Jegens anderen goedheid en vriendelijkheid betonen
„Een man van liefderijke goedheid bejegent zijn eigen ziel op belonende wijze.” — Spr. 11:17, NW.
1, 2. (a) Geef enkele suggesties die zullen helpen anderen goedheid en vriendelijkheid te betonen. (b) Waarom is vriendelijkheid een belangrijke hoedanigheid om te bezitten?
ALS u wilt dat anderen u goedheid betonen, tracht er dan een gewoonte van te maken goedheid en vriendelijkheida aan anderen te betonen. Het beetje nadenken en krachtsinspanning dat het vergt, schenkt veel geluk. Probeer uzelf in de plaats van de ander te stellen. Als u ’s avonds naar huis rijdt en wordt opgehouden door een auto waarvan de motor is afgeslagen, waarom zou u dan toeteren en ongeduldig worden? Hoeveel vriendelijker is het niet om hulp te bieden. Of denkt u dat het prettig is voor uw kind om, als het bij ongeluk de melk omstoot, op boze toon te horen te krijgen dat het een lomperd is? Probeer het met vriendelijkheid. Behandel anderen zoals u behandeld wilt worden, daar dit eigenlijk het wezen van vriendelijkheid is.
2 Vriendelijkheid is verkwikkend. Wij waarderen deze eigenschap vooral omdat wij zoveel mensen ontmoeten die niet vriendelijk zijn. Wij lezen over ouders die kinderen slaan en over allerlei vormen van geweld, maar wij lezen zelden een opschrift waarin over een in het oog lopende daad van vriendelijkheid wordt gesproken. Aangezien wij van nature wellicht geneigd zijn anderen te behandelen zoals zij ons behandelen, doen wij er goed aan ons Jehovah’s raad te binnen te brengen: „Ik verlang vriendelijkheid, en geen slachtoffer” (Hos. 6:6, AS, voetnoot). Het is veel verkieslijker vriendelijkheid te betonen dan het later te moeten goedmaken omdat wij scherp tegen iemand gesproken en hem beledigd hebben, want de onvriendelijkheid is nog altijd niet vergeten.
3. Waarom dienen wij oprecht vriendelijkheid te betonen, en hoe is dit mogelijk?
3 Evenals Jehovah ons wonderbaarlijke vriendelijkheid heeft betoond, willen wij ook anderen dezelfde vriendelijkheid betonen, ook al zijn zij misschien ontoeschietelijk. Dit is mogelijk met behulp van zijn geest. Bij degenen die geen geloof in God hebben en bijgevolg ook niet de vrucht van zijn geest bezitten, ontmoeten wij vaak een uiterlijke vriendelijkheid, maar ze is soms huichelachtig. Zodra men zich heeft omgekeerd, keert ook de vleierij in onvriendelijkheid om. Christelijke vriendelijkheid moet echter meer zijn dan een dun vernisje van beleefdheid en hoffelijkheid. Ware christenen willen echte warmte, liefde en consideratie betonen, de oprechte vriendelijkheid van Jehovah’s geest. Ook al is dit soms moeilijk, wij behoeven niet ontmoedigd te worden, want wij hebben een hogepriester, Christus Jezus, die met onze zwakheden kan meevoelen. Er wordt ons gezegd „met vrijmoedigheid van spreken de troon van onverdiende goedheid [te] naderen, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen en onverdiende goedheid mogen vinden tot hulp op de juiste tijd”. — Hebr. 4:15, 16.
VRUCHT VAN DE GEEST
4. (a) Hoe kunnen goedheid en vriendelijkheid worden aangekweekt? (b) Op welke wijze worden ze met liefde in verband gebracht?
