Wat wilt u doen?
BIJ HET lezen van dit tijdschrift hebt u inlichtingen uit Gods Woord beschouwd over de situatie waarmee wij thans geconfronteerd worden en gebeurtenissen die op het punt staan de wereld te treffen. Vandaar dat iedereen op de hoogte kan zijn van de komende verdrukking.
De vraag waar u tegenover staat, waar alle mensen tegenover staan, is: Wat kunt u doen? Of liever: Wat wilt u doen? Want als u wilt, kunt u veilig door deze verdrukking heenkomen.
IEDEREEN MOET EEN BESLISSING NEMEN
U zult beslist niet veilig zijn door u ’kalm te houden’ en rustig af te wachten wat er gebeurt. De woorden van God zijn niet voor niets gegeven. Jezus gaf een illustratie waarin ons de kwestie duidelijk onder de ogen wordt gebracht:
„Een ieder daarom die deze woorden van mij hoort en ze doet, zal vergeleken worden met een beleidvol man, die zijn huis op de rots bouwde. En de regen stroomde neer en de stortvloeden kwamen en de winden waaiden en beukten tegen dat huis maar het stortte niet in, want het was op de rots gegrondvest. Voorts zal een ieder die deze woorden van mij hoort en ze niet doet, vergeleken worden met een dwaas man, die zijn huis op het zand bouwde. En de regen stroomde neer en de stortvloeden kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis en het stortte in, en zijn ineenstorting was groot.” — Matth. 7:24-27.
In de hier genoemde „woorden” eiste Jezus niets onredelijks van zijn toehoorders, doch alleen de dingen welke iedereen die een oprechte eerbied voor God en voor de rechten van zijn medemens heeft, behoort te doen. Als u Jezus’ Bergrede in de hoofdstukken vijf tot en met zeven van Matthéüs leest, zult u bemerken dat hij er allereerst de nadruk op legde hoe belangrijk het is zich bewust te zijn van zijn geestelijke nood, rechtvaardigheid te zoeken en zuiver van hart en vredelievend te zijn. En hij beklemtoonde dat men een juist leven moest leiden, waarbij hij herhaaldelijk melding maakte van het koninkrijk der hemelen en de noodzaak dit en Gods rechtvaardigheid te zoeken. Jezus verklaarde dat veiligheid is gelegen in gehoorzaamheid aan deze onderwijzingen.
EEN KWESTIE VAN VRIJE WIL
Het wordt aan ieders vrije wil overgelaten al deze dingen te doen of niet. Niemand wordt gedwongen. God schept er behagen in dat hij door liefde regeert. „God is liefde” zegt de apostel Johannes, en Jehovah zelf zegt: „Ik [ben] Jehovah ..,, Degene die liefderijke goedheid, gerechtigheid en rechtvaardigheid beoefen op aarde; want in deze dingen schep ik werkelijk behagen.” — 1 Joh. 4:8; Jer. 9:24.
Het is in overeenstemming met het feit dat hij de Schepper is en met zijn waardigheid en soevereiniteit dat hij elk mens laat kiezen of hij Zijn soevereiniteit aanvaardt en erkent. God stelt geen belang in louter dienst voor hem, maar ook, en in de eerste plaats, in de beweegreden van het hart. „Ik, Jehovah, doorvors het hart”, verklaart hij. „Jehovah toetst harten”, zegt de geïnspireerde schrijver (Jer. 17:10; Spr. 21:2). Iemands grote bekwaamheid maakt geen indruk op God. Aan de andere kant aanvaardt hij ook niet louter een vertoon of betuiging van loyaliteit. Men moet zijn loyaliteit door oprechte werken bewijzen.
