„Uw wil geschiede op aarde” — Deel 29
Sedert het moment in de vierde eeuw voor de christelijke jaartelling dat de strijd tussen de koning van het noorden en de koning van het zuiden begon, is de identiteit van de twee koningen in de loop der eeuwen veranderd. In 64 v. Chr. bekleedden de heersers van het Romeinse Rijk de positie van de koning van het noorden. Toen de Romeinse keizer Theodosius in 395 (n. Chr.) stierf, werd het rijk in een oostelijk en een westelijk deel verdeeld. Doch het werd pas op de kerstdag van het jaar 800 — toen de rooms-katholieke paus Leo III de Frankische koning Karel de Grote tot keizer van het westelijke rijk kroonde — geschiedkundig juist om over zowel het Westelijke Rijk als het Oostelijke Rijk met zijn hoofdstad te Constantinopel te spreken.
78. Wie verkreeg, toen het keizerschap over het Westen verkiesbaar werd, dit ten slotte en heeft dit tot aan het eind uitgeoefend, en hoe werd het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie gesticht en tot een einde gebracht?
78 In 911 (n. Chr.) werd het keizerschap over het Westen verkiesbaar. Vijf eeuwen later bevond het zich in handen van de leden van het Oostenrijkse huis der Habsburgers, die het keizerschap tot 1806, toen het Heilige Roomse (d.i. Romeinse) Rijk werd ontbonden, hebben uitgeoefend. Het Duitse Rijk ontving deze titel gedurende de regering van Otto de Grote. In 961 werd hij tot koning van Italië gekroond en op 2 februari 962 werd hij te Rome door paus Johannes XII als Otto I en keizer van het Heilige Roomse Rijk gekroond. Het kwam als het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie bekend te staan, omdat de hoofdstad ervan in Duitsland was gevestigd en de keizers en de meesten van hun onderdanen Duitsers waren. Onder Otto I werden Duitsland en Italië derhalve nauw met elkaar verbonden, waarbij Duitsland de toppositie innam en Italië ten slotte als een veroverde provincie werd behandeld. Napoleon Bonaparte bracht het Heilige Roomse Rijk in 1806 tot zijn einde. Toen hij als keizer der Fransen weigerde het bestaan van het Heilige Roomse Rijk te erkennen, onthief keizer Frans II de Duitse staten van trouw aan het Heilige Roomse Rijk. Hij bedankte voor de Roomse keizerlijke waardigheid en trok zich als keizer van Oostenrijk tot zijn nationale regering terug. Aldus vond het Heilige Roomse Rijk, dat door de rooms-katholieke paus en door de Frankische Karel de Grote was gesticht, nadat het 1006 jaar had bestaan, een roemloos einde. Het had bewezen geen duizendjarig koninkrijk Gods te zijn.
79. Wanneer ontstond het nieuwe Duitse Rijk, en welk drievoudige verbond werd gesloten?
79 In 1870 ontstond Italië als een koninkrijk dat onafhankelijk van de roomse pausen van het Vaticaan was. In het volgende jaar vond het nieuwe Duitse Rijk, waarover Wilhelm I tot caesar of keizer werd uitgeroepen, een begin. Nu werd het mogelijk de hedendaagse koning van het noorden te identificeren. Na verloop van tijd gingen Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië een verbond aan, welk bondgenootschap met het uitbreken van de 1ste Wereldoorlog nog steeds bestond.