4 Daar vriendelijkheid in de Schrift als de vrucht van Gods geest wordt beschreven, houdt dit in dat ze net als elke andere vrucht aangekweekt kan worden (2 Petr. 3:18). Vriendelijkheid kan men helpen groeien als er de juiste zorg en aandacht aan besteed wordt. Thans is het er in het bijzonder de tijd voor vriendelijkheid in ons te laten groeien door Gods Woord en het voortreffelijke voorbeeld dat mensen des geloofs in het verleden in het betonen van vriendelijkheid en goedheid hebben gesteld, te bestuderen, door om te gaan met mensen die deze vrucht van de geest ten toon spreiden, en door het schriftuurlijke voorbeeld en de instructies van Christus Jezus, die thans op de troon van onverdiende goedheid zit, na te volgen. Jehovah eist goedheid van ons. Micha 6:8 (NW) zegt: „En wat vraagt Jehovah van u terug, dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te zijn in het wandelen met uw God?” Als wij dus ware kinderen van God zijn, zullen wij niet alleen goedheid betonen, maar gráág goedheid betonen. Het Hebreeuwse woord dat hier met goedheid is weergegeven, is hetzelfde dat elders met liefderijke goedheid wordt vertaald. Goedheid wordt in de Schrift met liefde in verband gebracht omdat goedheid haar oorsprong vindt in liefde. Als wij liefde voor God en liefde voor onze naaste hebben, zullen wij goedheid en vriendelijkheid betonen.
5, 6. (a) Wat omvat vriendelijkheid, en hoe wordt ze betoond? (b) Wat zei Jezus over vriendelijkheid?
5 Vriendelijkheid wordt als de vijfde van de vruchten van Gods geest genoemd. Ze duidt aan dat men de wens heeft goed te doen, een welwillende gezindheid heeft, geneigd is attent en behulpzaam te zijn. De vruchten van Gods geest omvatten liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing. Er is geen wet tegen zulke dingen, want ze zijn alle opbouwend en heilzaam. Wij bemerken dat vriendelijkheid problemen helpt oplossen. Ze is de kracht die tot tact aanspoort. Ze is de essentiële basis van goede manieren en ware aantrekkelijkheid. Ze maakt het gemakkelijker om te vergeven, maar ze helpt iemand ook standvastig te zijn voor wat juist is, en ze zal belangstellende personen tot Jehovah en tot de waarheid trekken. — Gal. 5:22, 23.
6 Christelijke vriendelijkheid houdt in, attent te zijn voor allen en sympathie te betonen en bezorgd te zijn voor anderen. Vriendelijkheid is niet slechts een kwestie van geven om te krijgen of bedachtzaamheid te tonen jegens familie of vrienden of degenen met wie men samenwerkt. Tracht ook goedheid en vriendelijkheid aan vreemden te betonen. Jezus zei dat als iemand in overheidsdienst u vraagt een mijl met hem mee te gaan, u twee mijlen dient mee te gaan. Goedheid en welwillendheid dienen niet alleen jegens vrienden, doch zelfs jegens vijanden te worden betoond. „Blijft . . . uw vijanden liefhebben en goeddoen en lenen zonder rente, zonder te hopen iets terug te krijgen, en uw beloning zal groot zijn, en gij zult zonen van de Allerhoogste zijn, want hij is goed voor de ondankbaren en goddelozen.” — Luk. 6:35, 36.
7. Hoe kunnen wij ons met goedheid (vriendelijkheid) bekleden, en met welk resultaat?
7 Goedheid (vriendelijkheid) is een goede manier om onverschilligheid voor of tegenstand tegen de Koninkrijksboodschap te overwinnen. Als een christen een geduldige, vriendelijke en behulpzame geest toont, heeft dit wellicht na een poosje enige uitwerking op de ander. Gods geest zal iemand helpen op deze manier te reageren. In Kolossenzen 3:12, 13 krijgen wij de instructie: „Bekleedt u dan, als Gods uitverkorenen, heilig en bemind, met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid van geest, zachtaardigheid en lankmoedigheid. Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven als de een tegen de ander een reden tot klagen heeft. Zoals Jehovah u vrijelijk vergeven heeft, doet ook gij evenzo.” Goedheid is niet iets dat men de ene dag aandoet en de andere dag thuislaat. Het is een christelijk vereiste.
