1914 een gekenmerkt jaar — waarom?
WAAR bevond u zich in het jaar 1914? Zou u antwoorden: ’Toen was ik nog niet geboren’? Maar er leven in deze tijd enige miljoenen mensen die zich het jaar 1914 nog kunnen herinneren.
In 1914 maakte Mary haar laatste middelbare-schooljaar af. Zij zou Duits gaan studeren en verheugde zich op een voldoeningschenkende loopbaan als lerares. Die zomer, voordat zij naar de universiteit vertrok, was zij buiten op het land van haar vaders boerderij aan de noordoostkust van de Verenigde Staten bezig de glanzende velletjes van de rijpende tomaten van wormen te ontdoen, toen aan de andere kant van de wereld, in Sarajevo, de kogel van een moordenaar een eind maakte aan het leven van een Oostenrijkse aartshertog. Dat was de vonk die de Eerste Wereldoorlog deed ontbranden. Toen het nieuws over de oorlog Mary bereikte, dacht zij: ’Het is uitgekomen! Wat de Bijbelonderzoekers zeiden, is precies uitgekomen; 1914 wordt een gekenmerkt jaar!’
Mary was niet de enige die zo over de wereldgebeurtenissen dacht. Op 30 augustus 1914 stond de opvallende kop: „Het einde van alle koninkrijken in 1914” in reusachtige letters boven bladzijde 4 in de zondagsbijlage van The World, een van de belangrijkste Newyorkse kranten. „Het uitbreken van de verschrikkelijke oorlog in Europa heeft een buitengewone profetie in vervulling doen gaan”, verklaarde dit speciale artikel. „De afgelopen vijfentwintig jaar hebben de ’Internationale Bijbelonderzoekers’ [Jehovah’s Getuigen], beter bekend onder de naam ’Millennial Dawners’, de wereld via predikers en door middel van de pers bekendgemaakt dat de Dag der Gramschap waarover in de bijbel wordt geprofeteerd, in 1914 zou aanbreken. ’Ziet uit naar 1914!’ is de roep geweest van de honderden reizende evangelisten die als vertegenwoordigers van deze vreemde geloofsovertuiging het gehele land zijn doorgetrokken, de leer verkondigend dat ’het koninkrijk Gods is nabijgekomen’.”
Of u in dat jaar nu wel of niet leefde, 1914 dient meer voor u te betekenen dan alleen een omgekruld en van ouderdom vergeeld kalenderblad of een kop op de halfvergane bladzijde van een tijdschrift. Het is een buitengewoon belangrijk jaar, dat van invloed is op uw leven nu.
Waarom is 1914 een gekenmerkt jaar?
Hoe wisten Jehovah’s Getuigen meer dan dertig jaar van tevoren dat 1914 een belangrijk tijdstip zou zijn in verband met goddelijke heerschappij? Hoewel de Getuigen in die tijd nog niet ten volle beseften wat de ophanden zijnde gebeurtenissen allemaal betekenden, wees de Engelse Wachttoren van december 1879 reeds op 1914 als een gekenmerkte datum met betrekking tot de bijbelse profetieën. En de uitgave van maart 1880 legde verband tussen Gods koninkrijksheerschappij en het einde van wat door Jezus Christus „de bestemde tijden der natiën” of „de tijden der heidenen” werd genoemd (Lukas 21:24; Statenvertaling). Die Wachttoren zei: „’De tijden der heidenen’ strekken zich uit tot 1914, en pas dan zal het hemelse koninkrijk in volledige mate heersen.”
Wat wordt bedoeld met de uitdrukking „tijden der heidenen” of „bestemde tijden der natiën”? En welk verband bestaat er met Gods koninkrijk? Laten wij, om deze vragen te beantwoorden, Jezus’ woorden eens aan een nader onderzoek onderwerpen. Hij zei: „Jeruzalem zal door de natiën [heidenen] worden vertreden totdat de bestemde tijden der natiën [heidenen] zijn vervuld.” — Lukas 21:24.
Wat wordt bedoeld met „Jeruzalem”? Het duidt op Gods koninkrijk. Hoe weten wij dat? Het Israël uit de oudheid is van 1513 v.G.T. tot in de eerste eeuw van onze Gewone Tijdrekening Gods uitverkoren volk geweest (Exodus 19:6; Matthéüs 23:37, 38). Jehovah organiseerde hen onder een typologische theocratische regering, of Godsregering. Jeruzalem werd de hoofdstad. Daar zaten de door God gezalfde koningen in de geslachtslijn van David „op Jehovah’s troon”. Zij regeerden als koningen voor Jehovah (1 Kronieken 29:23; 2 Kronieken 9:8). De Cyclopaedia van M’Clintock en Strong verklaart: „Jeruzalem was gemaakt tot de vorstelijke residentie van de koning over heel Israël; en gelijktijdig vormde de Tempel, dikwijls ’het huis van Jehovah’ genoemd, de residentie van de Koning der koningen, de opperste heerser over de theocratische staat.”
