De mensheid in 1914 op het kruispunt — Waarom?
WIJ LEVEN nu in 1974, waarom zouden wij dan belangstelling moeten hebben voor het jaar 1914? Omdat u — of u toen al leefde of niet — de invloed ondergaat van wat er in dat jaar is gebeurd.
Sedert 1914 is de wereld geworden als een ruimteschip dat uit zijn baan is gevlogen en zich steeds sneller en sneller in de richting van een ernstig gevaar beweegt. Om te weten te komen waarom deze toestand zo is geworden, dienen wij een begrip te krijgen van de reeks van gebeurtenissen die in dat jaar zijn begonnen.
Vergeleken met onze gewelddadige twintigste eeuw kan de voorgaande eeuw terecht een „eeuw van vrede” worden genoemd. In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en toen is alles anders geworden. Schenken wij, om te beseffen hoe groot deze verandering wel is geweest, eens aandacht aan de beschrijving die geschiedschrijver A. J. P. Taylor geeft van het vasteland van Europa vóór het begin van de Eerste Wereldoorlog:
„In 1914 was Europa een aaneengesloten beschaafde maatschappij, meer nog zelfs dan het Romeinse Rijk in zijn bloeitijd. Men kon het continent zonder paspoort in de lengte en breedte doorkruisen tot de grenzen van Rusland aan toe. . . . Men kon zich in het buitenland vestigen, om er te werken of er zijn vrije tijd door te brengen, zonder wettelijke formaliteiten te hoeven vervullen, behoudens somtijds de naleving van bepaalde gezondheidsvereisten. Elke muntsoort was even goed als goud, alhoewel deze zekerheid uiteindelijk wel berustte op de deskundigheid van de bankiers in de stad Londen. Er heersten algemene politieke normen. . . . Bijna overal kon men verzekerd zijn van een redelijk eerlijke behandeling voor de rechtbanken. Niemand werd op religieuze gronden gedood. Niemand werd om politieke redenen gedood, ondanks de wat kunstmatig aandoende bitterheid welke vaak in politieke debatten aan de dag werd gelegd. Het persoonlijk bezit werd overal geëerbiedigd.” — „From Sarajevo to Potsdam.”
Waar kunt u heden ten dage — in Europa of ergens anders in de wereld — nog zulke toestanden vinden? Daarom zegt Joseph Wood Krutch:
„De Eerste Wereldoorlog [1914-1918] . . . maakte een einde aan verscheidene eeuwen van toenemend optimisme, gemak, zelfvertrouwen en het gevoel dat de toekomst van de beschaving was verzekerd omdat men ten slotte toch de juiste weg had gevonden.”
Het grote keerpunt
Het jaar 1914 was veel meer dan het einde van een periode van betrekkelijke en langdurige vrede. Het was het kritieke keerpunt in de geschiedenis van de wereld der mensheid, het begin van een crisistijd die thans zijn hoogtepunt is genaderd. Met een terugblik in de geschiedenis zeggen waarnemers thans:
„Met het verstrijken van de tijd sedert de dagen van augustus 1914 is het steeds duidelijker geworden dat het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog het einde van een tijdperk heeft betekend.” — „The Norton History of Modern Europe.”
„De Eerste Wereldoorlog was een belangrijke mijlpaal op de weg der wereldgebeurtenissen. Er werd het einde van een tijdperk en het begin van een ander door gekenmerkt.” — Kolonel R. Ernest Dupuy in zijn inleiding tot het boek „World War I: A Compact History”.
Hoe staat het echter met de Tweede Wereldoorlog, die in 1945 met atoombomexplosies eindigde? Kan die oorlog niet beter het werkelijke keerpunt in de menselijke geschiedenis worden genoemd? De historici antwoorden: „Neen”, en zij tonen aan waarom niet. Zie maar:
„De oorlog van 1914-1918 wordt soms de Eerste Wereldoorlog genoemd en soms de ’grote oorlog’. Deze laatste uitdrukking is de juiste benaming, want hij vormde een keerpunt in de geschiedenis. De Tweede Wereldoorlog en de koude oorlog zijn slechts de krampen van een veelbewogen aarde in haar poging om uit de nieuwe emoties, toestanden en stelsels welke door de ’grote oorlog’ [van 1914-1918] waren ontstaan, een stabiele vorm te destilleren.” — John Masters, „Fourteen Eighteen”.
„Steeds meer historici beschouwen de Eerste Wereldoorlog als het grote keerpunt in de moderne geschiedenis, de catastrofale ineenstorting welke de weg opende voor volgende.” — D. F. Fleming, „The Origins and Legacies of World War I”.
Het keerpunt voorzien — door wie?
