straalt u persoonlijk altijd uw licht uit? Bent u zich altijd bewust van het voorrecht dat u als een getuige van Jehovah geniet?
7. Wat is een belangrijke reden om niet te vergeten dat wij getuigen van Jehovah zijn?
7 Waarom moeten wij nooit vergeten dat wij getuigen van Jehovah zijn? Eén belangrijke reden is dat wij in een wereld leven waarin de druk van het dagelijkse leven, de zorgen des levens en de vele afleidende factoren ons er gemakkelijk van af kunnen brengen over de ware God en zijn voornemens te spreken. Tot nut van ons en bij wijze van waarschuwing gaf Jezus de aansporing: „Waakt daarom, . . . toont . . . u daarom gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur waarvan gij het niet hebt gedacht” (Matthéüs 24:42-44). Waarom deze krachtige waarschuwing? Omdat afleiding tot vernietiging kan leiden — ja, vernietiging voor die afgeleide personen wanneer Jezus komt om het oordeel over dit samenstel van dingen te voltrekken. — Openbaring 19:11-21.
8, 9. Hoe kan het ons tot voordeel strekken wanneer wij de mensen beschouwen die in Noachs tijd door allerlei dingen werden afgeleid?
8 Denk eens na over hetgeen er in Noachs dagen gebeurde. Ja, er waren toen zo veel afleidende factoren dat de mensen geen betekenis hechtten aan Noachs prediking en zijn bouwwerkzaamheden aan de ark! Zij „sloegen er geen acht op”, en wegens allerlei afleidende factoren werden zij onverhoeds overvallen en gedood. — Matthéüs 24:36-39.
9 Zullen wij ons dus door de huidige wereld en haar vele vormen van afleiding op een zijspoor laten brengen? Aangezien het tot vernietiging kan leiden wanneer wij geheel van het vervullen van onze verplichting als volgelingen van Jezus worden afgeleid, willen wij er beslist blijk van geven altijd waakzaam te zijn. Door altijd gereed te zijn en nooit slaperig te zijn met betrekking tot onze verantwoordelijkheden, zullen wij niet te zamen met hen die zich in deze wereld bevinden en die zich van het dienen van God hebben laten afleiden, vernietigd worden. — Lukas 17:26-30; 21:34-36.
10. Welke uiterst belangrijke toewijzing hebben alle ware christenen?
10 Wij moeten dus nooit vergeten dat wij de uiterst belangrijke toewijzing hebben ontvangen om het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken (Markus 13:10). Ongeacht wie wij zijn of welke taken wij in Jehovah’s organisatie verrichten, wij dragen de verantwoordelijkheid om tegenover anderen getuigenis af te leggen van de hoop die wij bezitten (Romeinen 10:10; 1 Korinthiërs 9:16). In veel landen kunnen wij onbelemmerd van huis tot huis gaan met de Koninkrijksboodschap. Maar in landen waar deze vrijheid om te prediken bestaat, zijn de mensen misschien onverschillig ten opzichte van religie en hebt u misschien weinig gesprekken aan de deuren. Indien dit zo is, moet u er vooral op uit zijn gebruik te maken van andere gelegenheden om uw licht te laten schijnen.
11. Wat geeft het feit dat Jezus’ volgelingen tot „De Weg” behoorden, te kennen over dienst voor Jehovah?
11 Ook al hebt u misschien specifieke periodes opzij gezet om aan bepaalde takken van het getuigeniswerk deel te nemen, toch dient een opgedragen dienstknecht van Jehovah hem te allen tijde in woord en daad te loven. Doet u dit? Van Jezus’ vroege volgelingen werd gezegd dat zij tot „De Weg” behoorden (Handelingen 9:1, 2). Zij dienden God dus niet slechts enkele uren per maand. Hun dienst was een levenswijze! Zijn wij als de eerste-eeuwse christenen wanneer wij ongeregelde Koninkrijksverkondigers zijn die zelden aan het getuigeniswerk deelnemen? Kunnen wij ons terecht Jehovah’s Getuigen noemen als wij anderen weinig of niets vertellen over de hoop die wij bezitten?
Onze tijd gebruiken om anderen te helpen
12, 13. (a) Hoe kunnen wij ons geestelijk versterken? (b) Waarom moeten wij een bericht bijhouden van aangetroffen belangstelling in de velddienst?
