Snelt „naar de bergen!”
1. Waarvoor is het thans de hoogste tijd, en waar kan men thans verborgen worden voor vernietiging door de hemelse scherprechters?
HET is nu geen tijd om te dralen. Het is de hoogste tijd om zich door een vlucht in veiligheid te stellen. Gods spreuken zeggen: „Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord heb voor wie mij smaadt. De schrandere ziet het onheil en bergt zich; de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten” (Spr. 27:11, 12, NBG). Waarheen kan de wijze en schrandere persoon dan vluchten en zich verbergen voor de vernietiging door de hemelse scherprechters die Gods wil ten aanzien van zijn vijanden uitvoeren? Niet naar geïsoleerde privé-vluchtelingenboerderijen ergens in letterlijke bergen of op een andere afgelegen plaats. Voor Gods scherprechters bestaan er geen afgelegen plaatsen, en wanneer men zich verbergt voor de troepen van het „walgelijke ding” dat over Jeruzalems moderne tegenhanger verwoesting brengt, dan betekent dat nog niet dat men zich ook kan verbergen voor de terechtstelling die Gods legers onder zijn Koning Jezus Christus te Armageddon zullen voltrekken. Voor de Christenen die de troepen van Gouverneur Gallus zagen en prompt uit Judea vluchtten voordat Jeruzalem in 70 (n. Chr.) werd verwoest, waren de bergen van Gilead rondom Pella een plaats waar zij onder hun besturende lichaam theocratisch georganiseerd konden blijven en de prediking van het goede nieuws van Gods Woord konden voortzetten. Hierdoor kon het volk zijn hoop en vertrouwen in plaats van op het verdoemde Jeruzalem op het beloofde koninkrijk van God, het Nieuwe Jeruzalem, vestigen. Voor de Christenen en het volk buiten het Christendom die wensen te vluchten en bij het losbarsten van Armageddon zelf verborgen willen worden, beeldden de bergen buiten het veroordeelde Judea thans het onder bescherming staande theocratische samenstel van dingen der Nieuwe Wereld af, dat Jehovah God in deze tijd van het einde heeft geschapen. In dat samenstel van dingen wordt de Nieuwe-Wereldmaatschappij door Jehovah God veilig bewaard, opdat zij hun theocratische werkzaamheden kunnen voortzetten en het Koninkrijk van Gods nieuwe wereld aankondigen.
2. Hoe kunnen zij die zich binnen de Christenheid bevinden uit haar wegvluchten, en in gezelschap van wie is er nu een veilige toevlucht?
2 Diegenen onder ons die zich letterlijk in het gebied van de Christenheid bevinden, kunnen er niet lichamelijk uittrekken. Naar de landen van het zogenaamde „heidendom” te gaan, dat net zo diep in de Babylonische demonenreligie gedompeld is, zou in de tijd van Armageddon voor ons geen grotere bescherming betekenen. Wij kunnen echter in geestelijk opzicht uit de Christenheid vluchten door haar wereldse, ontheocratische samenstel van dingen te verlaten en aldus uit haar gevaarzone te trekken. Wij laten haar dan aan haar lot over en hebben met haar geen deel aan haar overspelige betrekkingen met de Verenigde Naties en enig ander politiek en commercieel stelsel dezer oude wereld. Alleen dan kunnen wij gerust de dag van de wraak van onze God tegen de Christenheid en het gehele overige deel dezer Babylonische wereld bekendmaken. Er is slechts één plaats waartoe wij veilig onze toevlucht kunnen nemen, en dat is onder Jehovah’s theocratische nieuwe samenstel van dingen in gezelschap van zijn Nieuwe-Wereldmaatschappij. Van Gods standpunt uit gezien bevinden de mensen van zijn Nieuwe-Wereldmaatschappij zich niet langer in het land der veroordeelden en verdoemden maar in het land zijner goedkeuring. Hij heeft een „nieuwe aarde” gesticht waarheen men kan vluchten!
3. In welk opzicht bevinden de aanbidders van Jehovah zich tegenwoordig in een nieuw land, en waarom is dit voor hen een volledige verandering van hun toestand vergeleken met hun toestand aan het einde van de Eerste Wereldoorlog?