Wist u echter dat er, lang vóór 1914 — in werkelijkheid meer dan een kwart eeuw ervoor — mensen waren die reeds naar dat jaar vooruitwezen als een jaar dat voor de hele mensheid van grote betekenis zou zijn? De geschiedenis toont aan dat oprechte bijbelonderzoekers, thans bekend als Jehovah’s getuigen, dit inderdaad hebben gedaan. Merk het volgende op:
Op 30 augustus 1914 stond in de bijlage van de New York World: „Het uitbreken van de verschrikkelijke oorlog in Europa heeft een buitengewone profetie in vervulling doen gaan.” Verder werd er gezegd:
„De afgelopen vijfentwintig jaar hebben de ’Internationale Bijbelonderzoekers’ [Jehovah’s getuigen], . . . de wereld via predikers en door middel van de pers bekendgemaakt dat de Dag der Gramschap waarover in de bijbel wordt geprofeteerd, in 1914 zou aanbreken.
’Ziet uit naar 1914!’ is de roep geweest van de honderden reizende evangelisten die als vertegenwoordigers van deze vreemde geloofsovertuiging het gehele land zijn doorgetrokken, de leer verkondigend dat ’het Koninkrijk Gods is nabijgekomen’.”
Waarom hebben zij naar 1914 — precies dat jaar waarvan historici thans zeggen dat het een „keerpunt” in de moderne geschiedenis was — vooruitgewezen als een gekenmerkte tijd? Zij werden hiertoe bewogen door de bijbelse profetieën.
Toen zij Jezus’ verwijzing naar de „bestemde tijden der natiën” in Lukas 21:20-24 hadden gelezen, wilden zij te weten komen hoe lang deze „tijden” zouden moeten voortduren en wanneer Gods koninkrijk door zijn Zoon in actie zou komen en de heerschappij over de aarde uit de handen van de politieke natiën zou rukken (Dan. 2:44). Ze wisten dat God lange tijd een vertegenwoordigend koninkrijk op aarde werkzaam had gehad in de vorm van het koninkrijk Juda, waarvan de koningen, naar men zei, als zijn vertegenwoordigers ’op Jehovah’s troon’ waren gezeten (1 Kron. 29:23). Dit koninkrijk werd echter in het jaar 607 v.G.T. omvergeworpen, toen het hoofd van het Neo-Babylonische Rijk, Nebukadnezar (II), het vernietigde. Welnu, indien de „bestemde tijden der natiën” waarin alleen zij de aarde zouden beheersen, toen begon, hoe lang zou die tijd dan voortduren? Wanneer zou er een einde aan komen en wat zou dit voor ons thans betekenen?
De volgende schakel in de keten van bevindingen en conclusies werd in de profetie van Daniël gevonden, waarnaar Jezus in zijn profetie over de oprichting van zijn koninkrijk twee maal verwees. (Vergelijk Matthéüs 24:15, 21 met Daniël 11:31; 12:1.) Hier was het bewijs dat de „bestemde tijden” zeven in getal zouden zijn (Dan. 4:16, 23).a Over hoeveel tijd zouden deze „zeven tijden” zich uitstrekken?
In Openbaring 12:14 wordt verwezen naar „een tijd, (twee) tijden en een halve tijd” (Petrus-Canisiusvertaling) of „een jaar en twee jaren en een half jaar” (Vertaling van A. M. Brouwer; „drie jaar en een half”, New English Bible; ook The New American Bible; The Jerusalem Bible). In ditzelfde hoofdstuk, vers 6, wordt aangetoond dat deze ’drie en een halve tijd’ gelijk zijn aan 1260 dagen. Zeven tijden vormen logischerwijs het dubbele hiervan: 2520 dagen.
Doch 2520 dagen na de val van Gods vertegenwoordigende koninkrijk in Juda was er nog niets veranderd. En aangezien Jezus verklaarde dat de „bestemde tijden der natiën” in zijn tijd, zes eeuwen na de omverwerping van Juda, nog steeds voortduurden, is het duidelijk dat er een langere tijd dan 2520 dagen mee gemoeid is. Hoe lang dan?
Weer verschaft de bijbel zelf de sleutel. Er wordt in onthuld dat God in profetieën gebruik maakt van dagen welke jaren voorstellen. (Zie Numeri 14:34; Ezechiël 4:6.) Door het toepassen van de bijbelse regel van „een dag voor een jaar”, zouden de zeven tijden dus 2520 jaren bedragen. Tellen wij nu vanaf 607 v.G.T., toen de heidense natiën de onbelemmerde heerschappij over de aarde verkregen, waar eindigen deze „bestemde tijden” dan?
Het antwoord luidt: 1914. Reeds in 1876 hebben Jehovah’s getuigen in een artikel, geschreven door C. T. Russell en gepubliceerd in de Bible Examiner, op dat jaartal gewezen. Achtendertig jaar later was dat gekenmerkte jaar 1914 aangebroken. Daarop volgde het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en de menigte ingrijpende veranderingen die daarmee gepaard gingen.