12 Als wij anderen willen helpen de weg naar eeuwig leven in Gods rechtvaardige Nieuwe Ordening te bewandelen, moeten wij een verstandig gebruik van onze tijd maken. Maar om anderen te helpen, moeten wij ervoor zorgen dat wijzelf sterk zijn. Wij moeten geregeld geestelijk voedsel tot ons nemen en onszelf in het geloof opbouwen. Aangezien wij ons er niet tevreden mee stellen „kleine kinderen” te zijn, moeten wij „tot rijpheid voortgaan” (Efeziërs 4:14; Hebreeën 6:1). Hebben wij in ons geregelde getuigeniswerk van huis tot huis, de extra verantwoordelijkheid op ons genomen werkelijk te speuren naar met schapen te vergelijken personen? Wat doen wij als mensen naar onze bijbelse boodschap luisteren of belangstelling voor Gods Woord en zijn koninkrijk aan de dag leggen? Hebben wij genoeg belangstelling voor hen om een bericht bij te houden van hun naam en adres en het besproken onderwerp, en vervolgens terug te gaan bij de persoon die interesse heeft getoond?
13 Als wij geestelijk waakzaam zijn, kunnen wij altijd en overal gelegenheden vinden om Gods Woord te prediken. Mogen wij dit met vreugde doen, terwijl ons hart overvloeit van alles wat wij van onze Grootse Onderwijzer, Jehovah, hebben geleerd. — Jesaja 30:20, 21.
Wees eropuit informeel getuigenis te geven
14. (a) Door wat voor soort van getuigenis hebben sommigen Gods waarheid leren kennen? (b) Dient informeel getuigenis geven de plaats in te nemen van uw gewone velddienst?
14 Sommigen leren Gods waarheid kennen door contacten met familieleden, vrienden, collega’s, buren, enzovoort. In één groep van 238 gedoopte Getuigen had bijvoorbeeld veertig procent de bijbelse waarheid leren kennen doordat anderen hun op informele wijze getuigenis hadden gegeven. Dit dient natuurlijk niet de plaats in te nemen van de velddienst, uw geregelde activiteit in het getuigenisgeven van huis tot huis of het brengen van nabezoeken, en dergelijke. — Handelingen 5:42; 20:20.
15. Wat voor voorbeeld heeft Jezus gegeven met betrekking tot informeel getuigenis geven?
15 Toch heeft Jezus, „de getrouwe en waarachtige getuige”, een schitterend voorbeeld gegeven op het gebied van informeel getuigenis geven. Toen Jezus bijvoorbeeld „verder ging, viel zijn blik op een mens genaamd Matthéüs, die bij het belastingkantoor zat”, en sprak hij hem aan. Dit leidde tot goede resultaten (Matthéüs 9:9). En ook toen er zich een andere situatie voordeed, greep Jezus, hoewel hij vermoeid was, de gelegenheid aan om de waarheid te vertellen aan een vrouw die water kwam putten uit een bron in Sichar. Die conversatie had tot resultaat dat veel Samaritanen geloof stelden in Jezus als de Messías. — Johannes 4:5-30, 39-42.
16. Welk voortreffelijke voorbeeld heeft de apostel Paulus gegeven met betrekking tot het geven van getuigenis?
16 De apostel Paulus trok ook voordeel van elke gelegenheid om over Jehovah’s Woord te spreken. Toen Paulus in Athene was, deed hij dit „elke dag op de marktplaats met hen die daar toevallig waren” (Handelingen 17:17). En toen de apostel in Rome in zijn eigen huis gevangenzat, „ontving [hij] vriendelijk allen die bij hem kwamen, en met de grootste vrijmoedigheid van spreken, zonder belemmering, predikte hij het koninkrijk Gods tot hen en gaf hij onderwijs in de dingen die met de Heer Jezus Christus verband hielden” (Handelingen 28:30, 31). Dit alles dient ons er beslist toe aan te zetten nooit gelegenheden om getuigenis te geven, voorbij te laten gaan!
17. Welke gelegenheden zijn er, afgezien van de gewone velddienst, nog meer om getuigenis te geven aan anderen?
17 Behalve onze gewone velddienst, zijn er nog veel meer gelegenheden om getuigenis te geven. Onze collega’s, medescholieren, familieleden en kennissen moeten allen over Jehovah en zijn voornemens horen. Wanneer wij per bus, vliegtuig of trein reizen, zullen wij misschien een gesprek kunnen beginnen dat tot een Koninkrijksgetuigenis leidt. Ook zullen wij het „goede nieuws” misschien kunnen delen met hotel- en motelmanagers, pompbedienden, restaurantpersoneel of taxichauffeurs. Thuis kunnen wij misschien getuigenis geven aan vertegenwoordigers of leveranciers. En zelfs wanneer wij in een ziekenhuis worden verpleegd, kunnen wij wellicht getuigenis geven aan verplegend personeel, artsen en patiënten! Veel getuigen van Jehovah hebben, terwijl zij in een ziekenhuis herstellende waren, andere patiënten geholpen kennis te verkrijgen over Gods Nieuwe Ordening, waarin mensen zich in een blakende gezondheid zullen verheugen.
