Goed nieuws voor de gehele mensheid
TOEN de eerste en de tweede Wereldoorlog eindigden, verheugde de wereld zich, want dat was inderdaad goed nieuws, maar het einde van die oorlogen vormde niet het grootste nieuws waardoor dit geslacht zou worden gekenmerkt. Toen dr. J. E. Salk in 1955 een vaccin ontdekte dat een doeltreffende bescherming tegen polio bood, werd deze ontdekking eveneens door miljoenen als goed nieuws ontvangen, maar ook dit vormde niet het allergrootste nieuws van onze tijd.
De gebeurtenis die de wereld op haar grondvesten heeft doen schudden en hetzij direct, hetzij indirect, op het leven van mensen overal ter wereld van invloed was, ontving in de hemel een grote publiciteit maar ging op aarde vrijwel ongemerkt voorbij. Nog verrassender wellicht is het feit dat alhoewel deze gebeurtenis nog steeds het belangrijkste nieuws van onze tijd is, er desondanks slechts betrekkelijk weinig mensen van op de hoogte zijn. Bent u bijvoorbeeld zelf met dit wonderbaarlijke verschijnsel, dat zich nog nooit eerder heeft voorgedaan, bekend?
Wij noemen een bepaald voorval of een gebeurtenis goed nieuws wanneer er een vurige wens in ons leven door wordt vervuld, zoals het vinden van de juiste baan, de geboorte van een kind of het overleven van een ernstige operatie. Persoonlijk horen wij zeer vaak goed nieuws, maar voor de natiën wordt goed nieuws zeldzamer. En zelden of nooit reageren de mensen in alle delen van de wereld met dezelfde belangstelling en hetzelfde enthousiasme op een nieuwsbericht. Neemt u bijvoorbeeld eens het grote nieuws van de ruimtevaarten door de kosmonauten Gagarin, Titow, Nikolajew, Popowitsj, Bykowski en Valentina Teresjkowa van de Sowjet-Unie en die door de Amerikaanse astronauten Shepard, Grissom, Glenn, Carpenter, Schirra en Cooper. Wat zij bereikt hebben, was iets opwindends, niet alleen voor henzelf, maar ook voor de bevolking van hun politieke bondgenoten overal ter wereld. Wij zijn echter niet zo naïef om zelfs ook maar te veronderstellen dat de hongerige, vertrapte volkeren van Azië, Afrika en andere delen van de wereld evenveel belang stelden in deze gebeurtenissen en er even enthousiast over waren als de bevolking van de Sowjet-Unie en de Verenigde Staten. Ongetwijfeld zou voor deze verdrukte mensen een bericht over de aankomst van een schip met voedsel, medicamenten en landbouwoverschotten veel opwindender en betekenisvoller zijn geweest.
Wil nieuws voor de gehele mensheid goed nieuws zijn, dan moet het noodzakelijkerwijs voor de gehele mensheid aantrekkelijk zijn. Een macht die doeltreffend aan de behoeften van de wereldbevolking zou voldoen en haar problemen zou oplossen, zou zeer zeker goed nieuws betekenen. Welke macht is er thans echter die in staat zou zijn zich van een zo grootse taak te kwijten? Zo’n macht bestaat er wel en ze is reeds bijna een halve eeuw geleden in werking getreden. De oprichting van die macht vormde het meest grootse nieuwsbericht van onze tijd, maar helaas zijn slechts weinig mensen ervan op de hoogte. Bent u ermee bekend?
VOORZEGGINGEN IN VERBAND MET DEZE GEBEURTENIS
Toen Jezus Christus negentienhonderd jaar geleden op aarde wandelde, betekende zijn aanwezigheid goed nieuws. Jezus was namelijk niet alleen een groot geneesheer, maar ook een groot onderwijzer en een groot prediker. Merk eens op hoe Matthéüs hiervan melding maakt: „Jezus begon een rondreis door alle steden en dorpen, terwijl hij in hun synagogen onderwees en het goede nieuws van het koninkrijk predikte en elke soort van kwaal en elk soort van gebrek genas” (Matth. 9:35, NW). Het nieuws over een man die „elke soort van kwaal en elk soort van gebrek” kan genezen, is beslist goed nieuws! Hoewel Jezus’ genezingswerk ongetwijfeld een grootse hoop in de mensen wakker riep, deelde slechts een beperkt aantal in de zegeningen ervan, terwijl Jezus’ onderwijs en prediking een boodschap behelsden die de gehele mensheid hoop verschafte. Wat was die boodschap?