80. Hoe ontstond de zevende wereldmacht, en wanneer in het bijzonder kwam ze in de positie van koning van het zuiden?
80 In het begin van de zeventiende eeuw begon Groot-Brittannië tot een keizerrijk uit te groeien en de positie van de zevende wereldmacht in de bijbelse geschiedenis te bekleden, welke positie dit land met de Verenigde Staten van Amerika deelde zodat de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht ontstond. Gedurende de oorlog van Engeland met Napoleon Bonaparte verdreef het Britse leger de Fransen uit Egypte, welk land in 1798 geheel door de Fransen was veroverd. Alhoewel Egypte wederom onder de heerschappij van Turkije kwam te staan, bezat de Britse regering in feite sedert 1882 het bestuur over Egypte. Egypte stond weliswaar onder een khedive van het land zelf, maar was toch van Engeland afhankelijk, want het Britse leger bleef in Egypte terwijl de wil der Engelsen in werkelijkheid de wet was. Vervolgens namen de Britten in 1941 het bestuur in Egypte over omdat de Egyptische khedive partij koos voor Turkije, dat zich in de eerste wereldoorlog bij Duitsland had aangesloten; zij zetten derhalve de khedive af en riepen Egypte tot een Brits protectoraat uit. Aldus werden het democratische Engeland en Amerika tegenstanders van de profetische koning van het noorden en kwamen ze gezamenlijk in de positie van de koning van het zuiden.
81. Wat krijgt, van dit standpunt uit bezien, de rest van Daniëls profetie voor ons?
81 Van dit standpunt uit bezien, krijgt de rest van het gezicht omtrent datgene wat er in de toekomst zou gebeuren en dat Jehovah’s engel in het derde jaar van Kores de Grote van Perzië aan Daniël schonk, voor ons die in deze „bestemde tijd van het einde” van deze oude wereld leven, een boeiende betekenis. — Dan. 8:19, JPS; RS.
HOOFDSTUK 11
„DE BESTEMDE TIJD VAN HET EINDE”
1. Wat is in deze „bestemde tijd van het einde” door de oorlogvoering tussen de koning van het noorden en de koning van het zuiden bedreigd, en waarom?
IN DE „bestemde tijd van het einde” heeft de koude en hete oorlogvoering tussen de koning van het noorden en de koning van het zuiden de hedendaagse door mensen opgebouwde beschaving met volkomen vernietiging bedreigd. De twee koningen hebben er bij hun bedrieglijke diplomatieke betrekkingen en hun oorlogvoering niet alleen blijk van gegeven totaal geen achting voor de beste belangen van de mensheid te koesteren, maar ook dat ze geen respect voor het koninkrijk van God, de rechtmatige regering over de gehele aarde, bezitten. Gods engel bracht de op een lange periode betrekking hebbende profetie helemaal tot in onze tijd, door tot de profeet Daniël te zeggen: „En die beide koningen zullen kwaad in den zin hebben, en aan één tafel gezeten, zullen zij leugens spreken, maar het zal niet gelukken, want nog toeft het einde, tot den vastgestelden [bestemde, Le] tijd”. — Dan. 11:27.
2. Tussen welke belangen begon het sedert 1871 tot een botsing te komen, en welke overtuiging betreffende vrede werd er desondanks toch onder woorden gebracht?
2 Kort nadat het Duitse Rijk op 1 januari 1871 wederom was opgericht, begonnen de belangen van deze koning van het noorden in botsing te komen met die van de hedendaagse koning van het zuiden, de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht. De Duitse koning van het noorden was de levendigste en machtigste kampioen van de vroegere zesde wereldmacht Rome. Toen het Duitse parlement in oktober 1871 werd geopend, sprak keizer Wilhelm I de overtuiging uit dat „het nieuwe Duitse Rijk een betrouwbaar schild des vredes zal zijn”. Bleek dit de waarheid of een leugen te zijn?
3. In welk opzicht hadden deze twee koningen „kwaad in den zin”?
3 De koning van het noorden en de koning van het zuiden waren „aan één tafel” gezeten doordat zij onderling contact hadden en vriendschap jegens elkaar tot uitdrukking brachten. Zij hadden echter kwaad in de zin, zo niet jegens elkaar dan toch stellig ten aanzien van het beloofde koninkrijk Gods, waarom reeds zo lang was gebeden. De twee koningen beweerden krachtens goddelijk recht als de „overheden” of de „hogere machten” die ’door God zijn geordineerd’ „bij de gratie Gods” te regeren (Rom. 13:1, Lu). De koning van het zuiden had reeds een wereldrijk, en wel het grootste dat de wereld tot op die tijd had gekend, zodat hij de opkomende macht van het nieuwe Duitse Rijk met lede ogen aanzag.