3 Wij, als aanbidders van Jehovah, bevinden ons in een nieuw land. Er is in deze „tijd van het einde” een nieuw land geboren, niet door een onderzeese aardbeving waardoor een nieuw eiland of continent omhooggestuwd werd, maar door Gods almachtige geest die zijn volk op aarde een nieuwe positie heeft gegeven. Hij heeft voor hen de situatie volledig veranderd vergeleken met wat die aan het einde van de Eerste Wereldoorlog was. Toen geraakte het gezalfde overblijfsel van Jehovah’s getuigen in gevangenschap aan de macht van de vijand ten gevolge van de actie der Christenheid die Jehovah’s koninkrijk van zijn Zoon verwierp, de vriendschap van Caesar verkoos en Christus’ getrouwe navolgers aan Caesar uitleverde opdat zij door het zwaard van de Staat zouden worden terechtgesteld. Een poosje werden zij uit Gods gunst verbannen, in het land van de vijand vastgehouden en beroofd van hun rechtmatige voorrecht hun God vrijelijk te aanbidden en zijn werk te doen. Hun toestand werd voorschaduwd door die van het Joodse overblijfsel toen dat in het van afgoden vervulde land Babylon werd gevangen gehouden ver van hun vaderland, dat volgens Gods besluit zeventig jaren lang zonder mens of tam dier woest moest blijven liggen, zonder hoofdstad en zonder tempel die Jehovah’s naam droeg. Daar zij overal verspreid waren in een vreemd land, vormden zij niet langer een natie onder een eigen regering. Hun verre vaderland was geen gecultiveerd land vol met mensen meer, maar een woestenij, een wildernis, onveilig gemaakt door vreselijke wilde dieren en onreine vogels. Ook het overblijfsel van Jehovah’s getuigen was in 1918 als een onderdrukt volk geen natie en het had geen eigen land, geen door God gegeven land overeenkomstig zijn belofte. Hoe komt het dan dat zij tegenwoordig als een verenigd, georganiseerd volk worden onderkend, dat zich vrijelijk in het koninklijke rijk der theocratie beweegt?
4. Welke bevrijdingsbelofte vervulde God voor hen evenals voor zijn volk in de oudheid?
4 Dat komt doordat God voor hen in geestelijk opzicht heeft gedaan wat hij voor zijn volk uit de oudheid deed nadat het gedurende de vastgestelde periode van knechtschap in Babylon was gevangen gehouden. God heeft zijn bevrijdingsbelofte vervuld die hij door zijn profeet had uitgesproken, zeggende: ’De vrijgekochten van Jehovah zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd wezen, blijdschap en vreugde zullen zij verwerven, kommer en gezucht zullen wegvluchten. . . . Want Ik ben Jehovah, uw God, die de zee opzweep, zodat haar golven bruisen, wiens naam is Jehovah der heerscharen. Ik heb mijn woorden in uw mond gelegd en met de schaduw mijner hand heb Ik u bedekt, Ik, die den hemel uitspan en de aarde grondvest en tot Sion zeg: Gij zijt mijn volk’ (Jes. 51:11-16, NBG, AS). Toen de Almachtige God zijn volk in 537 v. Chr., na bijna drie kwart eeuw, aldus van de geweldige wereldmacht Babylon vrijkocht, wekte dat de verbazing op van de toenmalige wereld. Zo ook nu.
5. Wanneer begon de bevrijding van het gezalfde overblijfsel en waardoor alleen kan hun vrije, georganiseerde staat van thans worden verklaard?
5 Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918 (n. Chr.) wendde de Christenheid zich voor zekerheid in de naoorlogse wereld tot de Volkenbond. Het gezalfde overblijfsel van Jehovah’s getuigen wendde zich tot Jehovah’s koninkrijk onder Christus als de rechtmatige regering der nieuwe wereld en het deed de gelofte dit koninkrijk met vrijmoedigheid aan de gehele mensheid bekend te maken, indien het maar uit de vreselijke macht van de vijand werd vrijgekocht. Daarom begon hun bevrijding uit de macht van de vijand in 1919, en dit kan alleen worden toegeschreven aan Jehovah’s macht, uitgeoefend door bemiddeling van Christus, zijn Koning. Dat zij thans een volk zijn dat met zijn naam wordt genoemd, kan alleen door Zijn macht worden verklaard, aangezien hij in zijn profetie had gezegd: ’Ik zeg tot Sion: Gij zijt mijn volk.’ Alleen hij heeft door de dynamische kracht van zijn geest en door de bevrijdende macht van zijn geopenbaarde Woord der waarheid de beperkende ketenen van mensenvrees en de boeien van religieuze onwaarheden, door mensen gemaakte tradities en ontheocratische stelsels en gebruiken verbroken. Hij heeft hen, onderworpen aan zijn gezalfde Koning, gereorganiseerd. Hij heeft hun leven theocratisch ingericht en hun een levensdoel, een glorieuze dienstopdracht in Zijn naam, gegeven.
