Vragen van lezers
● Was het juist dat Jezus bepaalde demonen toestond in een kudde zwijnen te varen en hen naar de vernietiging te leiden, zoals in Mattheüs 8:28-32 staat opgetekend? De zwijnen waren toch niet van hem? — A.P., Verenigde Staten.
Deze geschiedenis vallen de bijbelcritici graag aan en gebruiken ze als een punt om de echtheid van de Schrift in twijfel te trekken. Zo geeft de Interpreter’s Bible in deze trant commentaar op de verschillende verslagen over deze gebeurtenis: „De gedachte dat het legioen demonen in de zwijnen kon varen (vs. 13), was volksbijgeloof; het schijnt echter beter het verhaal maar te laten voor wat het is, namelijk een in de heidense omgeving gangbaar sprookje.” „Deze geschiedenis berust op een legende.” „Het is moeilijk aan te nemen dat Jezus met de demonen zou onderhandelen en hen zou toestaan bezit te nemen van de zwijnen en wellicht zijn deze details later aan het verhaal toegevoegd.”
Zij die echter de overweldigende bewijzen van de echtheid van de bijbel hebben aanvaard — zoals die herhaaldelijk op de bladzijden van de Wachttorenpublikaties zijn voorgekomen — zullen het niet moeilijk vinden het bericht als ware geschiedenis te aanvaarden. Zwijnen waren volgens Gods wet onreine beesten en de Israëlieten mochten niet alleen hun vlees niet eten of ten offer brengen, maar zij waren zelfs al onrein wanneer zij het geslachte beest aanraakten. Wanneer zij er dus een varkensfokkerij op na hielden, was dit wel een flagrante schending van Gods wet. Aangezien het hun niet paste varkens te fokken, zelfs niet voor handelsdoeleinden, konden zij deze vernietiging van hun kudde als een berisping opvatten. Bovendien was het niet speciaal nodig dat Jezus van zijn voorkennis gebruik maakte ten aanzien van wat de demonen zouden doen wanneer zij eenmaal in de onreine beesten waren gevaren. Voorts zou er met rede betoogd kunnen worden dat een mens meer waard is dan een kudde varkens, temeer omdat zwijnen bij de joden werden geacht geen handelswaarde te vertegenwoordigen. Er kan dus geen enkele aanmerking op Jezus worden gemaakt, dat hij de demonen toestond in de zwijnen te varen.