Gods koninkrijk — de enige hoop der mensheid
EEN vaste hoop voor de toekomst — dat is het wat de mensheid thans als nooit tevoren nodig heeft. Kan de mens door middel van zijn ontwapeningsredevoeringen, zijn defensieplannen en zijn streven naar de wereldheerschappij in een dergelijke vaste hoop op het voortbestaan van de mensheid voorzien? Biedt God de mensheid enige andere hoop?
Iets wat erop wijst dat het voortbestaan van de mensheid een alles overtreffend probleem is, is het feit dat toen duizenden geleerden het vorige jaar te Denver, in Colorado, voor de 128ste vergadering van de Amerikaanse Vereniging ter Bevordering van de Wetenschap bijeenkwamen, het voortbestaan van de mensheid in het atoomtijdperk een van de voornaamste punten was die aan een beschouwing werden onderworpen. Er werd op het instellen van een Wetenschap van het Voortbestaan der Mensheid aangedrongen, om de mensheid op een kernoorlog te kunnen voorbereiden. Enige tijd geleden schatte Bertrand Russell, de bekende filosoof, „dat er veertig percent kans op voortbestaan is”.
De stappen die zijn ondernomen om de menselijke familie weg te vagen, hebben ertoe geleid dat grote groepen mensen ziek van hart en geest zijn geworden. Er zijn verschillende mogelijkheden geopperd ter oplossing van de wereldproblemen. De grote vraag is echter: Welke hoop zal deugdelijk blijken te zijn?
DE HOOP DIE MEN VOOR DE TOEKOMST KOESTERT
Miljoenen mensen hebben hun hoop op een betere wereld op de schitterende beloften van overvloed, welvaart en gelijkheid voor allen onder het communisme gevestigd. Hun wordt het tastbare bewijs van de geweldige macht van het communisme voorgeschoteld en daardoor komen zij ertoe te geloven dat de beloften die het communisme doet, vervuld zullen worden. Heeft de Sowjet-Unie geen mensen de ruimte in geschoten en zelfs de maan met een van haar raketten geraakt? Ja! En niet alleen dat, maar let eens op haar wapenarsenaal vol multimegatonbommen!
Aan de andere kant zien grote menigten mensen voor bescherming naar de democratische regeringen van het Westen op. Hun hoop op een voortbestaan, welvaart en zegeningen berust op de beloften van deze machten. Miljoenen onder hen ontvangen tastbare zegeningen en zijn daarom van mening dat deze regeringen het beste voor de mensheid zijn en moeten zegevieren. Zij stellen hun vertrouwen hoopvol in de wapens van de Verenigde Staten, waarvan de Amerikaanse minister van defensie McNamara eens heeft gezegd, dat ze „in staat zijn het Russische aanvalssysteem te vernietigen, zelfs nadat ze een eerste aanval hebben opgevangen”.
Ondanks dat het communistische Oosten en het democratische Westen tegenover elkaar staan, gaan ze samen in een organisatie die, ironisch genoeg, de Verenigde Naties is genoemd. Velen bejubelen deze organisatie als de beste hoop op vrede omdat, ongeacht wat er in werkelijkheid gebeurt, het doel ervan is beide partijen niet tegen elkaar op te zetten, maar ze tot elkaar te brengen. Aan het begin van de geschiedenis der Verenigde Naties noemde paus Pius XII ze „de geliefde en heilige hoop van alle mensen van goede wil”. Onlangs zei een presbyteriaanse geestelijke dat „de Verenigde Naties onze laatste beste hoop vormen op de opbouw van een vreedzame wereld en het vermijden van een algehele atoomslachting”.
De grote meerderheid der mensheid stelt haar hoop voor de toekomst op deze koninkrijken en wereldse organisaties. De hoop die God biedt, dient echter niet buiten beschouwing gelaten te worden. Lang geleden beloofde hij een koninkrijk over de mensheid aan te stellen, een werkelijke regering die in leven door deze moeilijke tijd heen en grootse zegeningen in een nieuwe wereld van overvloed zou voorzien. Zijn Woord belooft dat ’de God des hemels een koninkrijk zal oprichten’ en dat dit ’al die koninkrijken zal verbrijzelen en daaraan een einde zal maken, maar zelf in eeuwigheid zal bestaan’. — Dan. 2:44.
De belangrijke vraag die om een oplossing vraagt, is: Waarop zal men zijn hoop op een voortbestaan baseren? Er is slechts één hoop die succesvol zal blijken te zijn; alle andere zullen tot teleurstelling en uiteindelijk de dood leiden. Waarom? Omdat Jehovah, die Almachtig is, verklaart dat zijn koninkrijk volledig een einde zal maken aan de regeringen van zowel het Oosten als het Westen, de Verenigde Naties inbegrepen, en dat alleen dit koninkrijk ’in eeuwigheid zal bestaan’. Er zal geen sprake zijn van coëxistentie met zelfzuchtige menselijke regeringen. Wat zal dus uw keuze zijn? Welke regering zult u ondersteunen? Waarop zult u uw hoop vestigen?