Wanneer en hoe werd Jeruzalem door de heidenen vertreden? Het vertreden begon in 607 v.G.T. Hoe? Doordat er een abrupt einde aan de dynastie van David kwam. Koning Zedekía werd onttroond en de stad Jeruzalem werd door een ware vloedgolf van Babyloniërs onder Nebukadnezar verwoest. De bijbel had deze breuk in de Davidische koningslijn voorzegd door in Ezechiël 21:26, 27 te zeggen: „Zet af de kroon . . . ze zal stellig van niemand worden totdat hij komt die het wettelijke recht heeft, en ik moet het aan hem geven.” Gods heerschappij was nu beperkt, totdat „de bestemde tijden der natiën” zouden eindigen. De tijden der heidenen waren dus een periode waarin de natiën heersten zonder dat Jehovah God een regering had die zijn heerschappij op aarde vertegenwoordigde.
Toen de tijden der heidenen eindigden, moest Jehovah de macht om te heersen geven aan Degene „die het wettelijke recht heeft”, Jezus Christus. Het jaar 1914 zou derhalve het tijdstip kenmerken waarop Christus als Koning in Gods hemelse koninkrijk begon te heersen, en aangezien zijn heerschappij zich tot op de dag van heden uitstrekt, gaat ze ook u aan.
Hoe kwam men op grond van chronologische berekeningen op het jaar 1914? De Engelse Wachttoren van juni 1880 verklaart: „De lange periode van 2520 jaar en hun bittere ervaring onder de heerschappij van de beesten (menselijke regeringen, Dan. vii.), wordt in Dan. iv. duidelijk weergegeven door de ’zeven tijden’ van Nebukadnezars bittere ervaring onder de beesten.” Wij moeten dus terug naar de raadselachtige droom van de Babylonische koning om van daaruit de chronologische lijn tot 1914 te volgen.
Een profetische blauwdruk
Jehovah heeft zijn volk bij monde van zijn profeten altijd een profetische blauwdruk gegeven die zij konden volgen. „Want de Heer Jehovah zal niets doen tenzij hij zijn vertrouwelijke aangelegenheden heeft geopenbaard aan zijn knechten, de profeten”, verklaart Amos 3:7. Meer dan 4000 jaar geleden bijvoorbeeld was Noach Gods speciale boodschapper. Jehovah gaf Noach een profetische waarschuwing omtrent de door water veroorzaakte vernietiging die over de goddeloze wereld zou komen (Genesis 6:3; 7:4). Wat er toen gebeurde, was tevens een voorafschaduwing van een toekomstige vernietiging van de goddelozen tijdens de onzichtbare „tegenwoordigheid van de Zoon des mensen”, Jezus Christus (Matthéüs 24:37-39). Het behoeft ons dus niet als iets ongewoons voor te komen dat de uiteenzetting die Daniël gaf over Nebukadnezars wereldheerschappij — zijn val en zijn machtsherstel — tevens een illustratie op kleine schaal was van veranderingen in de theocratische wereldheerschappij in handen van Gods gezalfde Koning.
Wat zien wij wanneer wij het profetische beeld in Daniël 4:10-17 onderzoeken? De reusachtige, hemelhoge boom beeldt goddelijke heerschappij af. De boom werd omgehakt toen Gods koninkrijk Juda met zijn hoofdstad Jeruzalem in 607 v.G.T. viel. Nadat er „zeven tijden” van heerschappij door met beesten vergeleken natiën waren voorbijgegaan, werden de twee belemmerende metalen banden verwijderd, en de goddelijke heerschappij werd hersteld toen Jezus Christus in 1914 als Koning in Gods hemelse regering begon te heersen.