Voordat deze generatie eindigt
Wat betekent dit evenwel voor ons in deze tijd? Waarom moeten wij zo’n groot belang hechten aan het feit dat het tijdstip van dit bijzondere keerpunt door middel van de bijbelse profetieën is voorzien? Bovendien leven wij alweer bijna zestig jaar later. Van de mensen die in 1914 oud genoeg waren om te beseffen wat er gaande was, zijn de meesten thans zelfs niet meer in leven, terwijl degenen die nog zijn overgebleven, hoogbejaard en oud zijn.
Dit is nu precies de reden waarom de aangelegenheden welke wij beschouwen zo belangrijk, ja van levensbelang, voor ons allen zijn. Niet alleen het tijdstip van het keerpunt in de wereld is voorzien, maar ook de toestanden welke daarna zouden volgen, terwijl er precies is voorzegd waar de huidige weg van de mensheid naar toe leidt, waar hij op uit zal lopen. En wat juist voor ons zo bijzonder belangrijk is: er is voorzegd dat het eindpunt van deze weg bereikt zal zijn binnen de levensperiode van slechts één generatie, de generatie die in 1914 leefde.
Christus Jezus, de beroemdste profeet uit de menselijke geschiedenis, is degene geweest die dit heeft voorzegd. Zijn profetie was tweeledig. Ze zou een eerste vervulling hebben in zijn tijd (de eerste eeuw van de Gewone Tijdrekening) en een veel grotere vervulling tegen de tijd dat Gods Messiaanse koninkrijk op het wereldtoneel in actie zou komen. In die profetie zei Jezus: „Voorwaar, ik zeg u dat dit geslacht geenszins zal voorbijgaan totdat al deze dingen geschieden” (Matth. 24:34; Openb. 21:2-4). Wat is het resultaat geweest?
Wat hij heeft gezegd is in de eerste eeuw waar gebleken. De eerste vervulling van de profetie werd nog geen veertig jaar later een historisch feit — binnen de levensperiode van hen die de profetie hadden gehoord.
Jezus had de totale vernietiging van Jeruzalem en de verstrooiing van de joodse natie voorzegd. (Luk. 21:5, 6, 20-24; vergelijk Lukas 19:41-44.) En dat was precies wat er in het jaar 70 G.T. gebeurde, toen de Romeinse legioenen Jeruzalem verwoestten.
Wij kunnen er evenzo zeker van zijn dat van de generatie die in 1914 leefde, sommigen de grotere vervulling van Jezus’ profetie en de vernietiging waarmee die zijn hoogtepunt zal bereiken, zullen meemaken. Dit betekent dat de mensheid thans in de meest kritieke tijd van haar geschiedenis is aangeland; nu zal de heerschappij over deze aarde en over alle menselijke aangelegenheden uit handen genomen worden van de onvolmaakte politieke heersers en bij een rechtvaardige regering van Gods eigen makelij komen te berusten.
Waarom kunnen we hier zo zeker van zijn? Is het alleen maar omdat een bepaald jaartal — 1914 — is voorzien als het tijdstip van een wereldverandering? Is dat alles wat wij hebben als waarborg dat het „geslacht” dat in Jezus’ profetie werd voorzegd, het geslacht betreft dat vanaf die tijd leeft? In geen geval. Er bestaat een menigte andere redenen om er vast op te vertrouwen dat dit werkelijk het geval is.
Jezus vermeldde in zijn profetie namelijk een teken — een teken met talrijke facetten die duidelijk het geslacht zouden kenmerken dat zijn profetie voor onze tijd in vervulling zou zien gaan.
Zien wij thans dat teken voor onze tijd? En zien wij dat teken — met al zijn kenmerken — over de hele wereld, op wereldomvattende schaal? Dit is een gerechtvaardigde eis, want de grote vervulling van de profetie zou niet slechts één enkele natie maar de gehele mensheid omvatten.
[Voetnoten]
a Voor een duidelijk bewijs dat deze profetie, behalve de oorspronkelijke toepassing ervan op de Babylonische heerser Nebukadnezar II, nog een latere en grotere vervulling heeft, raadplege men het boek „Babylon the Great Has Fallen!” God’s Kingdom Rules!, blz. 174-181 of „De Wachttoren” van 15 februari 1965, blz. 123-125; ook het boek Aid to Bible Understanding, blz. 94-96.
[Diagram op blz. 20]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
1914, BEGIN VAN VOORZEGDE „LAATSTE DAGEN”
Eén geslacht
EINDE VAN OUDE ORDENING
BEGIN VAN GODS NIEUWE ORDENING
[Grafiek op blz. 19]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
ZEVEN SYMBOLISCHE TIJDEN
2520 JAAR
v.G.T. G.T.
607 v.G.T. 1914 G.T.
In 607 v.G.T. viel Gods typologische koninkrijk Juda en beheersten de heidense koninkrijken de gehele aarde. In 1914 G.T. eindigden de „bestemde tijden der natiën” en werd „het koninkrijk der wereld” aan Christus gegeven
[Illustratie op blz. 18]
“Millennial Dawners” 25 Year Prophecy
The World Magazine, 30 augustus 1914