6. Hoe werd aldus een nieuw land geboren, en wat is de hoofdstad er van?
6 Door deze goddelijke daad is er een natie voortgebracht. Er is een nieuw land geboren, niet door de Vredesconferentie van Versailles na de Eerste Wereldoorlog waardoor de landkaart in stukken werd gesneden en verscheidene volkeren, zoals Polen, Tsjecho-Slowakije, enz., een eigen gebied werd gegeven. Neen, maar door de Schepper van hemel en aarde, doordat deze zijn bevrijde getuigen op aarde de positie heeft gegeven die geen ander volk inneemt, namelijk de positie van zijn herstelde, goedgekeurde volk, dat in een theocratisch domein leeft en werkt. Dit domein heeft zijn duidelijk aangegeven grenzen die zij niet zullen overschrijden om tot een vergelijk te komen en gemene zaak te maken met deze wereld. Het heeft ook een hoofdstad. Die hoofdstad is niet daar in Brooklyn aan de rivieroever tegenover de wereldhoofdstad der Verenigde Naties. Het heeft geen aardse stad tot hoofdstad, want het is een universele maatschappij met een goddelijke hoofdstad in de hemel, het Nieuwe Jeruzalem.
7, 8. Waarom zijn Zions smarten gedurende de Eerste Wereldoorlog niet tevergeefs geweest en op welke wijze is de wereld aldus tot verbazing gebracht in vervulling van de profetie?
7 De smarten die Gods universele organisatie Zion gedurende de Eerste Wereldoorlog doormaakte, zijn niet tevergeefs geweest, maar door de kracht van haar Echtgenoot Jehovah God heeft zij een gelouterd, gereinigd, theocratisch volk als haar zichtbare kinderen op aarde voortgebracht. Aldus werd tot verrassing van allen een natie voortgebracht. Indien deze reusachtige internationale vergadering hier in het Yankee Stadion in dit elfde jaar van de atoomeeuw thans de verwondering opwekt van de stad New York, dan is dat slechts een gedeelte van de verbazing die de gehele wereld gevoelt bij het zien van de ongewone, onverwachte geboorte van een nieuw land en de voortbrenging van een natie door Gods vrouw Zion, hetgeen geschiedt als een vervulling van zijn profetie die reeds 2700 jaar oud is:
8 ’Voordat zij smarten kreeg, heeft zij gebaard; voordat de weeën haar overvielen, heeft zij een zoon ter wereld gebracht. Wie heeft iets dergelijks gezien? Wordt een land op één dag voortgebracht of een volk op eenmaal geboren? Maar Sion heeft nauwelijks barensweeën gekregen, of zij baarde haar kinderen. Zou Ik ontsluiten en niet doen baren? zegt Jehovah. Of ben Ik een, die doet baren en toesluit? zegt uw God.’ — Jes. 66:7-9, NBG, AS.
9. Op welke dag zijn deze verbazende dingen voortgebracht, en hoe had God de schoot van Zion geopend en waarom kon hij haar schoot nu niet sluiten?