Volgens Matthéüs en de andere evangelieschrijvers leerde en predikte Jezus „het goede nieuws van het koninkrijk” (Matth. 9:35, NW). Door zijn wonderbaarlijke daden op het gebied van genezingen en het opwekken van doden, onderrichtte Jezus mensen ten aanzien van wat er op aarde onder het koninkrijk Gods op veel grotere schaal zou plaatsvinden. De bedoeling van zijn wonderbaarlijke daden was, de belangrijkheid van het Koninkrijk in de geest van mensen van goede wil te beklemtonen, daar juist door het Koninkrijk de gehele godvrezende mensheid gezegend zal worden.
Daarom maakte Jezus Gods koninkrijk tot het thema van zijn bediening. Hij drong er bij de mensen op aan ’eerst het koninkrijk Gods en Zijn rechtvaardigheid te zoeken’ (Matth. 6:33, NW). Hij leerde mensen om Gods koninkrijk te bidden, met de woorden: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde” (Matth. 6:10, NW). Een flink aantal van zijn gelijkenissen had het koninkrijk als onderwerp (Matth. 13:24-51, NW). Jezus zelf zwoegde onvermoeid voort om het koninkrijk Gods aan de mensen bekend te maken. Hij zei: „Ik moet ook aan andere steden het goede nieuws van het koninkrijk Gods bekendmaken, want hiertoe werd ik uitgezonden” (Luk. 4:43, NW). Hij werd als de Koning van Gods koninkrijk toegejuicht — „Hij die komt als de Koning in Jehovah’s naam” (Luk. 19:38, NW). Toen hij zijn apostelen uitzond, gaf hij hun de instructie: „Predikt op uw tocht en zegt: ’Het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen” (Matth. 10:7, NW). Bij het uitzenden van zijn zeventig discipelen zei hij tot hen dat zij het volk moesten blijven vertellen: „Het koninkrijk Gods is nabij u gekomen” (Luk. 10:9, NW). Gedurende de veertig dagen die er na Jezus’ dood en opstanding verstreken, leerde hij zijn discipelen „de dingen die met het koninkrijk Gods verband houden” (Hand. 1:3, NW). Jezus legde dus niet de nadruk op de sabbat, of de opstanding der doden, of de hel of de hemel, maar op het koninkrijk Gods. Dat was zijn thema, en het is de voornaamste leerstelling van de bijbel.
HOOP VOOR DE GEHELE MENSHEID
De reden waarom er zo’n grote nadruk op het Koninkrijk wordt gelegd en waarom het goed nieuws wordt genoemd, kan men alleen begrijpen wanneer men beseft wat het vastgestelde doel ervan is. In de eerste plaats zal Gods naam erdoor op de gehele aarde worden gerechtvaardigd. Ten tweede zal het de aarde herscheppen tot een paradijsachtige tuin die door volmaakte menselijke schepselen bewoond zal worden. Wanneer dit bereikt is, zullen alle schriftuurlijke beloften en profetieën betreffende onze aarde erdoor vervuld zijn. Dat is zeker goed nieuws!
U vraagt zich bijvoorbeeld wellicht af hoe het koninkrijk Gods zal handelen ten aanzien van wereldse regeringen die ertegen gekant zijn. De profeet Daniël antwoordt: „Het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid” (Dan. 2:44). De aarde zal door één regering worden bestuurd — Gods hemelse koninkrijksregering.
Degenen die belangstellend zijn naar de aard van deze heerschappij krijgen van de profeet Jesaja ten antwoord: „Zie, een koning zal regeren in gerechtigheid en vorsten zullen heersen naar het recht” (Jes. 32:1). De mensen zullen onder een uiterst rechtvaardige regering staan.