8. Het betonen van wat is wenselijk, en hoe kunnen wij dit doen?
8 Vraag uzelf dus af of u er moeite voor doet vriendelijkheid te betonen. Of als iemand onvriendelijk tegen u is, bent u dan onvriendelijk tegen de eerste de beste die u tegenkomt? Of reageert u uw gevoelens af op uw gezin? Wees dan niet verbaasd als u ziet dat uw kinderen uw huisdier gemeen behandelen. Waarom in plaats daarvan niet te handelen als een rots die de zich uitbreidende golven van onvriendelijkheid kan stuiten? De plaats waar u ermee moet beginnen is thuis, en degene met wie u moet beginnen, bent uzelf. Bedenk: „Het begeerlijke in de aardse mens is zijn liefderijke goedheid.” — Spr. 19:22, NW.
GOEDHEID EN VRIENDELIJKHEID IN HET GEZIN
9. Hoe kunnen goedheid en vriendelijkheid in het gezin worden betoond?
9 In een gezin waar vriendelijkheid wordt betoond, moet een ieder, vader, moeder en kinderen, zijn steentje bijdragen. Echtgenoten dienen hun vrouw niet onverschillig te behandelen, doch naar gelegenheden te zoeken om aanmoedigingen te geven. Is de geest bij u thuis zodanig dat, als iemand iets aardigs opmerkt, de ander zegt: ’Goed, en wat wil je nu?’ Hoeveel beter is het niet als de vrouw er haar waardering voor toont dat haar man zo hard werkt en de man zijn vrouw te kennen geeft hoezeer hij geniet van de maaltijd en van het feit dat zij het huis netjes houdt. Doet u dat? Het is belangrijk er geen twee maatstaven op na te houden door buitenshuis met consideratie en welwillendheid te spreken, maar onvriendelijk, kortaf en gevoelloos om te gaan met hen die u na staan.
10. Noem enkele alledaagse manieren om uw gezin vriendelijkheid te betonen.
10 Het is vaak waar dat daden meer zeggen dan woorden; dus vriendelijkheid kunnen wij niet alleen in ons spreken maar ook door onze daden thuis betonen. Het kan iets kleins, iets onverwachts zijn, maar toch iets dat geluk schenkt of sympathie tot uitdrukking brengt. Het is niet noodzakelijk maar beslist vriendelijk als een man bloemen voor zijn vrouw meebrengt. Of misschien voelt zijn vrouw zich niet goed. Het kost niet veel tijd om haar met de afwas of met de kinderen te helpen, en zij waardeert het wellicht meer dan een geschenk. Probeer vriendelijkheid uw geschenk te laten zijn.
11. Wat zegt de Schrift ons over vriendelijkheid in spreken?
11 De vrouw heeft een belangrijk aandeel aan het scheppen van een geest van goedheid en vriendelijkheid in het gezin. Als haar man nog geen waardering heeft voor de hoop die in de Schrift tot uitdrukking wordt gebracht, kan zij hem wellicht door haar vriendelijke voorbeeld van goedheid tot de waarheid trekken. Spreuken 31:26 (NW) zegt over een goede vrouw: „De wet der liefderijke goedheid is op haar tong.” Dit dient in plaats van een uitzondering een wet of gedragsregel voor de vrouw te zijn. Het betekent eerst denken, en dan spreken. En de echtgenoot wil die wet ook houden. Als wij er thuis deze levensregel op na houden, zullen wij bemerken dat vriendelijkheid problemen oplost. Efeziërs 4:32 zegt eenvoudig: „Wordt vriendelijk jegens elkaar.” Het is belangrijk vriendelijkheid bij het spreken te betonen. Wij dienen niet te denken dat het louter een vormelijkheid was toen Abraham, Lot en zelfs Jehovah „alstublieft” zeiden, doch zij hielden rekening met de belangrijkheid van vriendelijkheid. — Gen. 18:3, 4; 19:2; 22:2, NW.
