-
Bent u een loyale onderdaan van Gods regering?De Wachttoren 1980 | 15 april
-
-
behaagt en de belangen van zijn Koninkrijksregering dienen?
21. (a) Hoe sprak Jezus over de keus die wij allemaal moeten doen? (b) Welke keus bent u vastbesloten te doen?
21 Wij kunnen in werkelijkheid maar tussen twee mogelijkheden kiezen. Christus vergeleek deze kwestie met de keus tussen twee wegen. De ene weg, zo zei hij, is „breed en wijd”. De reizigers op deze weg zijn vrij om te ’doen waar zij zelf zin in hebben’. De andere weg is daarentegen „smal”. Ja, degenen die deze weg bewandelen, moeten aan Gods leiding vasthouden. De meesten, zo merkte Jezus op, slaan de brede weg in, slechts enkelen de smalle. Welke weg zult u kiezen? Houd bij uw keuze het volgende in gedachte: De brede weg zal abrupt doodlopen en in vernietiging eindigen! De smalle weg zal daarentegen helemaal doorlopen tot in Gods nieuwe samenstel, waar u eeuwig als een loyale Koninkrijksonderdaan kunt leven (Matth. 7:13, 14). De keus is dus aan u! Wat zult u kiezen?
-
-
Ons voortbestaan hangt van God afDe Wachttoren 1980 | 15 april
-
-
Psalmen
Ons voortbestaan hangt van God af
VERGELEKEN met de wereldbevolking is Gods volk altijd klein in aantal geweest. Toch zijn Gods dienstknechten herhaaldelijk het voorwerp geweest van intense vijandschap. Zonder goddelijke bescherming zouden zij dan ook nooit in leven gebleven zijn.
De psalmist David was hiervan overtuigd. In een van zijn psalmen verklaarde hij: „’Had Jehovah niet bewezen vóór ons te zijn,’ zegge nu Israël, ’had Jehovah niet bewezen vóór ons te zijn, toen mensen tegen ons opstonden, dan zouden zij ons zelfs levend hebben verzwolgen, toen hun toorn tegen ons brandde. Dan zouden de wateren zelf ons hebben weggespoeld, de stroom zelf zou over onze ziel zijn heengegaan. Dan zouden over onze ziel zijn heengegaan de wateren van overmoed’” (Ps. 124:1-5). Indien Jehovah zijn volk niet te hulp was gekomen, zou de vernietiging die hun vijanden over hen gebracht zouden hebben, te vergelijken zijn geweest met het openscheuren van de grond tijdens een aardbeving, waardoor iedereen in het betrokken gebied levend zou zijn verzwolgen. De situatie zou ook overeenkomst hebben vertoond met de gevolgen van een hevige overstroming, waarvan de opgestuwde wateren alles met zich meesleuren wat op hun pad wordt aangetroffen. De trotse, aanzwellende golven zouden de Israëlieten volledig hebben verzwolgen.
Met het oog op het gevaar, bestond er beslist alle reden om de Allerhoogste voor zijn hulp te danken. Het is dan ook passend dat de psalmist vervolgde met een uiting van dank ten behoeve van Israël: „’Gezegend zij Jehovah, die ons niet ten prooi gaf aan hun tanden. Onze ziel is als een vogel die ontsnapt is uit het klapnet van vogelaars. Het klapnet is gebroken,
-