Stemt de bijbel overeen met uw kerk?
VELEN denken dat hun religie het lezen van de bijbel niet aanmoedigt. Michael de la Bedoyere schreef in de London Catholic Herald dat „alhoewel hij zeer uitzonderlijke gelegenheden had gehad voor wat men een hogere katholieke opleiding zou kunnen noemen, er nimmer iets werd gedaan om hem er toe aan te zetten het Nieuwe Testament te lezen, laat staan het Oude.”
Toch staat er in door de kerkleiders goedgekeurde brochures te lezen: „De Rooms-Katholieke Kerk beschouwt de bijbel als ’s werelds grootste Boek: . . . God is de Auteur.” „Waarom de Kerk het lezen van de bijbel aanmoedigt? Omdat ze weet dat wij om te kunnen groeien, ons geestelijk te kunnen ontwikkelen en om rijpe christenen te worden, door God gevoed moeten worden.”
Waarom is er dan niet met klem bij hen op aangedrongen „’s werelds grootste Boek,” waarvan God de Auteur is, te lezen? Zou er soms toch verschil bestaan tussen wat de bijbel zegt en wat de kerk heeft geleerd? Een brochure van de „Catholic Information Society” zegt dienaangaande: „Katholieken, die niet verwachten dat er in de bijbel een volledige beschrijving van hun geloof wordt gegeven, zijn in het geheel niet verrast wanneer zij woorden als ’paus’ of ’vagevuur’ daarin niet aantreffen.”a
Zijn zij echter verrast? Vragen zij zich ooit wel eens af waarom de apostelen, die naar men veronderstelt zulke goede katholieken waren, in hun uitlatingen er zo weinig op geleken, doordat zij ook maar niet een keer gewag maakten van de paus, de naam van hun kerk, de kardinalen, de drieëenheid, het vagevuur, de mis, de heilige eucharistie, aflaten, het gebruik van beelden, heiligendagen of processies; waarom zij elkaar nimmer „Zijne Heiligheid,” „Eerwaarde” of „Vader” noemden, en waarom zij zoveel andere dingen welke in de kerk zo algemeen zijn niet ter sprake brachten? Wanneer u de bijbel leest zou u haast gaan denken dat de apostelen een geheel andere religie waren toegedaan.
Dat waren ze ook!
Het is verbazingwekkend wat u zou leren door naar de apostelen en hun geïnspireerde geschriften te luisteren. Door 1 Timotheüs 3:2-5 te lezen, zou u te weten komen dat een bisschop 1. een vrouw mag hebben, en 2. instructies ontvangt betreffende de opvoeding van zijn kinderen. Mag een bisschop kinderen hebben? Hoe totaal verschillend van de hedendaagse kerkelijke gewoonte!
Wanneer u 1 Timotheüs 4:1-3 in de katholieke Petrus Canisius Vertaling zou lezen, zou u te weten komen dat juist zij die „zullen afvallen van het geloof, en aan dwaalgeesten en duivelse leringen gehoor zullen geven,” het trouwen zouden verbieden en zouden gebieden zich van vlees te onthouden. Zou een priester die dit op een vrijdag leest, hierdoor zelfs niet geschokt worden? Toch staat het in de katholieke bijbel en werd het onder inspiratie door Paulus, een der grootste apostelen, opgetekend.
Door Mattheüs 23:9 te lezen, zou er nog een vraag in uw geest kunnen rijzen. Er staat daar opgetekend dat Jezus zei: „Noemt ook niemand op aarde uw vader; want één is uw Vader, die in de hemelen is” (PC). Wellicht vertelt een priester u dat katholieken „verbaasd zijn dat niet-katholieken chicaneren wanneer de eersten hun priesters ’vader’ noemen — terwijl de laatsten hun manlijke ouder met ’vader’ aanspreken.” Indien u Jezus’ verklaring echter had gelezen, zou u weten dat Jezus er niet over sprak hoe men zijn manlijke ouder moest noemen, maar hoe men zijn religieuze leider noemde! Zou het u iets zeggen wanneer u in uw bijbel zou lezen dat Jezus zelf zijn volgelingen verbood zulke titels te gebruiken?
Sta eens even stil bij het misoffer. Volgens de kerk is het misoffer „de onbloedige vernieuwing van . . . het bloedige Kruisoffer.” In Hebreeën 10:11, 12 staat echter dat in tegenstelling tot de geregeld te brengen offers der joodse priesters, Christus „één enkel Offer . . . voor de zonden” heeft gebracht. Zijn katholieken verbaasd wanneer zij te weten komen dat dit ene offer voldoende was en dat het misoffer niet nodig is?
Wat valt er voorts te zeggen over 1 Korinthe 15:50? Zijn mensen die het als een geloofsartikel aannemen dat Maria’s menselijke lichaam naar de hemel ging, verrast wanneer zij in de katholieke bijbel lezen dat „vlees en bloed . . . geen deel [kunnen] hebben aan het koninkrijk Gods”? Zullen zij bovendien nog niet meer verbaasd zijn wanneer zij bij verdere lezing opmerken dat er nergens in de bijbel een uitzondering op deze regel wordt gemaakt, zelfs niet voor Maria? Zou deze leerstelling waar geweest zijn, dan zouden de apostelen er stellig zo enthousiast over zijn geweest dat zij er over geschreven zouden hebben!
Protestantse religiën negeren de uitdrukkelijke bijbelse verklaringen echter evenzeer. Is de protestant die gelooft dat de ziel nimmer sterft, geschokt wanneer hij te weten komt dat die ziel wel sterft? U kunt het voor u zelf lezen in Ezechiël 18:4; 18:20 en Handelingen 3:23.
Of wordt de protestant die gelooft dat de goddelozen eeuwig worden gefolterd in een hellevuur, stil wanneer hij in Prediker 3:19 leest dat dode mensen evenals dode dieren geen bestaan meer kennen? Of is hij geschokt wanneer hij te weten komt dat dezelfde Hebreeuwse en Griekse woorden in onze Nederlandse Statenvertaling zowel met „hel” en „graf” vertaald worden en dat de hel daarom niet heter is dan de koude graven op het kerkhof bij u in de buurt?
Gods geschreven Woord is „het zwaard des Geestes.” Het scheidt waarheid van bedrog, en het kan daarbij diep gaan. Het is het oneens met veel wat er thans in de kerken wordt geleerd, en voor hen die het aanvaarden, houwt het leugens weg en legt lang verborgen waarheden bloot. — Ef. 6:17.
De bijbel levert vraagstukken op voor mensen die zeggen dat u de religieuze leiders „vader” moet noemen, dat geestelijken niet mogen trouwen, dat men op zekere dagen geen vlees mag eten, dat Christus’ offer door het misoffer hernieuwd moet worden, dat de goddelozen voor altijd in de hel branden en dat de ziel nimmer sterft. Wie is echter de betrouwbare autoriteit op religieus gebied, de mens of God? Het antwoord ligt voor de hand; bestudeer dus Gods Woord, ga na of het overeenstemt met uw kerk, en verander uw overtuiging wanneer dit niet het geval is!
[Voetnoten]
a Deze drie aanhalingen zijn afkomstig van The Holy Bible, a Treasure of the Catholic Church, onder de imprimatur van Patrick A. O’Boyle, aartsbisschop van Washington, bladzijde 6; Why Catholics Should Read the Bible, imprimatur Francis kardinaal Spellman, aartsbisschop van New York, bladzijde 7; en When Roman Catholics Read the Bible, bladzijde 5.