9 Op één exclusieve dag zijn deze nieuwe en verbazende dingen voortgebracht, waardoor Jehovah’s woord werd gerechtvaardigd. Dit is de dag van Jehovah waarop zijn theocratische regering op de voorgrond treedt. De dag van 2520 jaren waarop de ontheocratische heidense natiën de aarde konden beheersen, is ten einde. Aan het einde van hun dag in 1914 begon in het gehele universum Jehovah’s dag en werd zijn door zijn Gezalfde Koning Jezus Christus aanvaarde regering uit zijn hemelse organisatie Zion voortgebracht. Opdat het door het manlijke kind gesymboliseerde Messiaanse koninkrijk kon worden voortgebracht, opende hij de moederschoot van zijn organisatie Zion. Het was onmogelijk voor hem haar schoot nu te sluiten en haar niet meer te laten voortbrengen, vooral niet nadat hij haar een periode van pijnlijke smarten ten gevolge van de vervolging van de verkondigers van het Koninkrijk op aarde had laten doormaken. Doordat zij de gevangenen van de vijand waren en als bannelingen in het vijandelijke land vertoefden, waren zij verborgen en aan het gezicht onttrokken. Zij waren niet als vertegenwoordigers van het hemelse Zion te identificeren. Die vervolging van hen moest te niet worden gedaan en uitlopen op iets wat door de kracht van God tot stand zou worden gebracht. Alles wat in verband stond met Jehovah’s volk op aarde moest in overeenstemming worden gebracht met de zegevierende geboorte van het Koninkrijk in de hemelen, en dat geschiedde ook. Hoe?
10. Hoe werd een natie voortgebracht door Zion en een land geboren door bemiddeling van Jehovah’s Dienstknecht, en waarvoor is het land nu open?
10 Op het hoogtepunt van de smarten en op de tijd die voor de geboorte was vastgesteld, liet Jehovah zijn hemelse Zion het overblijfsel van haar geestelijke kinderen op aarde voortbrengen als een natie die aan Gods pasgeboren koninkrijk onderworpen was. Lang voordien had hij tot zijn grote Dienstknecht, de Koning Jezus Christus, gezegd: „Ik zal u behoeden en u stellen tot een verbond voor het volk om het land weder te herstellen, om verwoeste eigendommen weer tot een erfdeel te maken, om tot de gevangenen te zeggen: Gaat uit! tot hen die in de duisternis zijn: Komt te voorschijn!” (Jes. 49:8, 9, NBG) Jehovah herstelde het land nu door bemiddeling van zijn Dienstknecht, de Heerser in het pasgeboren koninkrijk, door zijn gezalfde getuigen de eertijds verwoeste eigendommen te laten erven. Hij zeide hun uit hun knechtschap aan deze Babylonische wereld vandaan te gaan en niet langer in de Babylonische duisternis te dralen maar te voorschijn te komen in het licht van Jehovah’s dag. Aldus liet hij voor hen een land geboren worden door hen in zijn gunst te herstellen en hen onder zijn theocratische leiding te plaatsen, vrij van de knechtschap van de vijanden van het Koninkrijk. Op dit pasgeboren land van tegenwoordig rust geen goddelijk interdict meer, net zo min als dit aan het einde van de zeventigjarige verwoesting van Jeruzalem en het land van Juda met de Israëlieten het geval was. De zeventigjarige beperking is als het ware opgeheven en het land is wijd opengesteld. De tijd is gekomen dat Jehovah’s volk het pasgeboren theocratische land moet binnenstromen en dat elk van hen zijn theocratische taak daarin moet aanvaarden. Laten de mensen van goede wil dit land nu binnentrekken!
11. Wanneer en hoe grondvestte Jehovah de hemelen en legde hij de fundamenten der aarde, en waarmede komt zulk een aarde overeen in Jezus’ profetie met betrekking tot het walgelijke ding?
11 Dit betekent de grondvesting van de nieuwe aarde. De Schepper had in 1914 reeds de nieuwe hemelen van de nieuwe wereld gesticht door de geboorte van zijn Messiaanse koninkrijk, want het Koninkrijk wordt de hemelse regeringsmacht der rechtvaardige nieuwe wereld. De Schepper begon in 1919 de fundamenten van de nieuwe aarde te leggen met de vrijkoping van het overblijfsel in dat jaar uit de Babylonische beperkingen en het herstel van hen in de goddelijke gunst, dienst en aanbidding. De geboorte van dit land van de Nieuwe-Wereldmaatschappij staat werkelijk gelijk met de grondvesting van de nieuwe aarde, want het geestelijke overblijfsel zal behouden door Armageddon heen worden gebracht en hun theocratische aardse organisatie zal ten slotte onmerkbaar overgaan in de permanente nieuwe aarde van de nieuwe wereld, die uitsluitend door aardse mensen van goede wil zal worden bewoond. Dit pasgeboren land dat nu door de onlangs voortgebrachte natie van Zions geestelijke kinderen wordt bewoond, is een plaats van zekerheid. Het komt overeen met de bergen waarheen Jezus’ volgelingen overeenkomstig diens waarschuwing moesten vluchten wanneer zij het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt zouden zien, en vooral op het onheilspellende gezicht van zijn verwoestende legers welke de Christenheid insluiten, die heilig en door mensen niet te vernietigen beweert te zijn. — Lukas 21:20, 21, NW.