12. Wat zijn enkele manieren waarop kinderen vriendelijkheid wordt betoond?
12 Goedheid (vriendelijkheid) jegens kinderen is belangrijk voor een gelukkig gezin. Kweek deze hoedanigheid ook in hen aan, en bedenk dat zij doen wat zij u zien doen. Prijs hen dus als zij op school of in de velddienst hun best doen, of als zij een goed commentaar geven op uw bespreking van de dagtekst. Ouders dienen hun kinderen niet te irriteren, en het is goed als ouders hun gezin in vriendelijkheid organiseren, zodat de kinderen weten wat er van hen wordt verwacht en opdat zij door een goed theocratisch schema geestelijk worden opgebouwd. Kinderen hebben natuurlijk aanmoediging en zelfs streng onderricht nodig om zich aan een schema dat voor hun studie wordt gemaakt, te houden en alle karweitjes die hun wellicht in huis worden opgedragen, uit te voeren. Goedheid moet echter niet worden verward met sentimentaliteit of met onverschilligheid, waardoor men de dingen op hun beloop laat. Misplaatste vriendelijkheid kan jeugdmisdadigheid tot gevolg hebben. Het is geen goedheid jegens de kinderen als het de ouders niet kan schelen in welk gezelschap zij verkeren, of zij de vergaderingen wel bijwonen of hoe zij zich daar gedragen, en of zij Gods Woord bestuderen, doch de kinderen maar hun eigen gang laten gaan en hen de dingen op hun eigen manier laten doen. De kinderen zouden met recht kunnen denken dat het hun ouders niet kan schelen als dit gebeurt. Hoewel kinderen uit onrijpheid het strenge toezicht misschien niet waarderen, zal de terechtwijzing die een verstandig persoon wordt gegeven, maken dat hij van u houdt, en mettertijd zal dit ook het geval zijn met het kind. Sommige ouders verwennen hun kinderen wellicht door hun alles te geven wat zij kunnen. Een onderzoek op een school in de Amerikaanse staat Idaho onthulde echter dat de leerlingen die tot de besten van hun klas behoorden geen van allen een auto bezaten, terwijl 83% van hen die er niet toe behoorden, er wel een hadden. De ouders die voor een auto zorgden, hebben stellig gedacht dat zij het kind goeddeden, doch dit was niet het geval vanuit een opvoedkundig standpunt.
13. Hoe kan iemand goed zijn voor zichzelf en een zegen ontvangen?
13 Wees ten slotte goed voor uzelf. Volg een goed schema voor studie en dienst. Dit betekent misschien dat u de televisie moet afzetten en naar bed moet gaan ten einde fris te zijn voor de volgende dag. Het betekent misschien, zich minder zorgen te maken over materiële dingen en meer tijd aan geestelijke schatten te besteden. Iemand die op deze manier goed is voor zichzelf, zal tevredenheid en vrede des geestes bezitten en gelukkig zijn met de zegeningen van de dag. Deze dingen zullen tot het geluk van de enkeling en van het gezin bijdragen. — Luk. 12:19-21.
GOEDHEID EN VRIENDELIJKHEID IN DE GEMEENTE
14. Wat zijn enkele manieren waarop vriendelijkheid in de gemeente kan worden betoond?
14 Wie ook onze vriendelijkheid verdienen, zijn onze geestelijke broeders en zusters. Ook al is iemands eigen gezin wegens de boodschap van Gods Woord van hem vervreemd, een honderdvoudig aantal broeders en zusters is er in de christelijke gemeente (Mark. 10:29, 30). Wij kunnen hun op vele manieren vriendelijkheid betonen: misschien door bij een zieke aan te lopen om hem wat op te monteren, door een smakelijk hapje naar een oudere pionierster in de gemeente te brengen of een paar karweitjes voor een zieke zuster te doen. Anderen zijn zo vriendelijk nieuwelingen met het voorbereiden van lezingen voor de bedieningsschool te helpen. Eén broeder geeft zich veel moeite om een invalide zuster in haar rolstoel naar de vergaderingen te brengen. Velen rijden lange afstanden om belangstellende personen en vrienden met de auto naar de gemeentevergaderingen te brengen. Degenen die zulke goedheid ontvangen, kunnen op hun beurt wellicht hun waardering tonen door aan te bieden in de onkosten bij te dragen. In de eerste christelijke gemeente werd Dorkas niet vergeten en werd rijkelijk gezegend omdat zij er een gewoonte van maakte door „goede daden en gaven van barmhartigheid” vriendelijkheid te betonen. — Hand. 9:36-42.