4. Waartoe beraamde keizer Wilhelm klaarblijkelijk plannen, en welke stappen deed hij te dien einde?
4 In 1888 besteeg de kleinzoon van Wilhelm I als Wilhelm II, gewoonlijk keizer Wilhelm genoemd, de keizerlijke troon van Duitsland. Betreffende hem zegt een bepaalde autoriteit: „Hij geloofde sterk in het goddelijk recht van koningen en van keizers in het bijzonder. Bij talrijke gelegenheden sprak hij over zichzelf als ’het werktuig van de Here’ en hij stelde zo buitengewoon veel belang in het leger, . . . Zijn zelfzuchtige ambities kenden echter geen grenzen. Thans wordt algemeen toegegeven dat hij vrijwel vanaf de eerste dag van zijn regering plannen voor wereldheerschappij begon te maken; dat hij . . . besloot dat hij, Wilhelm, de wereld zou tonen dat één man zich tot de hoogste positie kon verheffen en niet alleen Duitsland, maar door middel van Duitsland de geciviliseerde aarde zou kunnen regeren”.a „Hij verklaarde dat hij zijn ’ontzagwekkende verantwoordelijkheid waarvan geen mens, geen minister, geen parlement en geen volk de soeverein kan ontheffen, alleen aan de Schepper te danken had’”. . . .b Hij riep een machtig, goed getraind leger op de been waarin hij een groot vertrouwen stelde; tevens ontwikkelde hij een machtige vloot, die met vele onderzeeboten was uitgerust en maakte hij een begin met een grote commerciële en koloniale expansie van het Duitse Rijk. Hij breidde de invloed van zijn rijk tot Turkije uit door te trachten een rechtstreekse spoorweg naar de Perzische Golf aan te leggen. Hij bouwde in het Verre Oosten, Afrika en Zuid-Amerika Duitse belangen op. Met het kwaad of onheil was een begin gemaakt!
5. Aan welke ’ene tafel’ waren de twee koningen gezeten, en wat spraken zij daar?
5 Beide koningen werden lid van het Haagse Hof van Internationale Arbitrage. Zij waren dus naar men mocht verwachten voor vrede onderling en met andere natiën, maar stellig niet voor „vrede met God” of vrede met zijn komende koninkrijk. Wat kon men anders verwachten dan dat zij „aan één tafel” diplomatieke ’leugens zouden spreken’? Niet aan de „tafel van Jehovah”, welke een tafel van waarheid is, maar aan de „tafel der demonen”, waar „leringen van demonen” worden opgediend (1 Kor. 10:20, 21; 1 Tim. 4:1, 2, NW; Mal. 1:7, 12). Deze leugenachtige spreek- en handelwijze jegens elkaar en jegens Jehovah God en zijn Christus werden echter niet in die zin met succes bekroond dat ze een vredige wereld tot gevolg hadden of de mensen ertoe konden bewegen zich vrijwillig aan het toekomstige koninkrijk van God en van zijn Christus te onderwerpen. Het gelukte hen niet om op deze wijze de politieke, commerciële en militaire macht te blijven behouden, want het einde van beide „koningen” wacht nog tot de door Jehovah God „bestemde tijd”.
6, 7. (a) Hoe keerde de koning van het noorden nu ’met grote rijkdommen naar zijn land terug’? (b) Van welke religieuze potentaat verkreeg hij de gunst?