12. Wat heeft Jehovah in de mond van zijn herstelde overblijfsel gelegd, en voor welk doel?
12 De vlucht van het geestelijke overblijfsel en hun bestuurslichaam naar dit pasgeboren land ver van de gevaarzone der Christenheid maakt nog geen einde aan de zaak. Hun veiligheid is niet de volledige verwezenlijking van de goddelijke barmhartigheid en de reddende macht in deze dag van Jehovah. Hij heeft te kennen gegeven waarom hij het herstelde overblijfsel in het land van herstel met zijn bescherming heeft bedekt, zeggende: „Ik legde u mijn woorden in de mond en bedekte u met de schaduw mijner hand, om den hemel uit te spannen, de aarde te grondvesten” (Jes. 51:16, LV). Deze woorden in de mond van het overblijfsel moet het niet voor zich zelf houden, maar die moeten worden doorgegeven aan het opkomende geslacht van de nieuwe wereld dat de „nieuwe aarde” permanent zal bewonen. ’Mij aangaande, dit is Mijn verbond met hen, zegt Jehovah: Mijn geest, die op u is, en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond niet wijken, noch van den mond van uw zaad, noch van den mond van het zaad uws zaads, zegt Jehovah, van nu aan tot in eeuwigheid toe.’ — Jes. 59:21, AS.
13. Hoe zullen Jehovah’s woorden nooit uit hun mond wijken?
13 De woorden die Jehovah in de mond van zijn volk heeft gelegd, moeten zij vrijmoedig en met gezag uitspreken. Dat zijn woorden nooit uit hun mond mogen wijken, betekent dat zij er nooit mede mogen ophouden als zijn spreekbuis op te treden door nu in de gehele wereld het goede nieuws van het Koninkrijk te proclameren tot een getuigenis aan alle natiën. Als zij bereid zijn in zijn getuigeniswerk hun mond te gebruiken, zal hij hun altijd van zijn bekend te maken boodschap voorzien. Dit zal niet alleen tot redding van hen zelf maar ook tot redding van vele anderen zijn.
14. Waarom moeten zij die reeds naar de „bergen” zijn gevlucht zichzelf om meer bekommeren dan om hun eigen redding, en op welke wijze ’heffen zij een signaal op’?
14 Zij die reeds met de Nieuwe-Wereldmaatschappij naar de bergen van veiligheid zijn gevlucht, moeten zich onzelfzuchtig om meer dan hun eigen redding bekommeren. Talloze anderen worden bedreigd met vernietiging in Armageddon, die met de vernietiging van de religie der oude wereld zal beginnen. Wij, die de profetieën met onderscheidingsvermogen lezen, zien de troepen der verwoesting hun legerkampen rondom de huidige tegenhanger van het ontrouwe Jeruzalem in massaformatie opslaan. Wij begrijpen de sinistere betekenis van de situatie. Het is een teken dat het wereldse religieuze stelsel hetwelk de naam van Gods Zoon heeft aangenomen, maar die naam heeft gelasterd, en dat Jehovah’s naam oneer heeft aangedaan, nabij zijn verwoesting is en dus nabij het begin van de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige”. Dat zullen de dagen van wraak ter rechtvaardiging van Jehovah en zijn Messiaanse koninkrijk zijn (Openb. 16:14, 16; Luk. 19:22). Het is de plicht van het overblijfsel als een wachtersklasse op te treden en de mensen van goede wil van alle natiën luide te waarschuwen dat zij naar de bergen moeten vluchten. Bevinden zij zich in de Christenheid, dan moeten zij er uit vluchten. Bevinden zij zich daarbuiten in het heidendom, dan moeten zij er niet binnengaan en er geen deel van worden. De natiën van het Westelijke blok trachten koortsachtig de Christenheid als iets heiligs te behouden, alsof de veiligheid der wereld van haar afhankelijk is. Dit is echter niet zo, zegt Gods Woord. Zij die reeds met de Nieuwe-Wereldmaatschappij naar het pasgeboren land zijn gevlucht, hebben Jehovah’s woorden in hun mond en zij moeten overal zijn koninkrijk bekendmaken als de enige regering die beslist zal gedijen en voor alle geslachten der aarde nooit minder wordende zegeningen zal invoeren. Op deze wijze ’heffen zij een signaal op boven de volkeren’, opdat die kunnen zien waarheen zij moeten vluchten en waar zij moeten bijeenkomen om veiligheid onder de schaduw van Gods hand te vinden. — Jes. 62:10, AT.