15. Welke raad gaven Paulus en Petrus aan christelijke dienstknechten?
15 Het is belangrijk dat de dienaren in elke gemeente de hoedanigheid van vriendelijkheid aankweken. Paulus toonde, toen hij aan de Thessalonicenzen schreef, dat hij als dienaar ’in hun midden vriendelijk was geworden, zoals wanneer een zogende moeder haar eigen kinderen koestert, of zoals een vader die zijn kinderen steeds blijft vermanen, zodat zij zouden voortgaan te wandelen op een wijze die God waardig is’ (1 Thess. 2:7, 11, 12). Dit weerspiegelt goed de houding van een dienaar ten opzichte van de gemeente. In Efeziërs 3:2 spreekt de apostel over „het beheer van de onverdiende goedheid van God, hetwelk mij met het oog op u werd gegeven”. Paulus besefte dat, evenals hij onverdiende goedheid van God had ontvangen, op hem de verantwoording of het beheer rustte deze ten behoeve van anderen, in het bijzonder van heidenen, aan te wenden. Ook Petrus verklaarde: „Gebruikt de gave, naarmate een ieder die heeft ontvangen, om elkaar ermee te dienen als voortreffelijke beheerders van Gods onverdiende goedheid, die op verscheidene wijzen tot uitdrukking wordt gebracht” (1 Petr. 4:10). Het kan zijn dat de opziener moet vermanen, berispen en raad moet geven, doch hij zal het in vriendelijkheid doen, wetend dat vriendelijkheid aantrekt maar onvriendelijkheid afstoot.
16. Op welke manieren zou er op vergaderingen vriendelijkheid kunnen worden betoond?
16 Iedereen in de christelijke gemeente heeft de gelegenheid vriendelijkheid jegens anderen aan de dag te leggen. In plaats van verstoord te zijn omdat een zuster met verscheidene kinderen hen niet zo in bedwang kan houden als zij wellicht zou willen, kunt u misschien aanbieden te helpen door bij hen te gaan zitten. Het is vriendelijk jegens onszelf zowel als jegens anderen er geen gewoonte van te maken te laat op de vergadering te komen, waardoor wij anderen storen en belangrijk materiaal missen; of, als het onvermijdelijk is te laat te zijn, achteraan te gaan zitten waar zo min mogelijk personen gestoord zullen worden. Een broeder die vriendelijkheid betoont, zal een oudere man niet streng bekritiseren doch hem als een vader behandelen. Ook jongeren kunnen goedheid betonen door iets vriendelijks tegen oudere mensen te zeggen of hen hun hulp aan te bieden. — 1 Tim. 5:1-3.
HET DOEL VAN ONVERDIENDE GOEDHEID
17, 18. Waarom zullen wij vreemdelingen goedheid betonen?
17 Van tijd tot tijd zijn enkelen in de gelegenheid gastsprekers of een kringdienaar en zijn vrouw te onthalen. In 3 Johannes 5-8 toonde de bejaarde apostel aan dat wij verplicht zijn zulke personen gastvrij te ontvangen, aangezien goeddoen zijn oorsprong vindt bij God. Indien wij goedheid zaaien, zullen wij ook goedheid (vriendelijkheid) oogsten. Zelfs het geven van een beker koud water aan een van Jezus’ discipelen zou Jehovah gunstig gedenken (Matth. 10:41, 42). De Schrift geeft vele voortreffelijke voorbeelden van het betonen van vriendelijkheid jegens vreemdelingen, zoals toen Elia vriendelijk werd ontvangen door de weduwe van Sarfath (1 Kon. 17:8-24). Deze arme weduwe bood tijdens een hongersnood haar laatste beetje voedsel aan de profeet aan en werd als gevolg daarvan rijkelijk gezegend. Jehovah bleef haar daarna van bloem en olie voorzien en gaf haar zoon later het leven terug.