6 Met de koning van het noorden in gedachten zei Jehovah’s engel tot Daniël: „Dan zal hij naar zijn land terugkeren met rijke have [grote rijkdommen, Le], en zijn hart zal zijn tegen het heilig verbond; zo zal hij doen [en hij zal het doen, SV] en naar zijn land terug keren” (Dan. 11:28). Keizer Wilhelm keerde naar het land of de aardse toestand van de koning van het noorden uit de oudheid terug door een rijk met een absolute regeringsvorm op te bouwen, ten einde het Duitse Rijk te vergroten en de invloed ervan tot alle windstreken uit te breiden. Door deze handelwijze verwierf het keizerrijk Duitsland in vele opzichten „grote rijkdommen”. Hij gaf Duitsland de belangrijkste positie in een Triple Alliantie of Dreibund, welk verbond met instemming van de paus van Vaticaanstad tussen Oostenrijk-Hongarije, Italië en Duitsland werd gesloten. Een autoriteit zei hierover het volgende:
7 „Voor het handhaven van de Triple Alliantie volgde de keizer klaarblijkelijk de politiek van [kanselier] Bismarck. . . . Op schrandere wijze bevrijdde Wilhelm zich van de erfenis van Bismarcks [anti-katholieke] kulturkampf door concessies te doen waarvan hij profijt trok door het Vaticaan en de Duitse scholen op basis van zijn antirevolutionaire politiek tot zijn onvoorwaardelijke bondgenoten te maken en door de scholen zelf te hervormen”.c
8. Waarmee betuigde de paus zijn instemming, met de Triple Alliantie of de Triple Entente, en waarom?
8 Aangezien niet alleen Italië maar ook Oostenrijk-Hongarije rooms-katholiek was en derhalve nauw met de paus van Vaticaanstad in contact stond, was het alleen maar te verwachten dat de paus vóór de tegen de koning van het zuiden en zijn Triple Entente — het verbond tussen het protestantse Engeland, het republikeinse Frankrijk en het Russisch-orthodoxe tsaristische Rusland — gerichte Triple Alliantie (Dreibund), zou zijn.
9. Hoe was deze koning van het noorden in zijn hart „tegen het heilig verbond”?
9 In de vroege dagen van het herleefde Duitse Rijk maakte het aan Jehovah opgedragen volk van zijn „heiligdom”-klasse in feite reeds sedert 1877 in hun publikaties openlijk bekend dat de tijden der heidenen of de „bestemde tijden der natiën” in 1914 zouden eindigen. In dat jaar zou het koninkrijk Gods volledig in de hemelen worden opgericht ten einde erop toe te zien dat Zijn wil op aarde zou geschieden. Dit was in overeenstemming met het verbond dat Jehovah voor een eeuwig Koninkrijk dat door zijn permanente Erfgenaam, Jezus Christus, geregeerd zou worden, met koning David had gesloten (2 Sam. 7:12-16; Ps. 89:29-38; Luk. 22:28, 29). Zowel keizer Wilhelm als de andere wereldse heersers behandelden de boodschap van Jehovah’s heiligdomklasse betreffende het feit dat de tijden der heidenen in 1914 zouden eindigen, met verachting. Toch had de Watch Tower Bible & Tract Society sedert 1903 te Barmen-Elberfeld in Duitsland, een krachtig bijkantoor gehad. Het was onloochenbaar dat het hart van de Duitse koning van het noorden tegen het heilige Koninkrijksverbond van Jehovah God was gekant. De plannen van de keizer waren er niet op gericht om, wanneer Jezus Christus in 1914 op de hemelse troon wordt geplaatst, de keizerlijke soevereiniteit aan hem over te dragen, om aldus Jezus Christus als de rechtmatige Erfgenaam van het koninkrijk over de gehele aarde te erkennen. Daarom „deed hij het” of begon hij handelend op te treden en keerde hij tot zijn eigen plannen betreffende een door de Duitse keizer beheerste aarde terug. Door commerciële wedijver en een militaire organisatie zaaide hij de zaden voor een hete oorlog, de 1ste Wereldoorlog.
10. Hoe begon de kwestie betreffende de wereldheerschappij sedert 1870 een brandend vraagstuk te worden?
10 De kwestie betreffende de wereldheerschappij werd nu een brandend vraagstuk. Gedurende de veertig jaren welke er sedert 1870, toen de Frans-Pruisische oorlog begon en het Duitse Rijk weer opkwam, tot aan 1910 verliepen, was er wat de „Europese wereldbeheersing” betrof meer vooruitgang gemaakt dan gedurende de vier voorgaande eeuwen.d Dit was aan het materialisme te wijten! Reeds in 1895 verklaarde keizer Wilhelme dat „het Duitse Rijk een wereldrijk is geworden”. Hij liet zich in met het Midden-Oosten, want vier jaar later kreeg een groep Duitse bankiers van de Turkse sultan toestemming om dwars door Aziatisch Turkije heen een spoorweg aan te leggen, die van de Bosporus, tegenover Constantinopel, in zuidoostelijke richting naar Bagdad in Mesopotamië (nu Irak) liep. Uitziende naar nog meer communicatiemiddelen voor het keizerrijk, zei hij: „Duitslands toekomst ligt op het water”. De totale tonnage van zijn vloot werd op één na de grootste en werd alleen door die van Engeland overtroffen. De koning van het zuiden keek angstig toe.