Een dag voor een jaar
Hoe weten wij dat de „zeven tijden” 2520 jaar bedragen? De berekeningen worden op dezelfde wijze gemaakt als de eerste president van het Wachttorengenootschap, C. T. Russell, ze in 1877 maakte en vastlegde in het boek The Three Worlds (De drie werelden), waarvan hij medeauteur was. Dat gaat aldus: In Openbaring hoofdstuk 12, de verzen 6 en 14, leren wij dat 1260 dagen gelijk zijn aan „een tijd [dat wil zeggen: 1 tijd] en tijden [dat wil zeggen: 2 tijden] en een halve tijd”, of in totaal 3 1/2 tijd. „Een tijd” is dus gelijk aan 360 dagen. „Zeven tijden” is dan zeven maal 360, ofwel 2520 dagen. Indien wij nu, volgens een bijbelse regel, een dag voor een jaar rekenen, zijn de „zeven tijden” gelijk aan 2520 jaar (Numeri 14:34; Ezechiël 4:6). Derhalve lopen de „zeven tijden”, de tijden der heidenen, van 607 v.G.T. tot 1914 G.T.
Welke redenen zijn er om te geloven dat Nebukadnezars profetische droom over de boom zich tot in onze twintigste eeuw uitstrekt en in Gods koninkrijk in vervulling gaat? Dit is een van de redenen: Het boek Daniël bestaat voor een aanzienlijk deel uit profetieën die hun vervulling vinden in de wereldheerschappij en Gods koninkrijk na Daniëls tijd. Lees bijvoorbeeld Daniël hoofdstuk 2 eens. Het beschrijft een uit verschillende metalen bestaand beeld dat opeenvolgende wereldmachten afbeeldt die worden verbrijzeld. Waardoor? Door Gods koninkrijk! (Daniël 2:44) Of lees Daniël hoofdstuk 7 eens, waar opeenvolgende wereldregeringen gezien worden als wilde beesten die uit de zee opstijgen en uiteindelijk worden vervangen door één regering. Welke? Gods koninkrijk! (Daniël 7:14) Of neem de hoofdstukken 11 en 12 van Daniël. In die hoofdstukken blijven een koning van het noorden en een koning van het zuiden zich met elkaar meten in een strijd om de opperheerschappij over de wereld, totdat hun door de vorst Michaël de nederlaag wordt toegebracht (Daniël 12:1). Wie is deze Michaël? Jezus Christus, de heerser in Gods koninkrijk!
Er is dus een grondige reden waarom 1914 een gekenmerkt jaar was. Het was het sein voor het begin van de rechtvaardige op de aarde gerichte heerschappij door Gods koninkrijk. Het kondigde de ondergang voor de goddelozen aan. Het duidde op „de laatste dagen” van dit goddeloze samenstel van dingen (2 Timótheüs 3:1). Het was het sein dat het aftellen van de dagen tot de aanvang van een aards paradijs begonnen was.
Er zijn nog andere redenen waarom 1914 een gekenmerkt jaar is dat u aangaat. Die zullen in de volgende uitgaven van De Wachttoren worden behandeld.
[Inzet op blz. 6]
„De Wachttoren” wees reeds in december 1879 het jaar 1914 aan als een gekenmerkt tijdstip
[Inzet op blz. 7]
1914 kenmerkte het tijdstip waarop Christus als Koning begon te heersen in Gods hemelse regering
[Kader op blz. 8]
Een andere profetie, die te vinden is in het negende hoofdstuk van Daniël, vestigt de aandacht op de komst van de Messías — de toekomstige Koning van Gods koninkrijk — als mens, en geeft zelfs nauwkeurig het jaar van zijn verschijnen aan! Hierbij is een periode van „zeventig weken” betrokken (Daniël 9:24-27). Door bijbelgeleerden wordt algemeen erkend dat elke dag van die profetische weken gelijk is aan een jaar. Aangezien een van Daniëls profetieën nauwkeurig de komst van de Messías als mens heeft voorzegd, zou het niet zo vreemd zijn als een van zijn andere profetieën de onzichtbare komst van de Messías of Christus in Gods hemelse koninkrijk zou voorzeggen.
[Tabel/Illustratie op blz. 8]
WAT DE DROOM VAN DE KONING VOOR U BETEKENT
Boom Goddelijke heerschappij
Boom omgehakt en met 607 v.G.T., einde van Gods
banden omsloten heerschappij via menselijke
koningen
Zeven tijden der heidenen 2520 jaar heerschappij door met
beesten vergeleken regeringen
Banden verwijderd 1914 G.T., begin van Gods
heerschappij in handen van
hemelse Koning, Christus Jezus
[Illustratie op blz. 5]
In haar uitgave van 30 augustus 1914 vestigde de Newyorkse krant The World de aandacht op het opmerkelijke feit dat de Internationale Bijbelonderzoekers (Jehovah’s Getuigen) reeds tevoren op 1914 hadden gewezen als een gekenmerkt jaar in de bijbelse profetieën