Iedere organisatie die beweert christelijk te zijn, dient haar leden natuurlijk een krachtig geloof in God, een kennis van zijn Woord en loyaliteit ten opzichte van zijn koninkrijk in te prenten. Wanneer u ernstig over deze dingen nadenkt, kan het echter zijn dat u bemerkt met een religieuze organisatie verbonden te zijn die niet de waarheid van de bijbel onderwijst. Indien die organisatie u niet in staat heeft gesteld de bijbel te begrijpen, zodat u hem aan anderen kunt uitleggen, en als de organisatie bovendien vergoelijkt wat verkeerd is, voorliefde toont voor de rijken en invloedrijken of leerstellingen predikt die in strijd zijn met de bijbel, wat doet u dan? Zult u het gebod opvolgen: „’Gaat daarom uit hun midden vandaan en scheidt u af’, zegt Jehovah, ’en raakt het onreine niet langer aan”’?
WAARTOE ZICH TE WENDEN
Tot wat of waarheen dient u zich dan te wenden? Niet tot de atheïstische evolutie, die in hoge mate materialistisch is, noch tot een gedragslijn van volkomen afzondering. Hierdoor zou u geen rechtvaardigheid zoeken en ook zou een dergelijke handelwijze geen veiligheid bieden. Neen, in plaats daarvan vervolgt God met tot getrouwe gelovigen te zeggen: „En ik zal u aannemen”. God toont aan hoe wij onder zijn hoede kunnen komen. — 2 Kor. 6:17.
In de eerste plaats is het dringend noodzakelijk — een kwestie van leven en dood in deze kritieke tijd — de bijbel met begrip te lezen en te bestuderen. En u zult bemerken dat u veel sneller vorderingen in het begrijpen van de bijbel maakt als u hulp krijgt van iemand die de bijbel begrijpt en die de antwoorden op uw vragen in de bijbel kan vinden.
In deze tijd, zeer dicht bij het einde van dit samenstel van dingen, is er een vereniging, een genootschap van christenen, bedienaren van het evangelie, die het goede nieuws van Gods koninkrijk prediken en onderwijzen en hun leven in overeenstemming brengen met bijbelse beginselen. Zij besteden hun tijd en energie in overeenstemming met Jezus’ gebod: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb. En ziet! ik ben met u alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.” — Matth. 28:19, 20.
Dit werk wordt, zoals de apostel Paulus verklaarde, „niet in een uithoek” gedaan (Hand. 26:26). Het is internationaal. Overal ter wereld verbinden degenen die in Gods Woord geloven zich met medegelovigen in God en Christus. De apostel Petrus bevestigt dit in zijn brief, zeggende: „Hebt liefde voor de gehele gemeenschap van broeders.” — 1 Petr. 2:17; 5:9.
Jehovah’s getuigen zijn dus in het verrichten van dit onderwijzingswerk met elkaar verbonden. Zij denken niet dat zij innerlijk of van nature beter of wijzer zijn dan anderen. Zij zijn echter dankbaar dat zij door middel van een studie van de bijbel en doordat zij door anderen van dit christelijke genootschap zijn geholpen, ingelicht zijn. Zij volgen het gebod op: „Wordt niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd, maar wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij u ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is.” — Rom. 12:2.
EEN UITNODIGING VERDER TE ONDERZOEKEN
Bij het lezen van dit tijdschrift zijn er bij u misschien vragen gerezen die niet beantwoord zijn. Jehovah’s getuigen nodigen u uit de bijbel te lezen. Zij zullen graag op een tijd die u schikt kosteloos de bijbel met u bestuderen. U zult het aanmoedigend en opbouwend vinden vollediger na te vorsen en te onderzoeken wat de bijbel zegt en de richting in te slaan die daarin als de veilige weg voor u en degenen die u liefhebt wordt aangeraden.
U hebt de verzekering uit Gods Woord dat u, als u de waarheid oprecht „blijft zoeken”, haar zult vinden (Matth. 7:7). Als u in Jezus’ naam tot Jehovah God bidt en Hem vraagt u te helpen de juiste weg te vinden, zult u verhoord worden. Koning David van Israël heeft gezegd: „Hij [Jehovah] zal de zachtmoedigen zijn weg leren.” En Gods innige liefde voor u wordt tot uitdrukking gebracht in de woorden van de apostel Paulus dat God „eigenlijk niet ver is van een ieder van ons”. — Ps. 25:9; Hand. 17:27.