18 In Handelingen 28:2 verhaalt Paulus hoe hij en anderen op het eiland Malta, waar „de mensen, die een vreemde taal spraken . . . ons buitengewone menslievendheid” betoonden, schipbreuk leden. Zij kwamen ondanks de kou en de regen naar buiten, ontstaken een vuur en ontvingen de vreemdelingen met grote hulpvaardigheid, zodat er in Gods Woord gunstig over hen wordt gesproken. Ongetwijfeld beantwoordde Paulus deze vriendelijkheid door hun door middel van de dingen die hij hun vertelde een geestelijke zegen achter te laten (Hand. 28:30, 31). Ook wij doen er op onze beurt goed aan, vreemdelingen vriendelijkheid te betonen. In Hebreeën 13:2 (uitgave van 1950) staat: „Vergeet de goedheid jegens vreemdelingen niet, want daardoor hebben sommigen, zonder het zelf te weten, engelen gastvrij ontvangen.”
19. Hoe kunnen wij tonen dat wij niet het doel van Gods onverdiende goedheid missen?
19 Thans betoont Jehovah’s volk op bijzondere wijze goedheid door de waarheid met anderen te delen. De apostel brengt ons te binnen: „Wij [verzoeken] u ook dringend de onverdiende goedheid van God niet te aanvaarden en dan het doel ervan te missen.” Thans is het de tijd dat de Koninkrijksboodschap wordt gepredikt, nu in de „dag van redding”. Wij willen dus „in geen enkel opzicht . . . enige aanleiding tot struikelen [geven], opdat er geen aanmerkingen op onze bediening gemaakt kunnen worden, maar in elk opzicht bevelen wij ons als Gods dienaren aan: . . . door goedheid, door heilige geest, door liefde vrij van huichelarij, door waarheidsgetrouwe woorden, door Gods kracht” (2 Kor. 6:1-7). Ongeacht de situatie waarin wij mogen verkeren, wij kunnen ons nog steeds aanbevelen, niet alleen door onze kennis van zijn Woord en de wijze waarop wij op moeilijkheden reageren, doch eveneens door de vruchten van de geest, met inbegrip van goedheid, te tonen.
20. Hoe toonde Jezus goedheid in zijn bediening?
20 Wanneer wij goedheid betonen, betekent dit dat wij God nabootsen. Jezus nam hier op markante wijze voor ons de leiding in toen hij de waarheid predikte. Nadat Johannes de Doper hem had aangeduid als het Lam Gods, volgden twee van Johannes’ discipelen hem en vroegen waar hij verbleef. Jezus nodigde hen uit te komen kijken. Na de rest van de dag met Jezus te hebben doorgebracht, zei Andréas tot zijn broer Simon: „Wij hebben de Messias . . . gevonden.” Ja, Jezus toonde gastvrijheid en goedheid door over Gods Woord te spreken. — Joh. 1:41; 2 Kor. 8:9.
21. Hoe kan er thans goedheid in de bediening worden betoond?
21 Jehovah’s getuigen betonen thans regelmatig goedheid (vriendelijkheid) door de boodschap van leven tot anderen te brengen, nabezoeken te brengen en studies te leiden, zonder er iets voor terug te vragen. Als wij dit doen, tonen wij goedheid in onze spraak door tactvol en beleefd te zijn en er de tijd voor te nemen te luisteren naar wat de huisbewoner wil zeggen. Het zou gemakkelijk zijn scherp of sarcastisch te zijn als wij een huisbewoner die onbeleefd is van repliek dienen, doch bedenk dat Jehovah goedheid eist. Meer dan eens heeft een zacht antwoord de geest van de huisbewoner geopend voor het overwegen van de waarheid. Hoewel een onrijp persoon een wrang antwoord zou kunnen geven, weet iemand die rijp is dat dit de God van goedheid niet op juiste wijze zou vertegenwoordigen.