GODS KONINKRIJK CONTRA WERELDSE REGERINGEN
Zult u naar menselijke regeringen opzien en daarin uw vertrouwen stellen? Velen doen dat. Niet omdat zij God uit hun gedachten hebben gebannen, maar zij zijn van mening dat de mens het koninkrijk van God tot stand moet brengen door de wereldse regeringen tot een godvruchtige handelwijze over te halen. Zij geloven dat dit het middel is waardoor Gods koninkrijk zal komen. Dat is echter niet het geval, want het is Gods manier niet. Dit blijkt onmiskenbaar duidelijk uit het voorbeeld dat de Here Jezus voor christenen heeft gesteld. Al de tijd dat hij zijn aardse bediening verrichtte, heeft hij zich nooit met de politieke stromingen rondom hem bemoeid. Hij probeerde niet de Romeinse regering te hervormen, en verijdelde zelfs een poging van de zijde der joden om hem tot hun koning uit te roepen opdat hij hen van Rome zou bevrijden. Jezus zei dat zijn koninkrijk geen deel van deze wereld was, en verder verklaarde hij dat zijn volgelingen, degenen die in deze aangelegenheden zijn voorbeeld volgden, er geen deel van zouden uitmaken. Zij zouden hun belasting betalen, alle wetten van de caesar-regeringen die niet in strijd met Gods wet waren, gehoorzamen en een voorbeeld van naastenliefde zijn; wat de politieke stromingen van de natiën echter betreft, in dat opzicht zouden zij een absolute neutraliteit handhaven. — Joh. 6:15; 15:19; 17:16; 18:36; Matth. 22:17-21, 39.
Anderen maken zich geen illusies dat er dank zij hun pogingen ooit rechtvaardigheid zou gaan heersen, maar zij zijn niet bereid alle hoop op het voortbestaan van de mensheid op te geven. Misschien zijn zij het zelfs eens met de mening die in de Londense Daily Express van 27 juli 1961 onder woorden werd gebracht: „Van de Volkenbond werd verwacht dat deze de vrede en vooruitgang van de wereld zou bewerkstelligen. Hij heeft twintig jaar bestaan en is rampzalig ten onder gegaan. De Verenigde Naties . . . zijn zelfs een nog grotere mislukking dan eens de Volkenbond.” Toch is men, zolang er nog een Verenigde Naties of een ander lichaam dat voor de vrede werkt, bestaat, van mening dat het enige wat men kan doen om in leven te blijven, is, een dergelijke instelling te steunen en tegen beter weten in te hopen dat de catastrofe afgewend zal worden. Zij geven toe dat de toekomst er niet rooskleurig uitziet; het is echter een feit dat hetgeen waaraan zij zich vastklampen in feite helemaal geen hoop is. Er bestaat geen regering van mensen die de mensheid ook maar enigszins een waarborg kan bieden voor de veiligheid waarnaar ze zozeer verlangt. Waarom niet?
Omdat er bij het tot stand brengen van blijvende vrede meer betrokken is dan louter besprekingen tussen de heersers der natiën. Zelfs indien iedereen met een bepaald vredesprogramma zou instemmen, dan nog zou men niet in staat zijn een einde te maken aan de oorlogszuchtige activiteiten van de „god van dit samenstel van dingen”, Satan de Duivel. Noch kan men de zonde waardoor de mens een neiging tot goddeloze daden heeft, met wortel en al uitrukken. Hiervoor moet men tot God opzien. — 2 Kor. 4:4, NW; Openb. 12:9; Hebr. 2:14, 15.
Bovendien heeft God niet de politieke heersers der mensheid de opdracht gegeven een nieuwe wereld te scheppen, maar zijn Zoon Jezus Christus, die hij tot Koning heeft aangesteld. Wanneer mensen zich daarom aanmatigend opwerpen als degenen die de gehele mensheid vrede en welvaart zullen brengen, zoeken zij niet het welzijn van hun medemensen, maar streven zij naar persoonlijke eer door zich de rol toe te eigenen die God zijn Zoon heeft toebedeeld; en daarin zullen zij nooit slagen. — Ps. 2:6-12.
De enige hoop voor de mensheid is in het koninkrijk Gods gelegen, in Zijn hemelse regering die de aangelegenheden van de aarde in rechtvaardigheid zal besturen. Hierom leerde Jezus ons bidden: „Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde.” — Matth. 6:9, 10.
DE SUPERIORITEIT VAN DE KONINKRIJKSHOOP
God heeft reeds direct nadat het eerste mensenpaar in de hof van Eden in opstand kwam, een voorziening voor dat koninkrijk getroffen. Hij wist dat „het niet aan den mens staat . . . te gaan en zijn schreden te richten” (Jer. 10:23). Hij beloofde dus een Zaad dat de bewerker van de opstand, Satan de Duivel, zou vermorzelen, en dat een rechtvaardige heerser tot zegen van de gehele mensheid zou worden. Dat Zaad, de lang verwachte Messias, werd ongeveer 1900 jaar geleden als de baby Jezus in Bethlehem geboren. Toen de engel zijn komende geboorte aankondigde, zei hij: „Hij zal als koning . . . heersen . . . en zijn koningschap zal geen einde nemen.” — Luk. 1:30-33; Gen. 3:15; 22:17, 18; Gal. 3:16.