Bent u onderdrukt door hardvochtige heersers en hebt u de noodzakelijke levensbehoeften moeten ontberen, luister dan naar deze koninkrijksbelofte: „O God, verleen den koning uw recht, en uw gerechtigheid den zoon des konings. Hij verschaffe recht den ellendigen des volks, Hij redde de armen, maar verbrijzele den verdrukker. In zijn dagen bloeie de rechtvaardige en grote vrede, totdat er geen maan meer is. Hij heerse van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde.” — Ps. 72:1, 4, 7, 8.
Indien u op een verschroeide aarde hebt geleefd en hebt verlangd naar grotere welvaart, vrij van enige vrees voor oorlog, zult u de volgende koninkrijksbeloften als goed nieuws beschouwen: „De aarde zelf zal beslist haar gewas geven; God, onze God, zal ons zegenen.” „[Hij doet] oorlogen . . . ophouden tot het einde der aarde.” „Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft.” — Ps. 67:6, NW; 46:10 9; 145:16.
De bewoners der aarde zullen niet langer lijden. Er zullen geen tranen meer vloeien. De dood zal niet langer over hen heersen. Gelooft u dit? Luistert u maar eens: „[Jehovah] zal voor eeuwig den dood vernietigen, en de Here HERE zal de tranen van alle aangezichten afwissen.” „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Jes. 25:8; Openb. 21:3, 4, NW.
Voor u die bedroefd van hart bent of geweest bent doordat mensen van wie u veel hield, zijn gestorven, is de volgende Koninkrijksbelofte: ’Allen die in de herinneringsgraven zijn, zullen te voorschijn komen.’ Want er zal „een opstanding . . . zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen” (Joh. 5:28, 29; Hand. 24:15, NW). Jezus zei tegen Martha: „Wie geloof oefent in mij, zal, ook al sterft hij, tot leven komen; en een ieder die leeft en geloof oefent in mij, zal stellig nooit sterven. Gelooft gij dit?” Martha antwoordde in bevestigende zin. Gelooft u Jezus’ woorden? — Joh. 11:25-27, NW.
Houdt u van dieren? Dan is er ook voor u een koninkrijksbelofte: „Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden.” — Jes. 11:6-9; 65:25.
Bent u invalide of gebrekkig, of lijdt u aan een ziekte? Dan is het Koninkrijk uw hoop. Want de huidige vervulling van profetieën in verband met de geestelijke gezondheid houdt een belofte van dergelijke zegeningen op fysiek gebied in Gods nieuwe wereld in. De profeet zegt hierover: „Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; dan zal de lamme springen als een hert en de tong van den stomme zal jubelen.” „En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek.” — Jes. 35:5, 6; 33:24.
Zou u graag een eigen huis bezitten en de vruchten die u zelf hebt gekweekt, willen eten? Dan geldt voor u de koninkrijksbelofte: „Zij zullen huizen bouwen en die bewonen, wijngaarden planten en de vrucht daarvan eten; . . . van het werk hunner handen zullen mijn uitverkorenen genieten.” — Jes. 65:21, 22.
Er bestaat een koninkrijksbelofte voor elk van de hier genoemde problemen waardoor de mensheid wordt gekweld. Het is dan ook niet te verwonderen dat Jezus aantoonde dat Gods koninkrijk het geneesmiddel voor de wereldellende en de enige hoop voor de mensheid vertegenwoordigt. — Matth. 6:10, 33, NW.
DE GROTE VRAAG: WANNEER?
Het spreekt vanzelf dat de discipelen van Jezus heel graag wilden weten wanneer al deze beloften vervuld zouden worden. Zij hadden de hoop gekoesterd dat Jezus een aards koninkrijk zou oprichten en Israël van de Romeinse slavernij zou bevrijden, maar door zijn dood werd hun deze illusie ontnomen (Luk. 24:21, NW). Na Jezus’ dood en opstanding werden de discipelen er echter door Jezus’ onderricht betreffende het Koninkrijk toe bewogen hem te vragen: „Heer, herstelt gij in deze tijd het koninkrijk voor Israël?” (Hand. 1:3, 6, NW) Jezus vertelde hun dat zij eerst zijn getuigen zouden moeten zijn „zowel in Jeruzalem als in geheel Judéa en Samaria en tot de verst verwijderde streek der aarde”, waardoor hij te kennen gaf dat de oprichting van Gods koninkrijk nog lang op zich zou laten wachten. — Hand. 1:8, NW.