11. Hoe ontstond er ten slotte een wereldbrand, en hoe was dit „ter bestemder tijd”?
11 Nu er zoveel ontvlambaar materiaal was opgestapeld, was er slechts een vonkje nodig om een wereldbrand te doen ontstaan. De strijd ontbrandde — en wel op 28 juni 1914, doordat de Oostenrijkse aartshertog Ferdinand en zijn vrouw in Bosnië, dat in 1908 door Oostenrijk-Hongarije, Duitslands bondgenoot, was geannexeerd, werden vermoord. De koning van het noorden greep deze gelegenheid aan om zijn plan met betrekking tot de wereldheerschappij ten koste van de koning van het zuiden te verwezenlijken. Jehovah’s engel had gezegd: „Ter bestemder tijd zal hij opnieuw in het Zuiden binnenvallen, maar den laatsten keer zal het niet zijn zoals den eersten” (Dan. 11:29). De ’bestemde tijd’ was het jaar 1914, en in de herfst van dat jaar zouden volgens Gods tijdrekening de „bestemde tijden der natiën”, die 2520 jaar duurden, eindigen. Op dat tijdstip eindigde de heerschappij over de aarde welke de natiën tot dusver onder toelating van Jehovah God zonder inmenging van Gods koninkrijk hadden uitgeoefend. Gerekend vanaf 607 v. Chr. — toen Jehovah’s voorbeeldige koninkrijk in Jeruzalem door de heidenen werd omvergeworpen, zijn voorbeeldige heiligdom in die stad werd vernietigd en het gebied van het koninkrijk, namelijk Juda, werd verwoest — was dat „zeven tijden” later. — 2 Kron. 36:17-21; Luk. 21:24.
12. Voor de herstelling waarvan was in de herfst van 1914 de tijd aangebroken?
12 In de herfst van 1914 was derhalve Jehovah’s bestemde tijd aangebroken om zijn koninkrijk niet op aarde te Jeruzalem, maar boven in de hemel, aan zijn rechterhand, waar zijn Zoon, Jezus Christus, had zitten wachten totdat zijn vijanden tot zijn voetbank zouden worden gemaakt, te herstellen. — Ps. 110:1; Hebr. 10:12, 13.
13. Deelden de natiën der christenheid toen in 1914 het koninkrijk werd opgericht, in de vreugde van de „vier en twintig oudsten”?
13 Verheugden de natiën der „christenheid” zich er in 1914 over dat de tijd nabij was waarin, zoals door Jehovah’s volk van de „heiligdom”-klasse werd bekendgemaakt, het koninkrijk Gods volledig opgericht zou worden? De symbolische vierentwintig oudsten die voor het aangezicht van God op hun tronen waren gezeten, verheugden zich en zeiden: „Wij danken U, Here God, Almachtige, die is en die was, dat Gij uw grote macht hebt opgenomen en het koningschap hebt aanvaard”. De profetie zei echter dat de wereldse natiën hier niet blij over zouden zijn: „De volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen en de tijd . . . om te verderven wie de aarde verderven” (Openb. 11:16-18). Zelfs voordat de „zeven tijden” in de herfst van 1914 afliepen, plaatsten de natiën zich niet in een toestand waarin zij het koninkrijk Gods dat in dat jaar hersteld zou worden, konden begroeten en aanvaarden.