18. (a) Wat wordt aanbevolen als u aarzelt om voordeel te trekken van gelegenheden tot het geven van getuigenis? (b) Welke hoedanigheden dienen wij ten toon te spreiden wanneer wij getuigenis geven aan familieleden en kennissen?
18 Hoe belangrijk is het derhalve dat u, als een van Jehovah’s Getuigen, bij elke gelegenheid de Koninkrijksboodschap bekendmaakt! Met andere woorden, vergeet nooit dat u een getuige bent! Maar wat te doen als u aarzelt bij een gelegenheid om getuigenis te geven? Bid dan om moed ten einde de waarheid te spreken. U zult rijke zegeningen oogsten die u anders zou hebben gemist. (Vergelijk Handelingen 4:29-31.) Getuigenis geven aan familieleden en kennissen kan natuurlijk wat gemakkelijker zijn. Maar wees tactvol, vriendelijk en geduldig met hen, zonder u vrijheden te veroorloven omdat u hen zo goed kent. Bezie de kwestie op lange termijn en bouw in hen geleidelijk waardering voor bijbelse waarheden op.
Een voortreffelijk gedrag maakt deel uit van de manier waarop wij getuigenis geven
19. Welk verband bestaat er tussen het getuigenis dat wij geven en ons gedrag?
19 Niet al ons getuigeniswerk wordt mondeling verricht. De apostel Paulus bracht een voortreffelijk gedrag in verband met het verspreiden van licht. Hij spoorde de christenen te Filippi ertoe aan ’alle dingen zonder gemurmureer en tegenspraak te doen, opdat zij onberispelijk en onschuldig mochten worden, kinderen van God, zonder smet te midden van een krom en verdraaid geslacht, onder wie zij schenen als lichtgevers in de wereld’ (Filippenzen 2:14, 15). In een moreel verdorven en duistere wereld moet een getuige van Jehovah op schitterende wijze licht uitstralen. Ja, een getrouwe christen weerkaatst het licht van het woord der waarheid door mondeling getuigenis te geven en hij verspreidt licht wegens zijn voortreffelijke morele gedrag. Mogen alle getuigen van Jehovah er blijk van geven loyale lichtdragers te zijn door de manier waarop zij leven en door de schriftuurlijke waarheidswoorden die zij spreken!
20. Hoe kan ons voortreffelijke gedrag invloed uitoefenen op anderen?
20 De apostel Petrus, die hetzelfde punt beklemtoonde, schreef: „Bewaart een voortreffelijk gedrag onder de natiën, opdat zij . . . ten gevolge van uw voortreffelijke werken, waarvan zij ooggetuigen zijn, God mogen verheerlijken op zijn inspectiedag” (1 Petrus 2:12). Op zijn inspectiedag zullen natuurlijk niet allen God verheerlijken en Jehovah’s Getuigen worden. De meesten zullen niet de zijde van Gods Messiaanse koninkrijk kiezen en aan de hoge gedragsmaatstaven van dit Koninkrijk vasthouden. Maar er zullen beslist enkele met schapen te vergelijken ooggetuigen zijn die inzien dat wij het ware christendom vertegenwoordigen. Ons voortreffelijke gedrag zal indruk op hen maken en zij zullen zich bij ons aansluiten in de prediking van „dit goede nieuws van het koninkrijk” (Matthéüs 24:14). Wat schenkt het ons een vreugde wanneer deze mensen Jehovah te zamen met ons als zijn getuigen verheerlijken!
21. Met welke houding dienen Jehovah’s Getuigen Gods wil te doen?
21 Verricht Jehovah’s werk en doe zijn wil derhalve van ganser harte (Matthéüs 22:37). Besef dat iedereen die een getuige van Jehovah is, God te allen tijde moet loven. „Looft Jah! Loof Jehovah, o mijn ziel. Ik wil Jehovah loven mijn leven lang” (Psalm 146:1, 2). Ja, ’loof Jehovah uw leven lang’. En uw leven kan eeuwig duren als u nooit vergeet dat u een getuige bent.
Wat zou u antwoorden?
□ Wat is het grootste voorrecht dat iemand op aarde kan genieten?
□ Hoe was Jezus Christus een voorbeeld voor getuigen van Jehovah in deze tijd?
□ Welke uiterst belangrijke toewijzing bezitten alle getuigen van Jehovah?
□ Dient informeel getuigenis geven de plaats in te nemen van uw gewone velddienst?
□ Welk verband bestaat er tussen ons gedrag en ons getuigeniswerk?
[Illustratie op blz. 21]
Jezus vergat nooit dat hij een getuige voor Jehovah was
[Illustratie op blz. 23]
Geef ijverig getuigenis, niet alleen in de gewone velddienst maar ook op informele wijze