Bij een andere gelegenheid stelden de discipelen een gelijksoortige vraag en als antwoord gaf Jezus hun een profetie die ver in de toekomst in vervulling zou gaan en juist op onze tijd betrekking heeft. Hij zei: „Want natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen in de ene plaats na de andere voedseltekorten en aardbevingen zijn. Al deze dingen zijn een begin van weeën der benauwdheid” (Matth. 24:7, 8, NW). Wanneer wij de bijbelse profetieën met de onweerlegbare feiten vergelijken, blijkt duidelijk dat het jaar 1914 het jaar was waarin die profetie in vervulling begon te gaan. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat de belangrijkste natiën ter wereld in een totale oorlog tegen elkaar verwikkeld raakten — natie tegen natie en koninkrijk tegen koninkrijk. Grote hongersnoden, aardbevingen en weeën volgden. Die gebeurtenissen, zo zei Jezus, zouden het einde van „de bestemde tijden der natiën” kenmerken. Bovendien zouden ze kenmerkend zijn voor de tijd waarin hij in de hemel de koninkrijksmacht zou aanvaarden. Gods koninkrijk is hemels, niet aards. Jezus zei: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld.” „De wereld zal mij niet meer aanschouwen.” — Luk. 21:24; Joh. 18:36; 14:19, NW.
In verband met die grootse gebeurtenis stelt het verslag in Openbaring ons ervan in kennis dat er grote vreugde in de hemel heerste en dat de volgende verklaring werd gedaan: „Het koninkrijk der wereld is het koninkrijk van onze Heer en van zijn Christus geworden, en hij zal als koning regeren tot in alle eeuwigheid.” Verder maakt dit verslag duidelijk dat deze gewichtige gebeurtenis gekenmerkt zou worden door een tijd van moeilijkheden op aarde, wat ook inderdaad het geval was. Er staat: „Wij danken u, Jehovah God, de Almachtige, die is en die was, dat gij uw grote kracht hebt opgenomen en als koning zijt gaan regeren. Doch de natiën ontstaken in gramschap, en úw gramschap kwam, en de bestemde tijd . . . om te verderven die de aarde verderven.” Deze verklaring betreffende het Koninkrijk werd in overeenstemming met en in vervulling van de bijbelse profetie, precies op tijd, in 1914 n. Chr., gedaan. — Openb. 11:15, 17, 18, NW.
HET GROOTSTE NIEUWS VAN ONZE TIJD
Dat de oprichting van Gods koninkrijk in de hemel een absoluut feit is geworden, maakt het tot het grootste nieuws van onze tijd. Waarom is dit dan niet bekendgemaakt? Dat is wel gebeurd, echter niet via de nieuwsmedia van deze wereld, want degenen die hierover de leiding hebben, geloven niet in Gods koninkrijk. Zij roepen, te zamen met hun religieuze, politieke, commerciële en militaire medestanders, evenals de joodse leiders in Jezus’ tijd uit: „Wij hebben geen andere koning dan caesar” (Joh. 19:15, NW). Niettemin zijn er personen die van het Koninkrijk getuigen, zoals Jezus ook heeft voorzegd: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” — Matth. 24:14, NW.
Thans verbreiden ruim 1.000.000 koninkrijksverkondigers met gebruikmaking van alle mogelijke middelen en in ten minste 162 verschillende talen het nieuws van Gods koninkrijk in 194 landen en eilandgebieden. Vele mensen luisteren ernaar en nemen hun standpunt voor Gods koninkrijk in voordat God in zijn oorlog van Armageddon door middel van zijn koninkrijk zal „verderven die de aarde verderven”. — Openb. 11:18; 16:16, NW.
De voorstanders van Gods koninkrijk weten dat de menselijke pogingen om een betere wereld tot stand te brengen, hebben gefaald, en in Gods Woord wordt hun de verzekering gegeven dat zijn koninkrijk hierin zal slagen. Indien u dus om Gods koninkrijk bidt en op een goede regering hoopt, hebt u reden om blij te zijn, want Gods koninkrijk heerst in de hemel en zal spoedig volledig bezit nemen van onze aarde. Dat feit is beslist goed nieuws voor de gehele godvrezende mensheid! Het is nieuws dat om daden vraagt, nieuws dat aan anderen verteld moet worden.