15. Betekent het voorgaande dat wij niet langer in het gebied van de Christenheid mogen prediken? En hoelang moeten wij prediken?
15 Men kan zien dat Jeruzalems moderne tegenhanger door de troepen der verwoesting wordt omsingeld, en zij die zich in dat verdoemde stelsel bevinden, krijgen het bevel er uit te vluchten, als zij Christus’ navolgers wensen te zijn. Maar dit betekent niet dat wij er mede moeten ophouden in de Christenheid te prediken. Het stelsel der Christenheid, dat met deze wereld een verbond is aangegaan tegen het Koninkrijk, moeten wij verlaten door er uit te vluchten, maar in het gebied van de Christenheid moeten wij blijven prediken. Hoe lang? Indien wij hebben gezegd: „Hier ben ik, zend mij,” dan moeten wij Jehovah’s antwoord in de tempel aan Jesaja te kennen laten geven hoe lang. Zijn antwoord luidt: „Totdat de steden verwoest worden, zodat er geen inwoner zij, en de huizen, dat er geen mens zij, en dat het land met verwoesting verstoord worde. Want de HERE zal die mensen verre wegdoen, en de verlating zal groot wezen in het binnenste des lands” (Jes. 6:8-12). Dat wil zeggen, totdat de barst in het verbond van de Christenheid met het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt, een volledige scheur wordt en de tien horens van het beestachtige ding zich tegen haar keren en haar woest maken. Dat betekent, totdat de strijd van Armageddon begint en uitloopt op de totale verwoesting van de oude wereld waarvan Satan de Duivel de god is. Tot op dat ogenblik moet er van ophouden geen sprake zijn. Wij moeten Gods woorden openbaar maken die in de mond van zijn overblijfsel en in de mond van het opkomende geslacht van goede wil zijn gelegd. Wij moeten het goede nieuws van het Koninkrijk aan alle natiën tot een getuigenis prediken, hetgeen noodwendig ook de bekendmaking van de dag van de wraak van onze God insluit. — Jes. 61:2.
16. Hoe kunnen wij laten zien dat wij vluchtelingen, verwelkomen in het land van de Nieuwe-Wereldmaatschappij, en wat moeten wij doen om de bevolking van het land zeer te doen toenemen ver boven dat wat het nu is?
16 Laten wij dit uit liefde voor onze in gevaar gebrachte naaste en medemens doen en aldus zoveel mogelijk mensen helpen zonder verder te dralen uit de gehele verdoemde wereld van de Duivel te vluchten. Wij moeten naar hen toe gaan. Evenals de engelen die Lot en zijn dochters te Sodom waarschuwden en hen aanspoorden niet in dat district te blijven maar tot behoud van hun leven naar het bergachtige gebied te ontkomen, moeten wij hen bij de hand nemen en hen helpen hun ontkoming te bespoedigen (Gen. 19:15-17, NW; Luk. 17:28-30). Wij moeten hetgeen wij in het licht van Jezus’ profetie zien, ernstig opvatten en wij moeten handelen met het besef dat het dringend noodzakelijk is voor alle mensen van goede wil die naar zoiets als een gelukkig leven in een rechtvaardige nieuwe wereld verlangen. Door ons aldus in te spannen, laten wij zien dat wij hen welkom heten in het gezegende land van de Nieuwe-Wereldmaatschappij. Hier kunnen zij dan genieten van de aangename gevolgen van Gods goedertierenheid en de zekerheid onder zijn vleugels, waar over de hoofden van zijn volk eeuwige vreugde is uitgestort. Er zijn reeds berichten ontvangen dat in het pasgeboren land meer dan een half millioen mensen als getuigen met de Nieuwe-Wereldmaatschappij werkzaam zijn. Zijn wij bereid verder te werken totdat Jehovah God de gezegende bevolking van het theocratische land tot een aantal van, laten wij zeggen, millioenen heeft laten toenemen, millioenen die, omdat zij daarheen zijn gevlucht en daar in getrouwheid hebben gewoond, Armageddon zullen overleven en nooit ten gevolge van de dood van het oppervlak der nieuwe aarde zullen behoeven te verdwijnen? Willen wij dat, dan moet Gods goede nieuws van het Koninkrijk en zijn waarschuwing dat hij zich op de vijanden van het Koninkrijk zal wreken, tot Armageddon onze boodschap zijn en totdat Satans oude wereld volkomen is verwoest en zowel de aarde als de hemel rein is, zullen wij deze woorden van God niet van onze mond laten wijken. Die verheven gebeurtenis is nabij!