14. Hoe viel de koning van het noorden in 1914 „opnieuw in het Zuiden binnen”?
14 Op 28 juli verklaarde Oostenrijk-Hongarije, omdat zijn erfgenaam van de koninklijke troon was vermoord, Servië de oorlog. Zijn partner in de Dreibund, Duitsland, ondersteunde hem en verklaarde op 1 augustus Rusland, en vervolgens op 3 augustus Frankrijk de oorlog. De volgende dag verklaarde de koning van het zuiden, door middel van Engeland, Duitsland de oorlog. Italië, een lid van de Dreibund, verklaarde neutraal te blijven, maar sloot zich het volgende jaar in de oorlog bij de koning van het zuiden aan. Turkije en Bulgarije voegden zich bij Duitsland. Daarna nam Engeland Egypte als protectoraat over ten einde de troepen van de Duitse keizer en van Turkije in Palestina tegen te houden zodat ze niet het Suezkanaal zouden afsnijden en Egypte, het land waar de koning van het zuiden in de oudheid zetelde, zouden binnenvallen. Nu Engeland het bestuur van Egypte in handen had, werd de koning van het zuiden thans door het stelsel van liberale democratie of constitutionele heerschappij, te zamen met vrije, kapitalistische ondernemingsmogelijkheden, vertegenwoordigd.
15. In welk opzicht was het voor de koning van het noorden „den laatsten keer” niet zoals „den eersten” keer?
15 Voor de autocratische koning van het noorden was het deze „laatsten keer” in 1914 dus niet zoals de ’eerste’ keer, toen hij de Romeinse keizerlijke wereldmacht, de zesde wereldmacht in de bijbelse geschiedenis, was. Deze „laatsten keer” moest de tweederangs koning van het noorden de koning van het zuiden, die de positie van de zevende wereldmacht, bekleedde, tegemoet treden. Dat niet alleen, maar sedert omstreeks 1 oktober 1914 werd de koning van het noorden eveneens met het herstelde koninkrijk van Jehovah God, dat in de hemelen de universele heerschappij uitoefent, geconfronteerd.
(Wordt vervolgd)
[Voetnoten]
a The Encyclopedia Americana, Deel 12, blz. 520b.
b The Encyclopedia Americana, Deel 29, blz. 333b.
c The Encyclopedia Americana, Deel 29, blz. 333a.
d Contemporary Europe Since 1870, door C.J.H. Hayes (1953), blz. 264.
e Contemporary Europe Since 1870, door C.J.H. Hayes (1953), de bladzijden 149, 150.
[Kaart op blz. 276]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
HET BRITSE RIJK (1914 n. Chr.)
Kroonkoloniën of protectoraten: MALTA
Dominions met zelfbestuur: INDIË
GROOT-BRITTANNIË
IERLAND
DOMINION-CANADA
LABRADOR
NEWFOUNDLAND
BR. GUYANA
SIERRA LEONE
GOUDKUST (GHANA)
NIGERIA
EGYPTE
ANGLO-EGYPT. SOEDAN
OEGANDA
KENYA
BR. SOMALILAND
RHODESIË
BEETSJOEANALAND
UNIE VAN ZUID-AFRIKA
KEIZERRIJK INDIË
KASJMIR
BIRMA
CEYLON
SERAWAK
BR. NIEUW-GUINEA
AUSTRALISCH GEMENEBEST
TASMANIË
DOMINION NIEUW-ZEELAND
BERMUDA-EIL.
BAHAMA-EIL.
JAMAICA
BR. HONDURAS
ANTIGUA
BARBADOS
TRINIDAD
FALKLAND EIL.
GIBRALTAR
GAMBIA
ASCENSION
ST. HELENA
MALTA
CYPRUS
ADEN
SOCOTRA
SEYCHELLEN
ZANZIBAR
MAURITIUS
Wei-hai-wei
Hong Kong
MALEISE STATEN
Singapore
FIDJI
TONGA EIL.
VERENIGDE STATEN
(ZUID-AMERIKA)
(EUROPA)
(AFRIKA)
RUSLAND (U.S.S.R.)
Noordelijke Atlantische Oceaan
Zuidelijke Atlantische Oceaan
Indische Oceaan
Noordelijke Stille Oceaan
Poolcirkel
Equator