22. Waarom is het geen vriendelijkheid de waarheid niet te zeggen?
22 Met vriendelijkheid te spreken betekent natuurlijk niet flauw of slap te zijn in ons spreken, of de waarheid te verzachten, want de spraak kan vriendelijk zijn en toch recht op het doel af. Jezus richtte zich in scherpe bewoordingen tot de klasse der geestelijken doch sprak vriendelijk en geduldig tot de met schapen te vergelijken personen. Het is geen vriendelijkheid de waarheid niet te zeggen, ook al doet deze misschien in het begin pijn. Eveneens zal een operatie iemand die blind is misschien pijn doen, maar als zijn gezichtsvermogen weer hersteld is, maakt de vreugde die zijn deel wordt omdat hij weer kan zien, alles goed. Dus of men nu lichamelijk of geestelijk ziek is, vriendelijkheid wordt gewaardeerd en kan gesloten oren voor de waarheid openen. Een Getuige die een studie oprichtte bij een vrouw die met haar bejaarde Ierse moeder samenwoonde, smaakte een ervaring die dit aantoont. De moeder was zeer vijandig en zei de Getuige niet te komen, maar haar dochter ging naar het huis van de verkondigster om de studie voort te zetten. Dit vond de moeder nog erger, dus stemde zij er ten slotte in toe dat de Getuige weer naar hun huis zou komen voor de studie. Toen zij terugkeerde, nam de zuster wat bloemen mee, daar zij aanvoelde dat oude mensen dikwijls verwaarloosd worden en zich ongewenst voelen. Daarna begon de dame langzamerhand belangstelling voor de waarheid te krijgen en bekende ten slotte: „Ik was een kat tegen u, maar u gaf mij er alleen vriendelijkheid voor in de plaats. Ik dacht dat alles wat mij nog te wachten stond, was: oud te worden en te sterven, maar nu breekt er een nieuw leven voor mij aan.” Vriendelijkheid hielp deze persoon dus haar standpunt ten aanzien van de waarheid te wijzigen.
23. Hoe kunnen wij tonen dat wij kinderen van Jehovah zijn?
23 Evenals Jehovah goedheid betoont door zelfs de ondankbaren en goddelozen regen en zon, voedsel en onderdak te geven, kunnen wij zelfs hun die thans de waarheid verwerpen, goedheid betonen. Door dit te doen, tonen wij dat wij geen kinderen van dit samenstel van dingen zijn, doch in plaats daarvan als Jehovah’s kinderen de vruchten van zijn geest bezitten (Matth. 5:43-46). Het vriendelijke gedrag van Jehovah’s getuigen op congressen is een schitterend getuigenis geweest tot eer van Jehovah. Een bedrijfsleider van een cafetaria in Nieuw-Zeeland zei: „Ik heb nog nooit zulke beleefde, vriendelijke en bedachtzame mensen ontmoet.”
24. Wat houdt goedheid (vriendelijkheid) niet in? Waarom?
24 Ten slotte kan in het gezin en in de gemeente goedheid (vriendelijkheid) worden betoond door een vast standpunt in te nemen voor wat juist is. Goedheid is geen zwakheid. Het betekent niet, door de vingers te zien wat verkeerd is. Een dergelijke misplaatste vriendelijkheid kan jeugdmisdadigheid of misdadigheid van volwassenen tot gevolg hebben, en geestelijke misdadigheid kan er in de gemeente het gevolg van zijn als de opziener vriendelijkheid voor een gebrek aan vastberadenheid voor juiste beginselen aanziet. Het is nooit vriendelijk anderen ertoe aan te moedigen te doen wat niet in overeenstemming met Gods wil is; dus als een christen vervreemd raakt van Jehovah, zou er geen goedheid betoond worden door raad of zelfs verdiend streng onderricht achterwege te laten. Petrus gaf Jezus eens een slechte raad toen Jezus hem vertelde dat hij op het punt stond te lijden en te sterven. Petrus zei: „Wees goed voor uzelf, Heer.” Toen keerde Jezus zich om en zei: „Ga achter mij, Satan!” (Matth. 16:22, 23). Petrus werd berispt, en terecht. Zijn woorden, die naar zijn mening in goedheid waren gesproken, waren niet in overeenstemming met Jehovah’s voornemen. Goedheid moet dus verbonden zijn met waarheid en met liefde voor Jehovah.