Na zijn dood en opstanding is Jezus „voor altijd gezeten aan de rechterhand van God, voorts afwachtende, totdat zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor zijn voeten” (Hebr. 10:12, 13). Dit wachten zou zich over vele eeuwen uitstrekken. Jezus gaf dit te kennen toen hij zijn profetie betreffende zijn tweede tegenwoordigheid in Koninkrijksmacht gaf. Hij verklaarde dat hij in de destijds ver verwijderde toekomst te midden van wereldverwarring zou beginnen te regeren. Een onderzoek van deze profetie, die in Matthéüs hoofdstuk 24, Markus hoofdstuk 13 en Lukas hoofdstuk 21 is opgetekend, bewijst afdoende dat wij thans in het geslacht van weergaloze ellende leven waarover Jezus sprak. De schriftuurlijke bewijzen geven nauwkeurig het jaar 1914 aan als de tijd dat Gods koninkrijk, waarom reeds zo lang gebeden was, in de hemel werd opgericht. Dat koninkrijk verzekert allen die er hun hoop en vertrouwen op willen stellen dat zij hun leven na deze moeilijke tijd in een nieuwe wereld van rechtvaardigheid zullen voortzetten.
Hoewel de macht van de mens en zijn vermogen om zijn beloften te vervullen beperkt zijn, is dat met Jehovah niet het geval. Sta eens een ogenblik stil bij zijn onbeperkte macht. Wanneer de mens de energie van louter een klein groepje onzichtbare atomen van een bepaalde materie vrijmaakt, kan hij hele steden opblazen. Stelt u zich dan eens de onbegrijpelijke macht voor van Degene die het gehele stoffelijke universum heeft geschapen, de uitgebreide sterrenstelsels inbegrepen! Geleerden schatten dat reeds bij een van de recente orkanen meer energie betrokken was dan bij vijfenveertig 100-megatonbommen. Jehovah God, die alle natuurkrachten beheerst, zal spoedig een dergelijke macht gebruiken om alle tegenstanders van zijn koninkrijk te verdelgen.
Er is alle reden op Jehovah’s vermogen mensen te redden te vertrouwen en te hopen. Jezus illustreerde deze macht als volgt: „Want zoals de dagen van Noach waren”, zei Jezus, „zij sloegen nergens acht op totdat de vloed kwam en hen allen wegvaagde — zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn.” „Op den dag”, vervolgde Jezus, „waarop Lot uit Sodom ging, regende vuur en zwavel van den hemel en verdelgde hen allen. Op dezelfde wijze zal het gaan op den dag, waarop de Zoon des mensen geopenbaard wordt.” Evenals God in het verleden handelend optrad ten behoeve van degenen die hun hoop op hem gevestigd hadden, zal hij dit doen voor iedereen die op zijn koninkrijk hoopt. — Matth. 24:37-39, NW; Luk. 17:28-30.
Wat wonderbaarlijk zijn de grootse zegeningen der Koninkrijksheerschappij die voor de overlevenden zijn weggelegd! De mens is er zelfs niet in geslaagd vrede tussen zichzelf en zijn naaste te bewerkstelligen. God belooft echter niet alleen dat hij „oorlogen doet ophouden tot het einde der aarde”, maar hij verzekert ons dat zelfs mens en dier vreedzaam naast elkaar zullen leven. — Ps. 46:10 9; Jes. 11:6, 9.
Wanneer onder Gods koninkrijk alle energie der mensheid in vreedzame banen geleid zal zijn, zal het aanzien van de aarde in dat van een op een park gelijkend paradijs worden veranderd. „De aarde zelf zal beslist haar gewas geven”, zodat er nooit weer een voedseltekort zal zijn. Onder het bestuur van de Goddelijke Geneesheer zal de mens uiteindelijk bevrijd worden van zijn eeuwenlange lijden aan allerlei kwalen en ziekten. Zelfs de dood moet voor de onweerstaanbare macht van het Koninkrijk buigen, want God belooft, dat „Hij alle tranen van hun ogen [zal] afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan”. — Ps. 67:6, NW; Openb. 21:4.
Indien u zeker wilt zijn van een voortbestaan en u deze grote zegeningen van vrede, welvaart, gezondheid en veiligheid wilt genieten, stel uw hoop dan op het Koninkrijk, want dat is de enige hoop die niet tot teleurstelling zal leiden. Bestudeer Gods Woord de bijbel regelmatig en wees overtuigd van Jehovah’s macht zijn volk te bevrijden. Stel uw hoop en vertrouwen niet op de zwakke pogingen van de mens om Koninkrijkszegeningen tot stand te brengen, maar laat uw houding zo zijn als door de getrouwe profeet onder woorden werd gebracht: „Zie, deze is onze God, van wien wij hoopten, dat Hij ons zou verlossen; dit is de HERE, op wien wij hoopten; laten wij juichen en ons verblijden over de verlossing die Hij geeft.” — Jes. 25:9.