17. Waar staan wij op de drempel van, en welke voorbereidingen moeten wij er voor treffen?
17 Wij staan nu op de drempel van een nieuwe wereld die nooit zal vergaan of oud zal worden, maar waarvan de goddelijke Schepper zegt: ’Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord van Jehovah, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan’ (Jes. 66:22, NBG, AS). Wat een onuitsprekelijk voorrecht is het, nu met de Nieuwe-Wereldmaatschappij in het land van veiligheid te wonen en deel te hebben aan de voorbereidingen voor die wereld van kalmte en van tevredenheid met godvruchtigheid, waar niets ons kwaad kan doen of ons bevreesd kan maken! Jehovah God bouwt de rechtvaardige nieuwe wereld door bemiddeling van Jezus Christus, zijn Koning, en de voorbereidingen die wij er voor treffen, staan dus hoofdzakelijk in verband met ons zelf als een Nieuwe-Wereldmaatschappij. Wij moeten namelijk leren hoe wij in liefde moeten samenwerken, en wij moeten theocratisch georganiseerd worden en blijven. Te midden van de vernietigingen tijdens Armageddon worden onze verscheidene stoffelijke eigendommen, huizen en Koninkrijkszalen en materiële bezittingen misschien verwoest, maar onder de hemelse bescherming van Jehovah’s legerscharen die het oordeel zullen voltrekken, zullen wij in leven blijven met hetgeen wij nodig hebben. Het voornaamste van dit alles zal Jehovah’s goedkeuring zijn, die hij ons zal schenken als wij aan onze rechtschapenheid jegens hem en zijn koninkrijk vasthouden.
18. Hoe en met welke verwachting, dienen wij ons thans als een Nieuwe-Wereldmaatschappij te gedragen, en wat heeft Jehovah ons in overeenstemming hiermede door middel van zijn Nieuwe-Wereldmaatschappij verschaft?
18 Terwijl wij er naar verlangen na Armageddon eindeloos lang te leven, is het kardinale punt thans, te weten hoe wij met elkaar moeten omgaan en God eensgezind moeten dienen. Laat Jehovah’s geest vrij en onbelemmerd onder ons werken, opdat wij er van worden weerhouden gevormd te worden overeenkomstig de opvattingen en stelsels van mensen en opdat hij iets van ons kan maken wat hij eeuwig kan gebruiken. Laten wij, terwijl de oude wereld op religieus gebied jammert, huilt, hongert en dorst, en zich naar een vurige vernietiging haast, op geestelijk gebied voortgaan vrolijk te zijn, te zingen en ons goed te doen, altijd denkend aan de woorden van Petrus: „Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en hierin zal rechtvaardigheid wonen” (2 Petr. 3:13, NW). In volledige overeenstemming met onze verwachtingen en opdat wij ons gezamenlijk verder te goed kunnen doen en verder als een Nieuwe-Wereldmaatschappij kunnen samenwerken, heeft de gelukkige God Jehovah ons door middel van zijn Nieuwe-Wereldmaatschappij dit nieuwe 384 bladzijden tellende boek in het Engels verschaft, getiteld „NEW HEAVENS AND A NEW EARTH”.