25. Welke poging stelt Satan in het werk om goedheid en vriendelijkheid tegen te werken?
25 Satan wil verdeeldheid veroorzaken en de werking van Gods geest door wrijving in christelijke gezinnen en gemeenten verhinderen. Verdeeldheid in Jehovah’s gemeente door persoonlijke verschillen van mening of kleingeestige woordenwisselingen zou het toevloeien van Jehovah’s geest belemmeren en de vrucht van de bediening tegenhouden, doch Jezus’ discipelen zijn kenbaar aan de liefde die zij betonen, en liefde bedekt zwakheden en onvolmaaktheden, zelfs een menigte van zonden. Allen die de hoop koesteren in Jehovah’s nieuwe samenstel van dingen te leven, moeten echter zo waakzaam zijn de gemeente te beschermen tegen hen die sommigen ertoe zouden willen brengen de onverdiende goedheid van God te veranderen in een verontschuldiging voor losbandig gedrag. — Judas 4.
26. Op welke wijze kan vriendelijkheid ons helpen met anderen op te schieten?
26 Vriendelijkheid zal ons helpen onze betrekkingen met anderen te verbeteren. In plaats van opgewonden te raken en gespannen, dienen wij Jehovah’s geest werkzaam laten zijn. Een zachte, welwillende en barmhartige houding gaat gepaard met vriendelijkheid, en het is stellig veel verkieslijker in de eerste plaats vriendelijkheid te betonen dan te trachten het bij te leggen nadat iemand ongelukkig is gemaakt. Als u in uw gezin dus de neiging ontdekt tot wrijving of gebrek aan liefde, zelfs tot scherpe, ruwe woorden, probeer dan deze vrucht van de geest aan te kweken. Zelfs al zijn anderen in het huisgezin misschien tegen de waarheid gekant, dan zal een vriendelijke houding van de zijde van een christen helpen, net als olie op de golven.
27. Waarom is goedheid voor een christen zo belangrijk?
27 Door Jehovah’s onverdiende goedheid hebben wij het vooruitzicht op leven; wij dienen dus een zelfde goedheid jegens anderen te weerspiegelen (Ef. 2:5-8). Net zoals wij ernaar streven Koninkrijksvruchten in onze velddienst aan te kweken, zo willen wij ook de vrucht van Gods geest aankweken. Indien wij dit doen, zullen wij tonen dat wij Gods wet der goedheid gehoorzamen. Ze zal niet alleen op onze tong liggen, maar ook in onze geest en ons hart zijn, en wij zullen goedheid (vriendelijkheid) tot een deel van onze nieuwe persoonlijkheid maken. Wij zullen ontdekken dat ze onze problemen helpt oplossen en het ons gemakkelijker maakt te vergeven. Vriendelijkheid bezit een opbouwende hoedanigheid, die anderen aanspoort net zo te reageren. Ze helpt ons anderen door onze woorden en daden tot Jehovah te trekken. Als wij deze vrucht van de geest aan de dag leggen, zal onze hoop en ons vertrouwen op Jehovah niet tot teleurstelling leiden. Om dus met Jehovah te wandelen, moeten wij goedheid (vriendelijkheid) liefhebben, want Jehovah eist goedheid, zelfs te midden van een onvriendelijke wereld. Goedheid leidt tot leven. — Rom. 2:4; 5:2.
[Voetnoten]
a Het Hebreeuwse woord chesed heeft een ruime betekenis en duidt op een gezindheid van welwillendheid, die wij in het Nederlands zowel door goedheid als vriendelijkheid weergeven.
[Illustratie op blz. 367]
Vriendelijke attenties jegens anderen