-
De kostbare schat in aarden vatenDe Wachttoren 1960 | 15 juli
-
-
van de Here Jezus in zijn koninkrijksmacht in vervulling ging, werd het profetische bevel in Jesaja 60:1, 2 van kracht: „Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des HEREN gaat over u op. Want zie, duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de natiën, maar over u zal de HERE opgaan en zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.” Sedert 1919 zijn Jehovah’s aarden vaten dienovereenkomstig actief geweest, wat het in vers 3 voorzegde resultaat heeft gehad: „Volken zullen opgaan naar uw licht en koningen naar uw stralenden opgang.”
Dat daarom alle leden van het overblijfsel en van de klasse der „andere schapen” als lichtgevers in de wereld blijven schijnen uit dankbare waardering voor hun grootse en zeer unieke dienstvoorrecht, de kostbare schat die zij in hun aarden vat hebben (Fil. 2:15).
-
-
Is er een vagevuur?De Wachttoren 1960 | 15 juli
-
-
Is er een vagevuur?
HET denkbeeld van het vagevuur is een rooms-katholieke leerstelling. In de geloofsbelijdenis van paus Pius IV werd er de volgende definitie van gegeven: „Ik blijf voortdurend van mening dat er een vagevuur is, en dat de zich daarin bevindende zielen door de smeekbeden der gelovigen worden geholpen”.
Ten behoeve van hen die niet met dit dogma op de hoogte zijn, zouden wij het in het kort als volgt willen samenvatten: Dat, wanneer een katholiek in dagelijkse zonde sterft, hij in werkelijkheid niet dood is, maar dat zijn ziel zich bewust ophoudt in een plaats van tijdelijke pijniging, „vagevuur” genaamd, dat de duur van zijn pijniging in het vagevuur kan worden verkort en dat de daarin verkerende ziel door smekingen, of gebeden, en offers van de levenden geholpen kan worden.
Wil de leerstelling van het vagevuur waar zijn, dan moet er uit Gods Woord, de bijbel, blijken 1. dat elke mens een ziel bezit, afgescheiden en afscheidelijk van het lichaam; 2. dat er geen dood van de menselijke ziel of het schepsel bestaat, omdat alleen het lichaam sterft en de ziel blijft voortleven; 3. dat de menselijke doden zich bewust in een andere wereld bevinden; en 4. dat zij die in een vagevuur verblijven door middel van financiële bijdragen van hun vrienden op aarde die hiervoor gebeden laten opzenden en missen laten opdragen, geholpen en bijgestaan kunnen worden.
Leert de bijbel dat de mens een afzonderlijke ziel heeft, die zich bij de dood van het lichaam kan losmaken? Neen! Volgens de bijbelse definitie is de ziel zowel het menselijke schepsel zelf als het bewuste, ademende bestaan waarin hij zich tijdens zijn leven verheugt. De bijbel leert dat de mens een ziel IS. In Genesis 2:7 (SV) lezen wij: „De HERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel”. Het menselijke lichaam en de adem die God in zijn neusgaten blies ten einde het lichaam tot leven te wekken, vormden dus samen de ziel, het levende schepsel. Het woord „ziel” heeft eveneens betrekking op het bewuste, ademende bestaan van een levend schepsel, maar ze is in geen geval een mysterieus onsterfelijk iets in de mens wat voortleeft.
Is het waar dat het lichaam sterft en
-